Groot Joods dubbelinterview: ‘Ik hou gewoon mijn keppel op’
Drie joodse Nederlanders, twintig jaar later opnieuw geïnterviewd
Ruim twintig jaar geleden interviewde Paul Andersson Toussaint een zestal jonge volwassenen van joodse afkomst over het toenemende antisemitisme in Amsterdam. Gideon van der Sluis, Nathan Bouscher, Itai Gross, Menachem Sebbag, Arik Suissa en Michael Hess spraken over hun joods-zijn in een decor van Marokkaans kransenvoetbal, galmende Hamas-leuzen en dreigende aanslagen in de stad waar burgemeester Job Cohen destijds de thee schonk.
Het kostte toen al moeite om het artikel gepubliceerd te krijgen. Uiteindelijk verscheen het in 2004 - met enkele aanpassingen - in De Groene Amsterdammer. Paul bracht het stuk in herinnering vanwege de ontregelde opening van het Holocaustmuseum, de Jodenjacht op Maccabi-supporters en de algehele sfeer van antisemitisme tijdens demonstraties en op universiteitscampussen in Amsterdam. In april van dit jaar verscheen het opnieuw (en ditmaal niet geredigeerd) in Nijmans Nieuwsbriefje, onder de originele kop die Paul bedacht had: ‘De eerste dooie Jood gaat hier in Amsterdam komen’.
Ruim twintig jaar later wonen Michael Hess en Gideon van der Sluis in Israël. De overige vier zijn in Nederland gebleven. Arik Suissa en Nathan Bouscher stemden in met een vervolg op hun verhaal van toen, evenals Gideon vanuit Jeruzalem. Itai Gross (ondernemer) en Menachem Sebbag (rabbijn bij Defensie) hebben vriendelijk bedankt. Met Michael sprak ik op de achtergrond.
Allemaal hebben ze hun eigen ervaringen, afwegingen en mentaliteit. Ze zijn alle drie meer analytisch dan twintig jaar terug, toen er wat meer jeugdige bravoure uit hun citaten sprak. Maar de rode lijn heeft een gemene deler: Nederlandse Joden voelen zich zowel bedreigd als onvoldoende beschermd in een land dat zich soms hun joodse identiteit niet lijkt te gunnen maar hen deze eveneens niet laat vergeten.
Een lieve gemeenschap voelt zich geïsoleerd
Volg met je vinger de tijdlijn van het antisemitisme in Nederland en je voelt hoe het reliëf van jodenhaat min of meer gelijke tred houdt met oplaaiende conflicten in Israël en het Midden-Oosten maar ook rond de opkomst van islamitische radicalisering, zoals ten tijde van ISIS. In de afgelopen 25 jaar, en zeker sinds 7 oktober 2023, worden deze golven bovendien steeds hoger. “Er wordt nog steeds niet op de juiste manier opgetreden”, klinkt het. Maar ook: “Ik voel me in Nederland thuis” en “Er moet veel gebeuren voordat ik ga verstoppen dat ik Joods ben.”
Jaarlijks publiceert het Centrum voor Informatie en Documentatie over Israël (CIDI) een antisemitisme-monitor. Telkens als het conflict tussen Israël en de Palestijnen oplaait, zie je een toename van antisemitische incidenten. Die trend zie je vervolgens weerspiegeld in krantenkoppen, waarin met enige regelmaat de vraag wordt opgeworpen hoe veilig Joden in Nederland nog zijn. Maar er is een verschil: sinds 7 oktober 2023 is niet alleen het aantal antisemitische incidenten tot historische omvang toegenomen, de anti-Israëlische en antizionistische retoriek wordt nu ook breder uitgedragen in de media en door (voornamelijk linkse) politici.
“De incidenten liggen nu hoger, recordhoog zelfs maar ik weet dat de meeste mensen niet eens melding doen. Ik heb nooit aangifte gedaan dus ik geloof die cijfers niet”, plaatst Gideon van der Sluis (49) direct een kanttekening bij de CIDI-monitors. “Ik woonde als student op de Muiderstraat. Liep ik over de Blauwbrug naar de UvA en dan kwamen er twee Marokkaanse schoffies die zo’n mafkees met een keppeltje zien. ‘BOEM!’, schreeuwden ze, want het was ten tijde van de Tweede Intifada, met zelfmoordaanslagen in bussen. Ik liep stoïcijns door, je gunt ze zo’n momentje niet. En ik heb het dus ook niet gerapporteerd, want dan kun je bezig blijven.”
Lachend: “Zat ik op de uni op de WC, stond er ‘Heil Hitler’ op de deur geschreven. Maar iemand anders had er ‘Shitler’ van gemaakt. Dan is het toch weer grappig.”
Ondergedoken Joden en zelfgemaakte vlammenwerpers
“Maar die jongens op de brug, die probeerden Joden te pesten, ongeacht dat ze niet wisten of ik pro- of anti-Israël ben. Ik ben een Jood, daar ging het om”, vervolgt Gideon op meer serieuze toon. “Dat is vandaag de dag nog net zo. Als je herdenkingstekens van de Holocaust of de struikelsteentjes in de grond beklad met teksten omdat je je identificeert met Palestijns leed, wat heeft dat in hemelsnaam met de Joden en de Joodse geschiedenis in Nederland te maken?”
“En trouwens”, voegt hij toe, “waarom mag je geen voorstander zijn van een sterk Israël? De Joodse gemeenschap is verdeeld, was altijd al zo, maar ik denk dat veel mensen eigenlijk veel stelliger denken en dat niet hardop durven zeggen. Omdat het repercussies heeft op je werk, in je sociale kringen of de omgeving waar je woont om pro-Israël te zijn. Moet je in Nederland weer als Jood onderduiken?
Wat Van der Sluis betreft staat zulk gedrag op gespannen voet met de vrijheid van meningsuiting. “Het zwijgen is eng, want andersom staan mensen wel te scanderen voor ‘Globalize the Intifada’. Dat agressieve pro-Palestijnse geluid heeft in Amerika al tot twee dode Joodse ambassademedewerkers in Washington geleid. Of neem die man met die zelfgemaakte vlammenwerper in Colorado. ‘Globalize the Intifada?’ Nou, halleluja, geweldig, je hebt een 88-jarige Joodse vrouw, een overlevende van de Holocaust, met brandwonden het ziekenhuis in gestuurd.”
In de Amerikaanse stad Boulder was de 88-jarige Barbara Steinmetz een van de gewonden bij een aanslag door een 45-jarige Egyptenaar tijdens een demonstratie voor de vrijlating van de Israëlische gijzelaars. Twaalf mensen raakten gewond, de dader riep ‘Free Palestine’ en verklaarde dat hij van plan was ‘alle zionisten te doden’.
‘Ik hou gewoon mijn keppel op’
Gideon heeft Amsterdam reeds in 2006 verruild voor Israël, waar hij met zijn van oorsprong Franse vrouw en zes kinderen in Jeruzalem woont. Arik Suissa (49) en Nathan Bouscher (41) zijn in Mokum gebleven. “Ik denk nog steeds dat het een ingewikkelde situatie is om Joods te zijn in deze stad maar er moet veel gebeuren voordat ik ga verstoppen dat ik Joods ben”, aldus Arik, die in zijn studententijd met Gideon samenwoonde bij de Portugese synagoge.
“Onlangs ben ik op een vrijdagavond gaan eten bij het Chabad-centrum op de Albert Cuypstraat. Bij vertrek zei een beveiliger dat ik mijn keppel af moest doen. Wat een onzin. Ik hou dus gewoon mijn keppel op. Ik weet dat het misschien niet slim is, maar het valt wel mee wat ikzelf heb meegemaakt. Soms roepen mensen wel eens wat maar ik heb afgelopen tijd niet het idee gehad dat er iets kon gebeuren. Misschien let ik er ook gewoon niet op, want ik weiger er in mee te gaan.”
Dat neemt niet weg dat Arik net als Gideon vindt dat de omstandigheden niet beter zijn geworden. “Ik zie natuurlijk wel dat mensen bang zijn en dat velen hun keppel niet opzetten. Weet je, in die periode waarin dat oude artikel geschreven is, toen ik wat vaker het debat opzocht in die discussies, ben ik wel eens in mijn gezicht gespuugd. Dat heeft me ook niet weerhouden om mezelf te blijven of om dingen maar niet te doen. Ik ben trots op wie ik ben.”
Nathan Bouscher, die na 7 oktober 2023 opnieuw voor het Centrum voor Informatie en Documentatie Israël (CIDI) is gaan werken, is wat voorzichtiger: “Ik wil graag een Israëlische vlag aan mijn gevel hangen maar ik heb kinderen thuis. Bovendien heb ik mijn ramen lief. Dus ik ga dat niet doen. Daarvoor wapperen te veel Palestijnse vlaggen in mijn wijk.” Bouscher woont in de Hoofddorppleinbuurt. “Als je verder richting West gaat, nemen de vlaggen exponentieel toe. Die kunnen vrij wapperen. Het aantal Israëlische vlaggen in de stad is op een hand te tellen. En dat zijn dappere mensen.”
‘Halsema heeft het conflict geïmporteerd’
Aan het begin van de eeuw was Amsterdam de stad van PvdA’er Job Cohen, anno 2025 is Femke Halsema er namens GroenLinks burgemeester. Cohen kwam er in 2004 niet best vanaf (“Hij heeft geen ballen”, zei Arik destijds) en ook het huidige beleid van Halsema kan op weinig bijval rekenen. “Er wordt nog steeds niet op de juiste manier opgetreden”, vindt Arik.
Nathan is het daarmee eens. “Cohen zei altijd ‘we moeten de boel bij elkaar houden en het conflict vooral niet importeren’. Maar inmiddels hebben we een burgemeester die het conflict nadrukkelijk wél heeft geïmporteerd.”
Halsema is hem tegengevallen. “Ik heb haar op zich hoog zitten. Toen ze in de Kamer zat en ondanks dat GroenLinks niet mijn partij is, was ik gecharmeerd van haar liberalisme. Maar hoe ze zich mengt in het Gaza-debat… Ze heeft twee keer kleur bekend bij demonstraties. Eerst BLM in 2020, toen ze met een slavernij-button opgespeld tussen de demonstranten ging staan op de Dam terwijl het land in lockdown zat. En laatst letterlijk, met een rode outfit in Buitenhof op de dag van zo’n Rode Lijn-demonstratie.”
“Oké, ze faciliteert alle demonstraties”, erkent hij. “Dat is prima. Maar ik heb haar nooit solidair gezien met demonstraties tegen antisemitisme. Zoals eind vorig jaar, die door haar verplaatst werd naar haar stadhuis. Ze zei: ‘Ik kan jullie niet op de Dam toestaan op de drukste koopavond van het jaar. Dat is teveel risico. Maar jullie zijn hier voor de deur welkom.’ Dat klinkt heel sympathiek, maar kom er dan zelf ook bij staan? Dat doet ze niet. Dat doet ze consequent niet.”
Verwijzend naar uitspraken van Halsema over ‘genocidaal geweld in Gaza’ zegt Nathan: “En zich dan nu als een soort minister van Buitenlandse Zaken van Amsterdam bemoeien met het buitenlandbeleid? Dat geeft het laatste beetje goodwill dat ze had in de Joodse gemeenschap echt een knauw.”
‘Idiote uitspraken voor een man van de wereld’
De partijen van Cohen en Halsema versmelten thans tot één nieuwe beweging, onder leiding van Frans Timmermans. Afzonderlijk van elkaar zeggen Arik, Gideon en Nathan geschrokken te zijn van de woorden van Timmermans bij Dit is Thijs (EO), waarin hij tegenover dominee Oscar Lohuis met stelligheid suggereerde dat het Israëlische leger moedwillig op vrouwen en kinderen zou schieten in Gaza.
“Wat twintig jaar geleden gaande was onder de vlag van politieke correctheid”, schetst Nathan, “Heeft een evolutie doorgemaakt rond termen die met elkaar verbonden zijn geraakt. Inclusiviteit, diversiteit, wat dan nu woke wordt genoemd. Daar hoort een denken bij in termen van apartheid en antikolonialisme, ook ten aanzien van Israël. Het is iets dat ik me van twintig jaar geleden niet herinner, behalve in de marges, maar deze retoriek is nu standaardjargon dat ook op veel mediaredacties de norm is geworden.”
Arik: “Destijds waren er ook mensen die anti-Israëlische demonstraties hielden maar toen voelde het alsof men meer tegen de regering van Israël was. Het verschil nu is dat tegen het bestaan van het hele land Israël wordt gedemonstreerd. From the river to the sea, hup, alles moet maar weg. Dat vind ik een hele pijnlijke gedachte.”
“Ook sommigen politieke partijen zijn bevangen door deze retoriek”, merkt Nathan, “Vaak door mensen met een islamitische achtergrond op hun lijst, of in hun achterban. Dat ook Frans Timmermans meegaat in deze mentaliteit, is het meest schrijnende.”
Arik: “Van mij mag ie kritiek hebben op het land Israël, maar dit was echt verschrikkelijk. Het zijn idiote uitspraken voor een man van de wereld. Job Cohen heeft misschien destijds geen ballen gehad, maar die zou dit soort dingen niet zeggen.”
“Media en politici spelen een hele kwalijke rol in het huidige conflict”, meent Gideon vanuit Jeruzalem.
Gehersenspoeld door kranten en journaals
Er komt een duidelijk verschil naar voren tussen de observaties uit 2004 en die van na 7 oktober 2023. Werden politici als Job Cohen aan het begin van de eeuw gezien als politiek correct en slap, inmiddels hebben sommigen juist een activistische positie gekozen. Behalve bij de rol van politici zetten vooral Gideon van der Sluis en Nathan Bouscher ook hun vraagtekens bij de houding van de media in het huidige conflict.
“Nederland is echt niet antisemitisch maar mensen zijn gehersenspoeld door kranten die ze lezen en journaals die ze zien. Het tegengeluid geloven ze niet meer”, verzucht Gideon. “De meeste mensen die het nieuws volgen, denken: ‘Ik heb geen idee, ik ken geen Israëliërs, het is een beetje ver van mijn bed, ik ben nog nooit in Israël geweest, of in die hele omgeving’. Die mensen zien wel constant anti-Israël-retoriek op het Journaal.” Schamper: “En als ze het bij de NOS zeggen, dan zal het wel kloppen, hè?”
“Vanuit de pro-Israël-hoek werd de NOS altijd al kritisch bekeken”, weet Nathan. “Ten tijde van de Tweede Intifada, begin jaren 2000, zag je al hoe de NOS zich tot het conflict ging verhouden. Ze noemden Hamas toen al weleens vrijheidsstrijders. Tegelijkertijd had je natuurlijk ook druk vanuit het pro-Palestijnse kamp, die juist vonden dat het Journaal te pro-Israël was. Er was altijd al veel commentaar op de NOS en hun vermeende partijdigheid.”
Aan het begin van de eeuw leken de media desalniettemin beter in balans. Het woord ‘kransenvoetbal’ valt, een verschijnsel waarover destijds nog tamelijk expliciet als een Marokkaans probleem werd bericht. “Het zijn ook nu nog veelal Marokkanen als het gaat om antisemitische incidenten; zij laten hun emoties openlijk zien”, zegt Gideon. “Vroeger al, via de satelliet, ontvingen ze Arabische zenders en krijgen ze alle bullshit binnen. Dat voedt antipathie en wakkert haat tegen Joden aan. Ik dacht altijd al dat veel meer mensen negatieve gedachten over Joden hebben, maar deze gewoon beter verborgen houden. Maar als je ziet welke taal een krant als NRC tegenwoordig gebruikt, dat grenst aan antisemitisme.”
“De PR van Israël is echt slecht. En dan die mythe: ‘Joden hebben toch de media in handen?’ Nou, blijkbaar niet”, grinnikt Gideon.
“Ik denk dat bij de meeste media sowieso al meer sympathie was voor de Palestijnse zaak”, meent Nathan. “Die verschuiving heb je gewoon gehad in Nederland sinds de jaren ’70. Inmiddels zijn we vele stappen verder: sinds 7 oktober hoor je veel meer termen als Israël is een koloniale staat, Israël is een apartheidsstaat, en krijg je dus hoofdredactionele commentaren in Trouw, NRC of Het Parool die nadrukkelijk stellen dat er genocide of genocidaal geweld plaatsvindt. Daarmee vernauwen ze het debat. Vanuit CIDI proberen we af en toe een opiniestuk in te sturen. Stukken over antisemitisme worden nog wel eens geplaatst maar als het over Israël gaat, krijgen we het er niet door.
Gideon: “Israël-kritiek mag, dat is niet antisemitisch. Maar als je alléén maar Israël-kritiek hebt…”
‘Inkleuren heeft consequenties’
Nathan koestert inmiddels een ‘enorme aversie’ tegen de publieke omroep. “De enige Jood die daar mag komen, is de zelfhatende Jood, de verontschuldigende Jood of de dialoogjood. Ja, Naomi Mestrum, de directeur van CIDI en los van het feit dat ze niet Joods is, mag heel af en toe aanschuiven bij WNL, bij Rick Nieman. Maar daar houdt het qua televisie haast op. Terwijl meer dan 90 procent van de gemeenschap het zionisme aanvaardt. Maar die hoor je nooit. Er wordt een vertekend beeld neergezet."
Hij wijt de mediahouding aan desinteresse en vooringenomenheid. Bij het symposium ter ere van 50 jaar CIDI, afgelopen mei, hadden alleen De Telegraaf en EW Magazine interesse in de sprekers, onder wie Douglas Murray, Ayaan Hirsi Ali en Einat Wilf. “Er ging meer aandacht naar de bekladding van het Tropenmuseum, waarbij de tegendemonstranten wel gequote werden in de krant. Daarmee drukt een medium dan zijn eigen stempel, maar CIDI wordt nooit om weerwoord gevraagd”, zegt Nathan.
Het ergert hem: “Zo krijgen minderheidsgeluiden dus consequent het woord vanuit een bepaalde agenda. Dat is kwalijk en schadelijk want je bent dan als krant niet bezig met een eerlijk geluid weergeven, met een weerspiegeling van de samenleving - nee, je bent het aan het inkleuren. En ja, dat heeft consequenties. Het voedt haat. En uiteindelijk zijn wij daar het lijdend voorwerp van, met een lange ij.”
Meer bezorgd: “Ik ben bang dat het geweld alleen maar toeneemt. Je ziet de haat in de ogen van de mensen die staan te demonstreren tegenover bejaarden, jongeren, zelfs gehandicapten. We hadden bij het CIDI-symposium ook een gehandicapte bezoeker. Die moest omrijden met haar rolstoel, omdat demonstranten haar richting op gingen. Ik ben heel erg bang dat wat er in Washington gebeurde, in Nederland ook gaat gebeuren”, zegt Nathan over de dubbele moord op twee Joodse medewerkers van de Israëlische ambassade in de Amerikaanse hoofdstad.
“Ik ben zelf meer dan tien jaar geleden gestopt met mainstream media, voor zover dat woord is gedefinieerd”, vertelt Nathan. “Televisieabonnement stopgezet, met Netflix begonnen. Ik volg het nieuws nog wel maar niet zo gretig meer. Van de westerse verslaggeving kan ik alleen maar huilen.”
‘Emotioneler sinds 7 oktober’
Alle drie waren ze in hun studententijd actief binnen bij Joodse organisaties. Vooral de namen van Arik Suissa en Nathan Bouscher doken ooit met enige regelmaat op in de media. Arik deed mee aan het Lagerhuis (VARA) en schreef wel eens opiniestukken. Hij zat in het CIDI-bestuur en was actief binnen het Centraal Joods Overleg. Bij hem is dat wel voorbij: “In 2015 ging ik voor mijn werk naar Zwitserland, toen kwam daar een natuurlijk einde aan.”
Nathan is juist opnieuw actief. Als student zat hij bij CiJO, de jongerentak van het CIDI, en nam hij deel aan het Joods Marokkaanse Netwerk Amsterdam (JMNA). “Ik heb aan het begin daarvan bij Job Cohen aan tafel gezeten in de ambtswoninggesprekken, vanwege initiatieven die we al opgestart hadden vanuit Joodse en Marokkaanse organisaties.” Alle goede bedoelingen ten spijt, het JMNA zou gekenmerkt worden door ruzie en (antizionistische) voorvallen, en liep stuk op het eeuwige dialoogdenken: “Moesten we ineens een document tekenen, zo'n slap verhaal over de gelijkschakeling van antisemitisme en islamofobie waar de boze witte Nederlander, de autochtoon, de dader van zou zijn. Die handtekening kon ik echt niet zetten.” Dat was in 2011. In 2013 stierf het JMNA een stille dood.
“Dat had ik op een bepaald moment wat meer geparkeerd, omdat ik andere verantwoordelijkheden had die ik prioriteit gaf. Maar toen 7 oktober gebeurde en ik al heel snel de omvang ervan begreep, heb ik meteen weer aangemonsterd bij CIDI.”
“Op die Zwarte Zaterdag heb ik via GeenStijl en Twitter op alle video’s geklikt. Hoe wreed ook, ik wilde alles zien en zeker zijn dat ik de feiten van meet af aan goed wist. Tevens om bij zoiets historisch en diep emotioneels dat zoveel pijn doet op mijn manier ‘erbij te zijn’. Ik woon niet in Israël, ik heb er nooit gewoond maar ik geloof in het bestaansrecht van Israël - waar helaas in de huidige tijd te veel aan getornd wordt.” Nathan krijgt het even te kwaad. “Sorry. Sinds 7 oktober ben ik emotioneler.”
Strijden met shirtjes in de sportschool
Waar Nathan terugkeerde bij CIDI en Gideon zich regelmatig roert op X, heeft Arik zich het meest teruggetrokken. “De nuance is weg hier. Dat is ten opzichte van toen wel een groot verschil. Ik heb in die tijd van dat eerste artikel heel veel gediscussieerd, en jaren daarna ook nog, maar mensen lijken vergeten te zijn dat Israël in 2005 Gaza verlaten heeft. Bij sommigen, die nog nooit in Israël waren geweest, leek het wel alsof die gewoon een A4'tje hadden met een aantal bullet points en dat riedeltje aan het aflezen waren. Ik had de kracht niet meer om steeds dezelfde verwijten te weerspreken.”
Voor Arik spelen de grootste verschillen met toen zich nu vooral in zijn privé-domein af, waar strijd en spanning zich op bijna alledaagse manier met het dagelijkse leven hebben vermengd. “Mijn jongste dochter van dertien vroeg aan me wat er gebeurd zou zijn als Finland of Luxemburg zo veel punten op het Songfestival had gehaald. Zouden Spanje, België en Nederland dan ook om een onderzoek naar de publieksstemmen hebben gevraagd? De vraag stellen is hem beantwoorden, dat weet zij ook wel. Ik vind het vreselijk dat zo'n jong en bewust Joods meisje op die manier geconfronteerd wordt daarmee, en in zo’n wereld moet opgroeien.”
Een Israëlische vlag zul je ook bij Arik niet zien hangen (“Iemand in mijn familie wil zelfs de mezoeza weg bij de voordeur”) maar toen er via sociale media een gerucht ging dat Hamas opriep tot aanslagen op Joodse gemeenten en het Maimonides, waar zijn oudste dochter naar school gaat, de deuren wilde sluiten, reageerde Arik strijdbaar: “Ik heb in gesprek met andere ouders gezegd dat niet alleen de school niet dicht moet, maar dat ze voor mij een bureau in de gymzaal moesten zetten. Dan ging ik daar wel werken, om te laten zien dat we ons niet bang laten maken.” De school ging desondanks toch dicht.
Arik vond nog een ander strijdtoneel. “In mijn sportschool loopt weleens een jongen rond in een Free Palestine shirt. Daar irriteer ik me nogal aan. Dus ik heb één keer een T-shirt aangetrokken waar ‘Mossad’ op staat. Je voelt je direct bekeken ,of je gek geworden bent. Ik heb het geen tweede keer gedaan. Misschien een beetje kwajongensachtig, maar goed: je merkt daaraan wel dat de sfeer omtrent Israël veranderd is. Nederland is nog altijd een vrij land, maar ik vind het wel steeds moeilijker worden.”
Hij vertelt de anekdote over het shirtje met een grijns, maar het besef is zuur: “Je mag bijna niet meer zeggen dat je Israël steunt, omdat je daarmee direct iemand bent die genocide steunt en baby’tjes doodmaakt. Het is zeker niet beter geworden. Hartstikke slecht zelfs. Een hele pijnlijke conclusie.”
Dan, opnieuw met een grijns: “Gretta Duisenberg toen, Greta Thunberg nu - in die zin is er niets veranderd.”
Een hele lieve gemeenschap
“Het zionisme”. legt Nathan uit, “Is een idee. Dat mag je bestrijden en het mee oneens zijn. We leven in een vrij land en het is goed dat we daarover kunnen discussiëren. Tegelijkertijd is de staat Israël al bijna 80 jaar een feit. Je voert dus een ideeënstrijd over een fait accompli.
Achter het zionisme, wat je daar ook van vindt, zitten bovendien mensen die daarin geloven. Joods, christelijk, seculier. De aanval is niet alleen op het zionisme geopend, maar ook op degenen die daarin geloven. Je ziet welke consequenties dat heeft voor mensen en dat is iets waar ik bang voor ben.”
De verwachting was twintig jaar geleden dat het alleen maar erger zou worden. “Dat gevoel is uitgekomen en versterkt. Als ik in Nederland ben, voel ik me thuis maar ook vervreemd. Het is raar eigenlijk”, peinst Gideon, die in 2006 naar Jeruzalem vertrok, “Dat mensen denken dat Israël onveilig is, terwijl je in Nederland juist niet weet wat je kunt verwachten. Kijk naar wat er in Barneveld gebeurde, waar Christenen gedwongen werden over een besmeurde Israëlische vlag te lopen, of hoe het pand van Christenen voor Israël in Nijkerk herhaaldelijk is beklad en gevandaliseerd. We weten ook dat er honderden daders bij de antisemitische en gewelddadige aanvallen op Maccabi-supporters in november 2024 maar dat er nauwelijks vervolgd wordt. Dat is laf. Het OM is als de dood voor relletjes.”
In de zomer van 2023 is Gideon voor het laatst in Nederland geweest met zijn gezin. “We zouden dit jaar nog eens komen, maar na de Jodenjacht in Amsterdam zag ik ervan af. Het voelde niet veilig. Ik moet zes kinderen in de gaten houden. Het is trouwens niet alleen de Joodse gemeenschap. Christenen, Hindoestanen, homo’s, andersdenkenden en gematigde of afvallige moslims staan ook steeds meer onder druk. Welke vorm van islam de meeste ruimte krijgt, dat zal de dominante vorm worden. En dat zijn niet de afvalligen. Je hebt Lale Gül, maar dat is het wel zo’n beetje.”
Nathan: “De Joodse gemeenschap, het is een hele lieve gemeenschap. Wij zijn hele lieve mensen. We vinden het belangrijk dat onze kinderen goede educatie krijgen. Dat ze goede posities krijgen in de maatschappij, als ze dat gegund is. Je hebt arme Joden, je hebt rijke Joden, maar we doen allemaal mee aan deze samenleving. Op onze manier. We houden van dialoog, we hebben respect. We zien het leed aan beide kanten en elders in de wereld. We zijn wereldburgers. Maar de haat die naar ons toe komt. En de bejegening, de onverdraagzaamheid…”
‘Om mezelf te zijn, moest ik Nederland verlaten’
De ‘eerste dooie Jood’ die in 2004 werd gevreesd, is vooralsnog geen bewaarheid geworden maar de lijst met incidenten is lang, van het bejaarde echtpaar Samuel en Diana Blog, Holocaustoverlevenden die in 2015 met een antisemitisch motief thuis werden overvallen en zijn mishandeld, tot de Jodenjacht door taxichauffeurs en ‘scooterjeugd’ in november 2024. “Dat heet nu ‘Maccabi-rellen’ en die zijn inmiddels verworden tot een complot van de Mossad”, sneert Nathan.
Zien Arik en Nathan nog wel een toekomst in Nederland? Nathan wikt en weegt. “Ik heb er zeker in mijn studententijd wel over nagedacht, maar het nooit serieus overwogen omdat ik het hier gewoon heel fijn heb. Mijn familie woont hier, ik vind Nederland mijn land en ik heb hier mijn roots. De ironie is altijd dat wanneer je Nederland verruilt voor Israël, je in feite naar een land in oorlog gaat. Toch voelen Joden zich daar veiliger als antisemitisme hier toeneemt. Daar weet je tenminste dat je volledig jezelf kunt zijn. Dat is heel paradoxaal.”
“Dus”, vervolgt Nathan zijn overwegingen, “Wat is het moment dat ik de afweging de andere kant op maak? Hier in Nederland word ik eigenlijk als Jood, en als zionistische Jood nog meer, in de steek gelaten. Ik word aangevallen, bedreigd, geïntimideerd. Ik sluit zeker niet uit dat ik dat ik ooit als het ware gedwongen wordt om die stap te maken. De kans is groot dat ik dat dan doe vanuit een negatieve oorzaak, die te maken heeft met Nederland. Niet vanuit zionistische verlangens om in Israël op te gaan in de Joden.”
Gideon maakte zijn afwegingen al bijna twintig jaar geleden. “Het is heel persoonlijk, maar om mezelf te zijn, moest ik Nederland verlaten. Je wordt je steeds bewust gemaakt van je identiteit en zag mezelf geen toekomst meer hebben in Nederland. Trouwen, kinderen krijgen, daarvoor zorgen? Dat kan alleen als ik dat keppeltje zou afzetten. Maar een zoon van iemand die de Holocaust heeft overleefd, zet zijn keppel niet af.”
Arik schetst op zijn beurt zijn positie vanuit het perspectief van de enige Joodse staat: “Als ik niet meer kan zijn wie ik ben, of als Israël echt voor het eigen voortbestaan moet vechten, dan ga ik daarheen. Ik wil niet dat mijn kinderen opgroeien in een wereld waar de staat Israël niet meer bestaat.”
Joden zijn - hoelang al? - in ons land een kwetsbare, opvallend bescheiden opererende minderheid, die - nieuwste gruwel! - als agressieve, genocidale meerderheid wordt geframed.
Dat kun je uitzitten (van autoriteiten hoef je in de meeste gevallen niet meer dan zalvende praatjes te verwachten en zelfs dat steeds minder) of vertrekken naar je enige ,,verzekeringspolis'': Israel. Wat een dilemma's!
In het publieke debat is iedere nuance verdwenen. Zelfs met oude vrienden is het lastig om het voor Israël op te nemen. De pro Palestijnse stemmen willen alleen maar zenden en niet luisteren.
Joden wereld wijd hebben het zwaar deze tijden en het is een grote schande dat er maar weinig politici zijn die pal achter Joodse Nederlanders staan en voor het bestaansrecht van Israël zijn.
Nog steeds is de uitspraak van Jacques Presser uit 1947: het nieuwe fascisme zal zich voordoen als antifascisme van toepassing op de huidige tijd.