De West Bank. De Westelijke Jordaanoever. Bezet gebied of betwist gebied? Joodse kolonisten versus Palestijnse jihadisten, Israëli’s versus hun eigen orthodoxen, progressieve Arabieren tegenover hun imams — en de hele wereld heeft een mening over de geopolitieke indeling, de historische claims en de religieuze wortels van het onder de Oslo Akkoorden opgedeelde gebiedje tussen de Middellandse Zee en de Jordaanvallei.
Waar de berichtgeving sinds 7 oktober 2023 vooral over Gaza gaat, is de West Bank politiek en geografisch eigenlijk veel interessanter. En toegankelijker, dus ik ging er heen in een poging meer te leren over de verhoudingen tussen Israël en de Palestijnse gebieden. Want wat weet ik nou eigenlijk helemaal?
Dit artikel - het eerste deel van een drieluik - lag het langst in de week voordat ik het geschreven kreeg. De West Bank is een verschrikkelijk ingewikkeld gebied en ik ben niet kwaliteitskrant-arrogant genoeg om te pretenderen dat ik na twee bezoekjes de situatie kan doorgronden en duiden. Bovendien heb ik Engels en Amerikanistiek gestudeerd, geen Hebreeuws en Israëlistiek.
Maar ik kan wel vertellen wat ik heb gezien, wie ik heb gesproken en welke dualiteiten je tegenkomt. Dit wordt een drieluik van de West Bank, in anekdotes, door een observant die geen partij probeert te kiezen maar wel onvermijdelijk stuit op bewijzen voor de eenzijdige berichtgeving van #BOOS en andere Nederlandse media.
Voordat we beginnen, wil ik graag in herinnering brengen dat ik de reis naar Israël zelfstandig heb gepland en gefinancierd. Zonder subsidie van derden, zonder agenda’s van anderen, maar uit eigen interesse en uit eigen zak. De enigen die mij betalen, zijn de lezers van Nijmans Nieuwsbriefje. En zelfs dat is optioneel, maar het wordt wel zeer gewaardeerd.
Het eerste bezoek aan de Westelijke Jordaanoever staat direct na aankomst in Israël gepland. Na een nachtvlucht zonder slaap van Lissabon naar Ben Gurion Airport kan ik gelukkig vroeg inchecken in mijn hotel in Tel Aviv. Vanuit mijn raam zie ik het strand en de Middellandse Zee. Het is woestijndroog en bloedheet, om acht uur ’s morgens al dertig graden. Er hangt een dikke grijze lucht boven het landschap, die enorm contrasteert met de buitentemperatuur. Een legerhelikopter volgt de kustlijn in zuidelijke richting. Welkom in het Midden-Oosten.


Na een frisse douche ga ik nog even op bed liggen, met nog een uurtje te gaan voordat ik word opgehaald voor een dagtocht naar Samaria. Dat ligt op de West Bank en hier begint direct het semantische gedonder: is het Samaria en Judea, of de Westelijke Jordaanoever? Ben je een zionist als je de namen van de historische joodse koninkrijken gebruikt, of een antizionist als je het over de Westelijke Jordaanoever hebt? Is het bezet gebied, zoals de internationale gemeenschap placht te zeggen, of is het betwist gebied, het standpunt van Israël? Wie is die ‘internationale gemeenschap’ eigenlijk?
Eerst maar even een blokje grenzen, geschiedenis en bevolking. Als dat bekend materiaal is, kunt u direct verder scrollen tot voorbij de cursieve tekst langs het azuurblauwe lijntje.
De culturele, religieuze en archeologische historie van het gebied is ingewikkeld, alhoewel de moderne geschiedenis vanaf de Eerste Wereldoorlog op papier vrij overzichtelijk is. In 1947 was het de bedoeling van de VN om een Joodse en een Palestijnse staat op te richten (met Jeruzalem als gedeelde stad), in wat tot dat moment het Britse mandaatgebied Palestina was. Dat bestond sinds 1920, daarvoor viel het eeuwenlang onder het Ottomaanse Rijk. Gekoloniseerd, dus.
Dit Britse mandaatgebied legt in wezen de basis voor het moderne Israëlisch-Palestijnse conflict, want Arabische leiders beschouwen het als Palestina en verwierpen het UN Partition Plan, ook wel bekend als Resolutie 181. Dus toen Israël zichzelf met die Resolutie in de hand op 14 mei 1948 onafhankelijk verklaarde, werd het direct aangevallen door vijf Arabische buurlanden. Een onafhankelijkheidsoorlog volgde, die in 1949 beslecht werd in het voordeel van de Joodse staat. Joden uit de Arabische wereld vertrokken of werden verjaagd richting Israël en de rest van de regio werd grotendeels Judenrein.
Spanningen bleven maar landsgrenzen bestonden vooral uit stippellijntjes. Er is een zogenaamde Groene Lijn die werd overeengekomen in de wapenstilstand van 1949, maar waar vanuit bewust oostwaarts werd en wordt gebouwd om nederzettingen te doen verrijzen.
Oostelijk ligt ook de de Westelijke Jordaanoever en die kwam, samen met de Golanhoogte en de Gazastrook, na de Zesdaagse Oorlog in 1967 onder Israëlische controle, nadat het land door Egypte, Syrië en Jordanië werd bedreigd en bestookt. Israël nam al deze gebieden in tijdens het terugdrijven van vijandelijke legers en om een bufferzone voor de eigen veiligheid te creëeren. Sindsdien is er nog nooit bevredigende noch vredige overeenstemming geweest over wat aan wie toebehoort.
Internationaal heet het bezet gebied, Israël ziet het als een betwiste zone. Er wonen ongeveer 600.000 kolonisten in ongeveer 150 nederzettingen die legaal zijn onder de Israëlische wet (inwonerschattingen variëren tussen een half miljoen en 700.000). Enkele tienduizenden kolonisten wonen in een honderdtal buitenposten op de West Bank, vaak op strategische plekken, die ook onder Israëlische wetgeving illegaal zijn.
Ongeveer een derde van de kolonisten woont om (orthodoxe) religieuze redenen op de West Bank. De rest is ‘gewoon’ Israëli. Allemaal vallen ze onder Israëlisch burgerlijk recht, hoewel ze dus buiten de internationaal erkende grenzen van Israël wonen.
Tegenover de 600.000 settlers wonen een kleine drie miljoen Arabieren op de Westelijke Jordaanoever. Dit zijn niet louter Palestijnen, maar bijvoorbeeld ook een minderheid van Syriërs en Jordaniërs. Maar ook dit ligt - goh - gevoelig: wie hen Arabieren noemt, zou verdacht kunnen worden van het ontkennen van een Palestijnse identiteit. Bovendien is het overgrote deel van de bevolking Palestijns.
Er zijn pogingen geweest om de Westelijke Jordaanoever tot Palestijnse staat te maken, onder meer door premier Ehud OImert (2006-2009). Niet alleen wees de PA van Abbas dit af, ook Israël zelf is terughoudend om het hoger gelegen gebied af te staan aan Palestijnen: het is bijzonder makkelijk om Tel Aviv en andere steden te bestoken vanaf een hogere positie, en daarmee is het niet in het strategische veiligheidsbelang van Israël om het gebied op te geven. De jarenlange rakettenregens van Hamas en Hezbollah onderschrijven dit permanente gevaar.
Wie meer wil horen over (de geschiedenis van) deze onmogelijke verhoudingen, kan ik dit interview met journalist Haviv Rettig Gur van harte aanbevelen. Pakken we ondertussen hieronder mijn eigen bezoek weer op, vanaf het huidige uitgangspunt van de ABC-gebieden.
De A staat voor Arabieren, de B voor Betwist
De meest beknopte contemporaine samenvatting luidt dat de West Bank thans onder de Oslo Akkoorden II van 1995 zijn opgedeeld in A-, B- en C-gebieden. A is voor de Arabieren, onder zelfbestuur (zowel civiel als qua veiligheid) van de Palestijnse Autoriteit van leider Mahmoud Abbas (89) die anno 2025 aan het twintigste jaar van zijn vierjarige ambtstermijn bezig is. Bekende plaatsen zijn Ramallah en Nablus, en de A-gebieden beslaan zo’n 18 procent van de West Bank.
Dan is er gebied B, dat onder Palestijns civiel bestuur maar Israëlische veiligheidscontrole valt en zo’n 22 procent van het gebied beslaat. Gebied C staat volledig onder Israëlische controle en vult de overige zestig procent, waaronder militaire zones, verbindingswegen en veel landbouwgrond. In deze gebieden staan vrijwel alle Israëlische nederzettingen. Zoals Oranit, Brukhin en Revava, drie plaatsen die in dit drieluik terugkomen, evenals de industriële zone van Barkan.
Wat Israël betreft zijn de ABC-gebieden dus betwiste grond, volgens de internationale gemeenschap is het bezet gebied en hoewel de onderlinge sfeer tussen Israëli’s en Palestijnen er niet eentje van verbroedering is, zijn de tinten grijs niet aan te slepen om het verhaal mee in te kleuren.
Om 11 uur word ik opgehaald door chauffeur Avi, in een Chevy Van van de regionale raad van Shomron, zoals Samaria in het Hebreeuws heet. De blauwgroene bus is gepantserd en heeft centimeters dikke ramen. Binnen een half uurtje ben je al op de West Bank. We rijden over Route 5 richting Ari’el en passeren onder meer Oranit en Revava. Bij een checkpoint stapt Katriel ‘Kuti’ Ben David in, mijn tourgids vandaag.

De eerste stop is het kantoor van de Shomron Council in Barkan, waar Yossi Dagan voorzitter is. In het onopvallende gebouw lopen ambtenaren, agenten en enkele militairen in en uit. De ontvangst is aangenaam. “Thee of whiskey?”, lacht de raadsvoorzitter. Dagan is een warm pleitbezorger van Israëlische nederzettingenpolitiek en hoewel zijn op een enorme televisie na weinig weelderige kantoor het niet meteen verraadt, is hij een bekende speler in zowel de binnenlandse politiek als de internationale Israëlische diplomatiek. Ook is hij regelmatig doelwit van doodsbedreigingen door Hamas en Hezbollah.
Dagan is tevens initiatiefnemer van strategische en toeristische rondleidingen door Samaria, het noordelijke deel van de West Bank. Voor mij is deze rondrit vandaag privé georganiseerd, en staat dus zelfs de whiskey klaar.
Dit warme onthaal betekent niet dat ik direct wordt ingepakt met kolonisten-retoriek. Het grootste deel van het gesprek gaat over 7 oktober 2023 en het (verwrongen) beeld van zowel die terreuraanval als van Israël in de wereld. Dagan stelt vragen die ik gedurende mijn bezoek aan het land van verschillende mensen uit uiteenlopende (politieke) hoeken van de bevolking zal horen: “Hoe kunnen we het beeld van Israël bijstellen, hoe weerleggen we de leugens en de onzin, hoe kan het dat het Westen zich zo makkelijk laat paaien door de propaganda van Hamas?”
Met dat onderwerp kan ik goed uit de voeten en in het half uurtje dat we spreken, komt de regionale politiek van de West Bank niet eens aan bod. We zijn het vooral hartelijk eens dat Israël een achterstand in de beeldvorming heeft, die het niet verdiend heeft.
Dagan, zijn M-4 achteloos achter zich tegen de muur, geeft me bij het afscheid een stellige handdruk en een goedkoop cadeautje: een plastic plattegrond in reliëf van Israël in een houten lijstje, zoals ze overal in toeristenwinkeltjes te koop zijn. Dit exemplaar draagt een klein plaatje met zijn naam er op, dus als aandenken is het toch geinig. Vanaf hier neemt Kuti, mijn gecertificeerde gids, het over.
Kolonisten? Pioniers? Bewoners? Terorristen?
Kuti is geboren in Jeruzalem en woont nog altijd op de West Bank. Ook een kolonist dus, hoewel die term me toch ontoereikend is gaan klinken. Het dekt de lading niet, omdat het de (geladen, gewapende) wisselwerking tussen twee strijdende partijen te weinig in acht neemt. Het is een frame, net zoals het Israëlische ‘pionier’ dat natuurlijk ook is. Meestal hoor je het doodnormale woord ‘bewoners’ en die leven in Yishuvim: gemeenschappen. Alsof alles heel normaal is.
Het woord kolonist is echter toch een ander uiterste en past bovendien iets te goed in het postmoderne frame waarin geen neutraal vocabulaire bestaat, alleen maar keuzes met implicaties. Kolonist betekent bezetter. Het suggereert macht, overheersing en ongelijkheid. Dat past in een postmoderne interpretatie van de situatie waarin taal, macht en identiteit vervlochten zijn. Als je denkt aan westerse universiteiten waar roomblanke, welgestelde studenten bevangen zijn door het pro-Palestijnse narratief (en de frames, en de propaganda), dan herken je de marxistische ondertoon over onderdrukker versus onderdrukte. En voor sommigen is een terrorist dan dus een onderdrukte vrijheidsstrijder.
Het is een platgeslagen context, omdat het zo zwart/wit is en te makkelijk in definitieve kreten is te vangen. Het verlaagt de drempel voor mensen om zich een slachtofferrol toe te eigenen. Slachtoffers worden in het postmoderne denken immers beschermd, gekoesterd en zelfs gelauwerd. Pioniers niet, die vertegenwoordigen macht en worden daarom aangesproken en aangevallen op hun ambities en hun drang naar zelfvoorziening.
Hiermee tracht ik niet het gedrag van agressieve en opruiende kolonisten goed te praten, maar zoals hierboven in cijfers uitgedrukt: dat zijn er enkele tienduizenden op een totaal van ruim 600.000 bewoners plus nog eens bijna drie miljoen Arabieren. Een verhouding waarvan je nooit bewust gemaakt wordt in de reportages van de NOS. De meeste kolonisten zijn domweg niets anders dan bewoners van een betwist gebied, waar twéé partijen claims op leggen en waar twéé partijen middelen voor aanwenden om die claim te verwezenlijken.
Vanwege die claims rijden we door enerzijds een schitterend heuvellandschap, met rotspieken, olijfbomen en vergezichten, dat anderzijds wordt ontsierd door metershoge hekken met prikkeldraad. Aan zijtakken van de hoofdweg paseer je roadblocks en controleposten, soms bemand door gewapende militairen. Op de gedeelde doorgaande wegen rijden Israëlische en Arabische kentekens door elkaar. Van dreiging lijkt weinig sprake.
We zitten in een gepantserde bus en Kuti draagt een pistool in zijn broekband. Ik vraag hem of het nodig is. “De bus is toeval”, zegt Kuti. “Deze was beschikbaar vandaag. Het is een nieuwe. Hij is onlangs nog gebruikt bij de overdracht van drie gijzelaars uit Gaza.” Het pistool heeft hij nog nooit nodig gehad, maar: “Ik wil de dag niet meemaken dat ik besef dat ik hem op mijn keukentafel heb laten liggen op het moment dat zich een noodsituatie voordoet.”

Na 7 oktober 2023 zijn de onderlinge spanningen uiteraard opnieuw opgelopen. Vanuit Arabische nederzettingen werden Facebookposts geplaatst die de Hamasterreur verheerlijkten of suggereerden dat zijzelf ook in opstand zouden komen. De sfeer werd op sommige plekken opruiend en er is geschoten in de richting van Israëlische gemeenschappen.
Stenen trotseren om de connectie te behouden
Het tekent de dubbelzinnigheid van dit gebied: in het narratief waarin Israël als ‘kolonist’ te boek staat en de Palestijnen ‘onderdrukt’ zijn, bestaat geen ruimte om terreur en de verheerlijking daarvan door de onderdrukten te veroordelen. Dus krijg je frames rond termen als ‘verzet’ maar dat laat achterwege dat er twéé partijen zijn die elkaar naar het leven staan, en dat de onderdrukte net zo goed een dader kan zijn.
Kuti vertelt dat bepaalde Arabische dorpen zijn afgegrendeld, maar ook hierin laat de dubbelzinnigheid van het gebied en z’n bewoners zich weer gelden. Op een rotonde slaan we linksaf, waar we ook rechtdoor een Arabische nederzetting hadden kunnen binnenrijden. “Niet verstandig voor ons”, zegt Kuti. De bus draagt immers de naam en kleuren van Shomron Council - onder Palestijnen niet de meest geliefde bestuurslaag in de regio. “Maar Israëlische omwonenden blijven hier wel doorheen rijden. Vooral overdag is dat doorgaans veilig genoeg. ’s Avonds willen er nog wel eens wat stenen rondvliegen. Maar als je de wegen blijft gebruiken, behoud je de connectie.”
Connectie, als in dat Joden en Palestijnen onderling toch zullen moeten blijven samenleven? “Nee, omdat je gebieden waar je niet meer komt, kwijtraakt aan de Arabieren”, verklaart Kuti nonchalant. Alles is een steekspelletje over grond, land en rechten. Beide kanten nemen op hun eigen manier de risico’s die daarbij horen.
We lunchen bij Kabir Winery, een kleine wijnmaker (7000 flessen per jaar) in de nederzetting Elon Moreh, op de heuvel Har Kabir (‘machtige heuvel’), hemelsbreed een steenworp ten oosten van Nablus. Een groep jonge reservisten in burgerkleding maar met de wapens paraat geniet een luidruchtige maaltijd. Kort na ons komen enkele leden van de Knesset onder gewapende escorte binnen. Ze zijn van de kleine Religieus-Zionistische Partij van Bezalel Smotrich, de orthodoxe politicus die thans met Benjamin Netanyahu in de regering zit. Een van zijn standpunten is de volledige annexatie van de West Bank.
Vanaf het terras van het restaurant, waar we pasta, shakshuka en salade voorgeschoteld krijgen, kijk je over een rotsige vallei vol druivenranken in het hart van Samaria.
Hier is wijn produceren niet zomaar een hobby, zo legt wijnmaker Eli’av Hillel uit, het is direct verbonden met het verhaal over de terugkeer uit ballingschap naar Eretz Yisrael, het Land van Israël zoals beloofd aan Abraham, Isaac en Jacob. Dat is een gebied dat groter is dan Medinat Yisrael (de Staat Israël), waarover de profeten beloofden dat er druiven zouden groeien: “Opnieuw zult gij wijngaarden planten op de bergen van Samaria; de planters zullen planten en de vrucht genieten”, zo voorzag Jeremia (31:5).
Genieten is derhalve toegestaan: wijn geldt als een nectar van vreugde, zegen en heiliging en op sabbat wordt er de zegen over uitgesproken.
Naar de heuvels van Samaria wordt specifieker verwezen door Ezechiël: “Maar u, bergen van Israël, u zult uw takken weer voortbrengen en uw vruchten voor Mijn volk Israël dragen, want zij komen naderbij.” (36:8)
De gewapende wijnboer
De wijndruiven hebben dus een religieuze connotatie maar in deze contreien en context komt ook het dubbele weer terug: Eretz is een geladen (of beladen) politieke term omdat Eretz Yisrael voor critici van Israël (of tegenstanders, of vijanden - ook hier weer veel keuzes uit frames en posities) een eufemisme is voor territoriale expansie. Eretz Yisrael impliceert een ondeelbaar historisch recht op het hele gebied.
In de praktijk vervangen de druivenranken niet zelden de olijfbomen van de Arabieren, die - wanneer het vrome moslims zijn - uiteraard geen alcohol consumeren. Ook in deze flora-wende voltrekt zich het steekspel van de tegenstellingen.
Een andere wijnboer, Dr. Shiv Drori van de grotere Gvaot Winery (100.000 flessen per jaar), gaat zelfs nog een stapje verder, ontdekte ik online. De academicus Drori betoogt, evenals als enkele andere joodse oenologen, dat de druiven voor Chardonnay van oorsprong van Israëlische grond komen en door de kruisvaarders naar Frankrijk zijn gebracht. De naam van de druif zou afgeleid zijn van twee Hebreeuwse woorden die ‘de poort van God’ betekenen.
U mag zelf bepalen hoe geloofwaardig die claim is. Het enige dat ik proefondervindelijk heb kunnen vaststellen, is dat er in Elon Moreh ontzettend lekkere wijn geproduceerd wordt onder leiding van Eli’av. Ik zou overigens niet anders durven beweren want ook hij draagt een pistool op de heup - heeft u ooit onsmakelijke wijn geproefd van een gewapende wijnmaker?
Maar zonder gekheid: uitstekende #TipvanMieke, deze wijnen van Kabir Winery. Mits je niet van de BDS-overtuiging bent, natuurlijk. Want dan krijgt wijn uit ‘bezet gebied’ nooit je zegen.
Na het bezoek aan de wijnboetiek rijden we door naar Nablus, of Shechem volgens de Israëlische landkaart. Het is de tweede stad van de West Bank, er wonen ongeveer 160.000 mensen en het is religieus en historisch een belangrijke plaats voor Joden.
Maar die mogen dit bolwerk van Palestijns verzet niet zomaar binnentreden…
Behalve het lullige landkaartje van Israël dat ik van Yossi Dagan kreeg, heb ik geen cadeaus, vergoedingen of harde shekels gekregen voor mijn hasbara. De gehele reis is uit eigen zak betaald en via contacten uit mijn eigen netwerk op eigen titel georganiseerd.
Mocht u dit onafhankelijke werk waarderen, of missen in andere media, dan ben ik uiteraard geholpen met uw eenmalige donatie of een betaald lidmaatschap op deze nieuwsbrief.

Deel twee van dit drieluik wordt op dinsdag 17 juni gepubliceerd. Deel drie is gepland voor vrijdag 20 juni. Schrijf je in voor deze nieuwsbrief om automagisch op de hoogte gebracht te worden van de volgende aflevering.
Zo mooi om door jou meegenomen worden op jouw reis en ervaringen. Fijn ook dat je geen oordeel doordrukt maar je feitelijk verwonderd over het complexe samenleven in Israel.
Vooral je opening met.. tot de jaren 20 onder Ottomaans bewind.. gekoloniseerd dus. Dat is een hele rake waar je nooit iemand over hoort. Alsof men in dat gebied voorheen soeverein en vrij woonde en plots Joden de boel kwamen bezetten. Een beeld dat men juist maar al te graag naar voren wilt brengen.
Ik kijk uit naar je volgende delen.
Het is eigenlijk heel raar dat je zoveel complimenten krijgt voor een zo objectief mogelijk geschreven artikel. Het zegt iets over de kwaliteit van de berichtgeving van de Main Stream Media.