Eén domme jongen in een jurk spoot rode verf op het Nationaal Monument op de Dam - ach, dat spoel je er zo weer af. Natuurlijk kreeg de dader wel eerst waar hij op hoopte: landelijke aandacht voor zichzelf, via de modieuze proxy van de Palestijnse pijn. Damschilder Costas Vermeer is niets meer dan een performatieve meeloper met de laatste maatschappelijke modes.
Hoewel een toekijkende agent niet direct ingreep toen Costas “Never again is now” op het oorlogsmonument spoot, werd hij alsnog door een paar Romeo’s daadkrachtig uit het potten-en-panseksuelen-publiek van de zoveelste pro-Palestijnse parade gepikt. Na zijn vrijlating meldde de Damschilder zichzelf op Instagram met een verklaring voor zijn acties (foto hierboven).
De eerste zin daarvan klopt meteen al niet: “De bedoeling van het Nationaal monument is dat wij ons de holocaust en de mensonterende wreedheden uit de Tweede Wereldoorlog dagelijks blijven herinneren.” Dat is feitelijk onjuist, of toch tenminste onvolledig. Het Nationaal Monument is namelijk “opgericht ter nagedachtenis aan alle Nederlanders die tijdens de Tweede Wereldoorlog door oorlogshandelingen zijn omgekomen”, zo beschrijft het Nationaal Comité 4 en 5 mei.
De gebeeldhouwde figuren beelden op het monument verbeelden onder meer een verzetsstrijder en een arbeider. In twaalf urnen zit zand van fusillade- en erebegraafplaatsen uit de (toen nog) elf provinciën plus Nederlands-Indië. De figuur van Jezus Christus is de enige Jood op het monument maar die staat voor lijden en opoffering, niet als symbool voor de Holocaust. Het sobere geheel is bijna onopvallend in de historische achtergrond van het monument opgenomen.
Vatbaar voor wat heerst
Damschilder Vermeer wil daarentegen graag opvallen, zoveel is duidelijk na één blik op zijn Instagram vol homo-erotische kunstwerken, expressieve foto’s en symbolische acties - waaronder recent ook lawaaidemo’s en andere bekladdingen ‘voor Palestina’. Daarbij wil hij graag iets verder gaan in zijn performance dan de gemiddeld Gaza-gelovige: tijdens de laatste Pride bekladde hij posterzuilen en banners van Booking.com, het doelwit van die dag. Veilig vandalisme, op je eigen feestje.
In februari 2019 stond Vermeer als 18-jarige in Het Parool, toevallig ook bij het Monument op de Dam. De mode van toen was het klimaat: “Hij draagt een spandoek met de tekst 'spread love, not CO2' en maakt zich grote zorgen.” Een paradijsvogel, zo beschreef hij zichzelf jongstleden juni in de stadskrant. Dan ben je het dus niet. Het is een jongen die graag buiten komt en zeer vatbaar is voor wat daar heerst.

Meer dan de helft van Costas’ verklaring over de Dambekladding gaat dan ook - het zal u niet verrassen - over zijn eigen aanhouding. Het einde bevat een oeh-la-la-insinuatie van het plezier dat een masochist aan een stevige man-handling zou kunnen beleven: “Romeo’s zijn pestkoppen van eerste aard!” Een zinnetje dat plagerig z’n tong uitsteekt.
Zijn tekst bevat in totaal twintig keer het woord ‘ik’. Tel je ‘mij’, ‘mijn’ en ‘mezelf’ mee, dan kom je op 31. Da’s veel, op slechts 348 woorden. In de verklaring komen de Palestijnen daarentegen maar één keer voor, bijna achteloos: “Er is een moderne holocaust gaande: de genocide op de Palestijnen.”
‘Achteloos en consequent’
Deze achteloosheid is ook terug te lezen in de NRC-verslaggeving over Lowlands. Het festival werd (uiteraard) gedomineerd door de Gaza-mode, met vlaggen en t-shirts en talloze muzikale acts die hun anti-Israëlische positie kenbaar maakten, iets waar de krant uitgebreid en verheugd kond van deed. In een passage over het optreden van Fontaines D.C. wordt beschreven hoe de zanger tussen ieder nummer “achteloos bijna, maar consequent” het mantra ‘free Palestine’ herhaalde.
Achteloos en consequent, dat is de aanhoudende lawaaidemonstratie van de Palestijnse zomermode van 2025 in een notendop. Achteloos, consequent en ook: consequentieloos. Althans: voor de deelnemers.
Van Hans Laroes, voorzitter van de Stichting Bevrijdingsfestivals Nederland (en tevens bekend als de wat hautaine omroepambtenaar die ooit de baas was van het Journaal), zou je namelijk verwachten dat die als een van de poortwachters van de nationale herdenkings-riten zijn professionele ergernis over dit vandalisme zou uiten.
Integendeel: hij noemde de bekladding op Bluesky, de kleindenkersruimte van het eigen gelijk, een “actueel en eigentijds protest”. Andere woorden voor ‘modieus’, dus.
“Het ‘dit nooit weer’ is een tamelijk leeg begrip aan het worden”, schreef hij erbij. Laroes schaart zich daarmee achter de (door Vermeer geacteerde en grotendeels in onwetendheid opgevoerde) betrokkenheid bij het pro-Palestijnse verzet.
De ironie wil dat je de stelling van Laroes ook andersom kunt lezen: als het verzet tegen een oorlog in een ver land afkomstig moet zijn uit een spuitbus rode verf in de handen van een volgens de laatste genderfashion gejurkte jongeman die in dat oorlogsgebied geen vijf minuten zou overleven onder het juk van de Palestijnse “strijders” aan wiens kant hij zich positioneert, kun je constateren dat de intrinsieke betekenis van ‘dit nooit meer’ inderdaad wat aan kracht en zeggenschap heeft ingeboet.
Elders verwoordt Laroes zijn positie iets doordachter: “Monumenten zouden niet alleen bevroren in de tijd moeten zijn maar ook een betekenis nu moeten hebben.”
Dat is in lijn met de manier van herdenken zoals het Comité 4 en 5 Mei tegenwoordig huldigt: “De jaarlijkse herdenking bij het monument ter gelegenheid van de Dodenherdenking is tevens een moment van bezinning op de actuele gevaren voor vrijheid en voor mensenrechten die soms te gemakkelijk als vanzelfsprekende verworvenheden worden gezien”, stellen zij op hun website.
Dit juist keer op keer op keer op keer opnieuw
Daar kun je, ongeacht waar je zelf in deze ideologische loopgraaf zit, de oorlog in Gaza natuurlijk prima onder scharen. Waarna Laroes echter alsnog in zijn eigen ondiepe schuttersputje struikelt met deze vervolgzin: “De mensen die gevochten hebben, de mensen die gevallen zijn, deden dat voor een betere, vreedzamer, toleranter wereld waarin het ‘dit nooit meer’ uitgangspunt is.”

Dit kun je in de Gaza-oorlog alleen zeggen over het Israëlische leger, niet over de Palestijnen en zeker niet over Hamas. Die laatstgenoemden hebben zelfs (vrij vertaald) ‘dit juist keer op keer op keer op keer opnieuw tegen die vuile kk Joden!’ in hun grondbeginselen opgenomen, en sinds 7 oktober 2023 veelvuldig herhaald. Beter, vreedzamer of toleranter zijn ze bepaald niet te noemen en dat geldt óók voor een significant gedeelte van de Gazaanse bevolking.
Toch is de heersende mode op straat, in de kranten, de cultuur, de wetenschap en zelfs binnen de herdenkingscomités om het Palestijnse leed hoger in te schalen en zwaarder te wegen dan het Israëlische lot om sinds de oprichting van een eigen staat permanent te moeten strijden voor vrede, veiligheid en democratische vooruitgang.
Waarom? Dat moet toch vooral gebaseerd zijn op acute beelden van verdriet, vernietiging en voedseltekorten waarmee we dagelijks overvoerd en opgehitst worden maar niet op intrinsieke waarden als vrede, tolerantie en het streven naar een betere wereld. Hamas - een uit Palestijnse schoot geboren terreurorganisatie - is immers niet vreedzaam of tolerant en wie van hen een betere wereld verwacht, is dom of gestoord, of allebei.
Of: op zoek naar aandacht. Costas Vermeer is domweg de zoveelste zogenaamd getormenteerde ziel die een Grootse Kwestie aangrijpt om niet te verdrinken in de massale mensenzee van ik-personen op zoek naar een zeepkistje. Mensen als Hans Laroes reiken hem dat kistje aan.
Dat doe ik nu ook, kun je natuurlijk redeneren, maar dan werp ik tegen dat een beschouwing van de gebeurtenissen echt iets anders is dan een platform voor de persoonsverheerlijking van een jonge meeloper op rolschaatsen die iets te graag als paradijsvogel with a cause gezien wil worden. Maar deze Vermeer heeft niets van meerwaarde te zeggen.
Verdriet als speelveld
De Damschilder is op de tijdlijn van dubieuze acties nog geen knippering van de strobe-lamp in een darkroom. Een flits en het is weer weg, voordat je het goed en wel gezien hebt. Wellicht drukt het een beetje op een open zenuw maar de hevige verontwaardiging over een gesprayde spreuk op een stuk steen is daarom net zo goed gedeeltelijk een perfomatieve uiting van toch best vaak gespeelde, aangedikte pijn aan de doorzonmoraal.
Rode verf is afwasbaar, niemand is gewond geraakt of ernstig gedupeerd door een stomme slogan en het is óók best wel een veilig standpunt om te roepen dat je zelf natuurlijk nooit een monument zou bekladden. Het oogsten van vanzelfsprekend applaus over volstrekt conformistische opvattingen zou over de gehele opinie-linie wel wat lager gewaardeerd mogen worden.
Ook militair en veteraan Roy Grinwis gebruikte - zoals zovelen - het woord “respectloos” om zijn vanzelfsprekende afschuw mee uit te spreken. Maar hij gaf dat woord (waarover je zou kunnen zeggen dat het een tamelijk leeg begrip is geworden) wel een meer constructieve onderbouwing mee, waarin een onderscheid gemaakt wordt tussen doelwit en doel:
“Wie een monument bekladt, raakt niet de verantwoordelijken die oorlogen beginnen, maar de nabestaanden en veteranen die hun dierbaren herdachten. Je gebruikt hun verdriet als speelveld voor je eigen punt. […] Wil je oorlog stoppen? Richt je pijlen op de verantwoordelijken, niet op de stenen die symbool staan voor degenen die hun leven al verloren.”
Dat is een standpunt dat steviger in de wind kan staan dan het monumentale meewaaien van Laroes, die het performatieve pleidooi van de Palestijnse mode met beschaving verwart en onder dat vaandel een beetje vandalisme best kan billijken.
Een klassiek voorbeeldje van naoorlogs verzet, ware het niet dat aan de acceptatie (en soms zelfs: aanmoediging) van dit soort acties uiterst nadelige gevolgen kleven voor de joodse minderheid in Nederland, met een groeiende lijst voorbeelden van intimidatie, uitsluiting en fysieke acties tegen personen en privébezit tot gevolg.
Voor de goede zaak, dus tegen oorlog
Costas Vermeer maakt graffiti-”kunst” van de Palestijnse kwestie zoals Akwasi “woordkunst” maakte van een geweldsdreigement tijdens een BLM-protest op dezelfde Dam: ze gaan op in de golvende sentimenten van een goegemeente waarin wangedrag wordt geaccepteerd en goedgekeurd omdat beiden onderdeel uitmaken van een (vermeend verdrukte) minderheid en hun acties en uitingen “de goede zaak” zouden dienen.
Vermeer krijgt dus een boete of hooguit de schoonmaakkosten opgelegd (en laten we wel wezen: veel meer dan dat zou overdreven zijn). Op Lowlands is het ongewenster om je openlijk als VVD’er of PVV’er te manifesteren (herinnert u zich hoe cultuurbezuiniger Halbe Zijlstra daar ooit actief ongewenst werd verklaard?) dan om te fraterniseren met Hamas-gedachtengoed. En Hans Laroes mag ondanks zijn goedkeuring van een bekladding die velen tegen de borst stuit festivalbaasje blijven bij het 4 en 5 mei-comité, en in die eminente rol zijn eigen modegevoeligheid publiekelijk blijven profileren.
‘Palestina’ heeft immers een vanzelfsprekendheid die ‘antiracisme’, ‘het klimaat’ en het nemen van coronavaccins ook hebben. Je hoeft er in bepaalde kringen niet eens over na te denken (en dat wordt ook merkbaar niet gedaan), het is gewoon zo. Aldus verklaren velen zich vandaag de dag met een zelffeliciterende vrijblijvendheid tot tegenstander van oorlog en onderdrukking. Alsof er zo veel enthousiasme zou zijn vóór oorlog en onderdrukking.
Het herinnert al met al aan het videootje van Hans Teeuwen waarin hij op het toppunt van de BLM-hysterie in milde radeloosheid over straat zwalkt en “Ik ben tegen racisme!” roept naar argeloze passanten, auto’s en lantaarnpalen.
Zet die leus met een rode verfspuitbus op de deuren van Paradiso en nog zal Hans Laroes er de ironie misschien niet eens in herkennen.
U herkent een goede zaak wanneer u er eentje ziet en nou, dit is er eentje natuurlijk: een paid subscription op Nijmans Nieuwsbriefje! Eenmalig doneren mag ook, dat is wellicht wat makkelijker afwasbaar
Bronnen & beelden
Om ze eens een keer niet hinderlijk tussen de tekst te hoeven plakken.
En weer wordt een gewaardeerd en gerespecteerd stukje van de (goede) oude, ja: ooit zo vanzelfsprekende wereld weggespoten. De (eerste) agent greep niet in, de herdenkingsbobo kronkelt vergevingsgezind aan de voeten van de demonstrant en na enige #ophef doet de gemeente Amsterdam - toch maar - aangifte. Een treurig klein panorama van Nederland in 2025.
In de goede oude tijd viel de Dam onder het Politiebureau Warmoesstraat. Ik heb daar een zestal jaren dienst mogen doen bij de Uniformdienst, Bratra en mobiele eenheid. Het motto destijds was 'niet lullen maar poetsen'. Vandaar dat het bureau na een aantal jaren werd gesloten, want daar deed men nog echt politiewerk en dat was niet de bedoeling van de 'boven ons gestelden'. Deze roze zeilstraal had hoogstwaarschijnlijk na zijn eerste verfspuitje een ongelooflijk pak slaag gekregen voordat hij/zij/het verdere schade aan kon richten en was te voet afgevoerd naar het bureau.. Dat was toen. Nu laat men dit wezen eerst het monument onteren om het daarna met zachte hand aan te houden en na een paar uur weer vrij te laten. Mijn hart bloedt.