
De “Israël-kritiek” loopt zo hoog op dat er steeds meer stemmen opgaan om de Palestijnen voor hun aanhoudende terreur, gijzeling en marteling te belonen met een eigen staat. Emmanuel Macron. Keir Starmer. Dick Schoof. Lale Gül. Allemaal tonen ze zich zó verbolgen en verontwaardigd over de oorlogshandelingen van Israël, dat ze meer sancties eisen tegen Israël en knievallen maken voor terreurorganisatie Hamas, dat de facto al twintig jaar een eigen staat runt in Gaza. Die staat faalde en escaleerde in terreur en daarna in alweer een oorlog die ze kinetisch nooit kunnen winnen. Verdienen ze daarom een nieuwe kans? Omdat de Palestijnen het slachtoffer zijn van hun eigen haat en falen? Veel meer dan Israël verdient Hamas het om gestraft te worden en veel meer dan de Palestijnen verdienen de Joden hun eigen staat. Omdat ze met die staat iets deden waartoe de Palestijnen nog nooit een serieuze poging hebben gedaan: zij maakten van die staat een natie met een democratische en vrije samenleving.
Als het aan onder andere Emmanuel Macron en Keir Starmer ligt, worden de Palestijnen voor hun aanhoudende terreur, gijzeling en marteling beloond met een eigen staat. De president van Frankrijk en de premier van Engeland (twee politici die met grote en groeiende economische en sociale problemen kampen in hun eigen land en wellicht daarom de afleiding des te dankbaarder aangrijpen) verkorten daarmee de oorlog niet, noch brengen ze de laatste gijzelaars terug. Ze verlengen enkel het leed van zowel de Palestijnse bevolking als dat van de gijzelaars, hun families en de families van Israëlische militairen die hun leven wagen om Hamas te verslaan en hun landgenoten te bevrijden uit de tunnels van de hel.
Tunnels waaruit beelden komen die, zelfs wanneer je probeert jezelf tegen die echt te groteske vergelijking te verzetten, doen denken aan de Holocaust. Beelden van Evyatar David, een jongeman, ontvoerd van een festival, die volkomen uitgemergeld zijn eigen graf moet graven. Beelden die gemaakt worden door sadisten die geen enkele schaamte kennen voor hun onmenselijkheid. Beelden die, net als de niet minder gruwelijke beelden van Rom Braslavski, nauwelijks het mainstream nieuws halen en als ze dat wel doen, wordt het leed van de gijzelaars alsnog als de schuld van (de regering van) Israël zelf afgeschilderd. Schaamteloos.

Het wordt in zo’n klimaat moeilijker en moeilijker om Israël te verdedigen in de storm van verontwaardiging en verkettering die het land moet ondergaan.
Je dient je te schamen om voor Israël te zijn en sommigen lijken daarvoor te bezwijken. Zoals Macron, Starmer, Schoof en Lale Gül. Maar in zijn beste vorm is Israël zoals wij, en zijn wij zoals Israël. In geen enkele vorm zijn wij zoals “Palestina”, of is dat zogenaamde Palestina zoals wij. In ‘s hemelsnaam - laat ons ook niet zo worden.
De hausse aan Israël-haat en Palestijnse propaganda lijkt echter steeds sterker te worden en nog meer momentum te vergaren. Het ene vuige verzinsel is nog niet van de voorpagina’s verdwenen of het volgende bloedsprookje heeft de sociale media alweer in zijn greep. De aantijgingen blijven beuken en de propaganda blijft komen, en je ziet mensen wankelen in hun pro-Israëlische overtuiging, of zwijgen om verkettering te voorkomen.
Wellicht gaat achter dat zwijgen een mate van beschaving schuil: er zijn heel weinig mensen die reclame willen maken voor de destructie en het menselijk leed dat zich objectief en onmiskenbaar in Gaza voltrekt. Want ook als je het punt wilt maken dat Hamas nog altijd niet verslagen is en niet alle gijzelaars zijn vrijgelaten of bevrijd, en dat Israël daarom gerechtvaardigd is om oorlogsgeweld te gebruiken, kun je niet om de beelden heen van wanhoop en vernieling die ons vanuit Gaza bereiken. Oorlog is hel, ongeacht je eigen overtuigingen over goed en kwaad.
Het moet. Het moet. Het moet.
Maar al wat je tegenover de “Israël-kritiek”, het "antizionisme” en het antisemitisme zet, klinkt tegenover de dagelijks uitgemolken leedbeelden steeds meer als een preek voor eigen parochie, ingekleurd met steunbetuigingen aan eigen synagoge.
U weet het wel. Ik weet het wel. Maar die Ander wordt niet meer bereikt, en hoeveel mensen zouden er (zover ze niet al lang zijn afgehaakt en weggezapt bij dit onderwerp) na bijna twee jaar terreur en oorlog nog onbeslist zijn in hun oordeel of overtuigingen? Hoe vaak kun je dus je eigen positie opnieuw verpakken om het weer vers te laten klinken?
Maar het moet. Het moet. Het moet. Want wie het niet doet, geeft niet alleen Israël en de wereldwijde joodse diaspora op, maar ook het Westen als geheel.
Daarom is dit een pleidooi tegen een Palestijnse staat, die volgens hun eigen verlangens louter kan bestaan door Israël te vernietigen, en de waanzin dat een tweestatenoplossing onder de huidige omstandigheden mogelijk zou zijn.
Israël verdient meer bestaansrecht dan Palestina. Vanuit een geschiedenis die duizenden jaren teruggaat, kun je dat punt vast heel goed maken als je er voor doorgeleerd hebt. Dat heb ik niet, dus ik doe het vanuit een ander perspectief: mijn ongeneeslijk westerse blik.
Een blik die (naar ik hoop althans) niet te zeer beschadigd is door de dodelijke, zelfs suïcidale naïviteit van het postmoderne culturele relativisme en die (naar ik zeker weet) niet gehinderd wordt door de overtuiging dat vrijheid van meningsuiting, democratie, de rechtsstaat en liberale rechten voor het individu de hoogste waarde van beschaving en ontwikkeling zijn.
Vanuit die westerse blik is Israël alles dat de Palestijnen niet voor elkaar krijgen. Het is een staat en een natie, gebonden door een geschiedenis, een democratie en een rechtsstaat. Israël kent individuele rechten toe aan alle inwoners, die daarvoor hun maatschappelijke (dienst-) plichten niet ontlopen en hun eigen verantwoordelijkheden nemen, voor zichzelf en elkaar.
Het land wordt bevolkt door mensen die vooruitgang zoeken op hun eigen grond en volgens hun eigen voorwaarden. Mensen die desnoods die voorwaarden zelf scheppen: Israëli’s hebben geen olie of bijzondere bodemschatten, maar ze wisten wel de woestijn vruchtbaar te maken.
Israël toont vastberadenheid (ja, ook met agressie en nee, niet altijd op de meest fraaie manier, want ook hen is niets menselijks vreemd) om die natie te beschermen en te verdedigen maar poogt ondanks alle dreigingen en verschillen ook samen te werken met buurlanden en -volkeren, óók met de Palestijnen.
In Israël mag het wel
Ook binnen Israël groeien de weerstand en het verzet tegen deze oorlog, die gretig aangegrepen worden door internationale media en ngo’s om hun eigen vuurtjes nog wat hoger op te stoken.
Alles wat de vijanden van Israël aanwenden om hun eigen standpunt mee te onderbouwen (bijvoorbeeld dat binnen Israël de premier verketterd wordt, dat velen zich tegen de oorlog keren en er zelfs Israëlische stemmen zijn die ook van genocide, etnische zuivering of uitsterving van de Gazaanse bevolking spreken), kun je in vijf woorden tegen de vijanden van de Joodse staat keren:
In Israël mag het wel.
In Israël mag je vrijuit positie innemen tegen de premier. Je mag demonstreren tegen de oorlog. Je mag opkomen voor de burgerbevolking van buren die jou nota bene existentieel vijandig gezind zijn. Je mag openlijk rouwen om stervende vrouwen en hongerige kinderen onder die vijandige volkeren, en roepen om meer noodhulp voor die mensen. Je mag in kranten schrijven en in collegezalen uitspreken dat Israël oorlogsrechten schendt en zelfs beweren dat Israël genocide pleegt.
Omgekeerd is niets van dit alles mogelijk in Gaza.
Wie zich tegen Hamas keert, wordt gemarteld of vermoord. Wie demonstreert, wordt beschoten. Het is ondenkbaar voor Palestijnen om openlijk te rouwen om de Israëlische slachtoffers van 7 oktober. Geen enkele burger van Gaza heeft geholpen om de gijzelaars te bevrijden, of zelfs maar geroepen om hun vrijlating. Het aantal verslagen in de media waarin Gazanen zich tegen Hamas uitspreken, is summier. De beelden waarin je hen zag juichen toen de gijzelaars Gaza ingesleept werden, zijn ruimer beschikbaar.
In Israël gaat de vrijheid nog verder. Waar in Amsterdam de Pride dit weekend ontsierd werd door de leuzen en symbolen ter verdediging van het repressieve, religieuze en homohatende terreurregime van de Palestijnen, is het strand van Tel Aviv misschien wel de grootse publieke en permanente pride walk ter wereld. De stad is tevens sociaal veiliger dan Amsterdam, en niet alleen voor homo’s.
Israël is bovendien een multiculturele, multi-etnische samenleving waar alle religies, gezindten, rassen en nationaliteiten kunnen samenwonen onder gelijke rechten en plichten. De absurditeit is dat Israël daarmee alles doet waar progressief en postmodern links zelf zo vreselijk schijnheilig voor pleit: diversiteit omarmen.
Israël heeft alles dat de Palestijnen niet kunnen, niet hebben, niet mogen en zelfs niet lijken te willen. Op één ding na: Joden.
In Israël stikt het ervan. En kennelijk is dat toch altijd weer het probleem.
The Original Sin
Laat me het woord geven aan Douglas Murray, die bijna alles en zeker dit beter kan verwoorden, over Israël als de ultieme westerse staat. De ultieme natie waar je alle originele zonden van het Westen op kunt projecteren. En hoe daarom de oprichting van Israël in feite de ultieme originele zonde is.
Deze analyse is treffend maar doet helaas weinig tegen het groeiende gevoel van moedeloosheid, die soms naar bittere wanhoop proeft (óók in Israël), over de huidige staat van het Westen ten aanzien van Israël en de Joden. En bij extensie: zichzelf.
Het Westen wurgt zichzelf en antisemitisme vormt de keelklanken van de verstikking.
Het eeuwige vergelijk met de jaren ‘30 is zó vreselijk tot op de draad van de allerlaatste gestreepte Auschwitz-pyama versleten, dat iedere parallel met het interbellum klinkt als Peter en de Wolf. Toch lijkt de geschiedenis nergens beter te rijmen met het heden dan in de duistere jaren tussen Weimar en Wereldoorlog.
Vanaf het moment dat Adolf Hitler in 1933 aan de macht kwam duurde het namelijk nog vijf jaar voordat het uitsluiten, discrimineren en beschimpen van Joden escaleerde in het geweld van de Kristallnacht. De Endlösung werd pas in 1942 officieel beleid van de nazi’s.
Wat ik daarmee probeer te zeggen, is dat de verhevigde trend van antisemitisme in westerse landen nog geen kritieke massa heeft bereikt maar dat we wel richting een kantelpunt blijven bewegen. Van de bijna banale weigering om wat boompjes te snoeien bij een synagoge van de Liberaal Joodse Gemeente in Den Haag tot de propagandaleugens van de New York Times, de krant die met een foto van een zieke en met een genetisch defect geboren jongetje de beschuldiging van Israëlische uithongering in Gaza tot nieuwe pieken van wereldwijde woede stuwde: wat begon als steentjes in een vijver van Israël-kritiek, begint kiezel voor kiezel het momentum te krijgen om een antisemitische mentaliteit van gewapend beton te worden.

Omdat in de 21e eeuw alles met iedereen en iedereen met alles is verbonden, slaan sentimenten sneller en heviger over. Hysterie eveneens. En dus ook antisemitisme. Wat begon onder activisten en bij ngo’s, sloeg over naar de meeste media en reikt inmiddels tot diep in de politiek. Van letterbakgekkies tot moskeebezoekers en alles daar tussenin lijkt men bevangen door het “antizionistische” Gaza-narratief.
Maak niet de vergissing dat dit alleen op links en in de islam speelt. Op Amerikaans MAGA-rechts riekt het tot in de podcast van Joe Rogan naar anti-joodse complotten. In Engeland, waar de migratieproblematiek vreselijk verhit is geraakt, moet u niet schrikken (of misschien juist wel) van de ontelbare antisemitische reacties onder een tweet die de vraag stelt wie de eigenaar is van een hotel in London waar illegale migranten worden gehuisvest.

Nogmaals: het Westen wurgt zichzelf en antisemitisme vormt de keelklanken van de verstikking.
Iedereen beroept zich wanneer het zo uitkomt natuurlijk op “de juiste kant van de geschiedenis”, of het nou over George Floyd, de corona-pandemie of het klimaat gaat. Of over migratieproblematiek, het verval van instituties en de corrupte elites. Dat geldt ook voor de Gaza-oorlog niet anders. Maar niet alle sentimenten rusten in dezelfde realiteit. Een leugen is al halverwege de wereld rond voordat de waarheid z’n schoenen aan heeft, maar uiteindelijk zal de waarheid toch altijd zwaarder moeten wegen.
De anekdote over de New York Times, de propagandafoto op hun voorpagina van 25 juli die door 55 miljoen mensen gelezen wordt, de correctie in een tweetje (het was niet eens een echte rectificatie) die bijna onopgemerkt bleef op een account met maar 90.000 volgers, en de manier waarop deze leugen van NOS, Nu en NRC tot in de column van Lale Gül voort blijft leven, bewijzen dat de werkelijkheid, de feiten en de waarheid moeten worden blijven herhaald, herhaald, herhaald. Omdat ze er alleen toe kunnen doen als ze in herinnering worden gebracht en worden gedeeld.
Zowel het sprookje als de geschiedenis leren ons dat het juiste moment om “wolf!” te roepen zowel altijd te vroeg komt, als steevast te laat zal zijn. Dus zullen we moeten blijven roepen, en roepen, en roepen dat hij eraan komt. In de hoop dat de echte wolf verjaagd kan worden voordat hij alle schapen weet te pakken.
N.B. Vandaag geen Nijman & Charante podcast. Volgende week weer. Voor de T-abonnees is hier mijn zondagcolumn nog te lezen, getiteld: ‘Sadistisch cynisme Hamas zaait verwarring, misleiding en verdeeldheid’. Maar als u moet kiezen, heb ik liever dat u kiest voor een abonnementje op mezelf natuurlijk.
Wat een verdrietig stuk. Roepende in de woestijn. Zo voel ik me als ik het opneem voor Israël. Niet dat ik het leed van de Gazanen niet zie. Ziet nou niemand dat al die demonstraties cadeautjes zijn voor Hamas? Wat zou er gebeurt zijn als deze demonstraties de druk op Hamas hadden gelegd i.p.v. op Israël? Zouden dan de gijzelaars al vrij zijn? En de oorlog gestopt ?
Waarom willen demonstranten niet zien dat Hamas een terreur organisatie is, ook terreur onder hun eigen bevolking? Echt de wereld is gek geworden lijkt wel.
De Palestijnse identiteit is gecreëerd. Door Hadj Amin al Husseni samen met Arafat en Abbas. De zogenoemde Palestijnen zijn in wezen Arabieren. Zoals Hassan Mosab Yousef zegt, is zijn werkelijke identiteit hem ontnomen.
Het Palestijnse volk is verzonnen en wordt al decennia ingezet tegen Joden en de enige soevereine Joodse Staat. De Palestijnse identiteit is geworteld in haat en de vernietiging van Joden. Dat maakt dat ze niet in staat zijn voor zichzelf een werkende samenleving op te bouwen. Een virtueel volk als wapen. En het Westen houdt de illusie al decennia in stand met vele miljarden.
Dank Bart voor alweer een doorwrocht artikel en dat je doorgaat. Het is nauwelijks nog te harden hoe politiek en media juist het voortbestaan van de ellende dienen.