Renske Leijten stopte medio 2023 als Kamerlid voor de SP. Om niet cold turkey af te kicken van de politieke hectiek, begon ze onmiddellijk aan een boek over Eva González Pérez, ‘de vrouw die de Belastingdienst op de knieën dwong’.
Waar denkt u aan bij het Toeslagenschandaal, en wat denkt u erover te weten?
Iedereen weet wel min of meer wat de kwestie is: ouders die kinderopvangtoeslag ontvingen, maar ten onrechte als fraudeur werden gebrandmerkt door de Belastingdienst, vervolgens verdronken in terugvorderingen en nergens hun recht konden halen terwijl hun levens onder oplopende schulden langzaam uit elkaar vielen.
Er viel ook een regering over - die een paar maanden later in dezelfde samenstelling weer aantrad, want sommige carrières kunnen zichzelf overeind houden aan het woord ‘landsbelang’.
Mensen die het nieuws wat nauwgezetter volg(d)en, zullen bekend zijn met terminologie zoals gastouderbureaus, CAF-11 Hawaii, POK, ‘opzet of grove schuld’ en zwarte lijsten. Of je denkt in namen: Pieter Omtzigt, Pieter Klein, Renske Leijten, Farid Azarkan, Menno Snel, Eric Wiebes. Misschien zag u flarden van verhoren van de parlementaire ondervragingscommissie, waarin het gebrek aan nederigheid bij topambtenaren opviel tegenover de gebalde machteloosheid van gedupeerden. Of de houding van Mark Rutte, de man die als geen ander een levend vraagteken kan imiteren. ‘Nee, daar heb ik geen actieve herinnering aan’…
Uw leven ging onderwijl ook gewoon door. Druk met werk en gezin. Sport of studie, familie, eigen sores. Er waaide een pandemie door het land die alle aandacht opeiste, en rechten onder druk zette. Het politieke theater werd gedomineerd door de capriolen van Thierry Baudet, de ijdelheid van Hugo de Jonge en de arrogantie van Sigrid Kaag.
Alleen tegen de Staat
In de coulissen werden burgerlevens kapotgemaakt door de Toeslagenaffaire en vochten mensen jarenlang vergeefs om hun recht te halen, bij afwezigheid van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, tegen bureaucraten van de fraudebestrijding die hun ‘business case’ rond moesten krijgen en burgers ten onrechte onderbrachten in dodelijke dossiers die naar tropische eilanden vernoemd waren.
Op dit moment zijn nog altijd 2500 ambtenaren, juristen en ondersteunend personeel bezig om de puinhopen van tien, vijftien jaar overijverig (maar niet zelden: onrechtmatig) fraudebeleid op te ruimen en voor veel van de tienduizenden gedupeerden is de ellende nog altijd niet voorbij. Het zijn mensen die nauwelijks in beeld kwamen, of aan het woord. Cineast Stijn Bouma maakte Alleen tegen de Staat, wellicht heeft u die documentaire gezien. Daarin komen enkele slachtoffers aan het woord. Er is een opvallende overeenkomst tussen hen te ontwaren die als rode draad door het schandaal loopt: de meeste gedupeerden hebben een niet-Nederlandse afkomst of een dubbel paspoort. Daar selecteerde de Belastingdienst op. Mede, maar wel expliciet.
Wie ook een dubbele nationaliteit heeft, is Eva González Pérez, de Brabantse sociaal advocaat van Spaanse afkomst die met haar eindeloze doorzettingsvermogen het Toeslagenschandaal van een kleine casus tot een nationale kwestie wist te verheffen. Gewoon, door haar werk te doen. Zoals de goudeerlijke belastingambtenaar Joop Hack ook ‘gewoon zijn werk’ deed toen hij haar de informatie toespeelde die andere ambtenaren en loketten pertinent aan González Pérez weigerden, en die haar enorm hielp bij het afpellen van de vraag wáárom haar bezwaar- en beroepsprocedures steeds vastliepen in onwil, tegenwerking en het achterhouden van cruciale informatie.
De hulp van Hack, een nu 71-jarige veteraan met meer dan vier decennia in publieke dienst, zou door zijn meerderen bestraft worden met ‘buitengewoon verlof’, inname van zijn Rijkspas en een beschuldiging van ernstig plichtsverzuim. Die meerderen deden namelijk eveneens ‘gewoon hun werk’: de oneindige onwil om dienstig te zijn aan door de Belastingdienst gedupeerde burgers werd intern diagonaal gepareerd door een grote voortvarendheid om (politieke) topmensen uit de wind te houden, in een klimaat waarin niet alleen fouten werden gemaakt maar vooral niemand ze wilde herstellen.
Vanwege haar omvangrijke, kritieke rol als onderdeel van de oplossing besloot Leijten dus een boek te schrijven over González Pérez, haar familie en, in het verlengde, over Hack: Leuker kunnen we het niet maken - Het verhaal achter de vrouw die de Belastingdienst op de knieën dwong.
Dat boek begint bij het absolute begin, bij de ouders van de advocate die in de jaren ’70 uit Spanje als gastarbeiders naar Eindhoven kwamen om voor Philips te werken. Het verhaal neemt op die manier een rustige aanloop, in het Nederland uit de vorige eeuw dat gelegenheid schiep en kansen bood (een gevoel dat je thans nog wel eens mist). Leijten schrijft laagdrempelig en toegankelijk. Ze doet haar best om een volledig plaatje te schetsen (ook hierin dringt een tegenstelling met bepaalde overheidsdiensten zich op) maar zonder uitleggerig te worden. Ze stopt echte mensen in een waargebeurd verhaal, wederom: iets dat in de politieke behandeling van en de berichtgeving over de vernietigende effecten van het ambtelijke fraudebeleid niet nadrukkelijk op de voorgrond stond.
Dat neemt niet weg dat het boek ook een tijdlijn van het Toeslagenschandaal is, dus Leijten ontkomt er niet aan dat haar vertelling steeds meer trekken van een politieke thriller krijgt naarmate de individuele historie het patroon gaat vormen dat via pers en politiek tot een publieke paddenstoelenwolk uitgroeide. Dat geeft niet, want het houdt de vaart er goed in en het is bovendien tamelijk knap om zo’n technisch verhaal van bestuursrecht en bureaucratie tot bestsellermateriaal te bewerken - of althans: het zou een bestseller moeten zijn, en anders verplichte kerstpakketvulling voor iedereen in overheidsdienst die ook maar enig gezag heeft over burgers.
Leuker kunnen we het niet maken is eigenlijk een heldenverhaal, vol hoop op gerechtigheid. Die helaas niet altijd komt. Mensen die een blauwe envelop ontvingen met daarin een brief waarin de zinsnede ‘U heeft zich opzettelijk of met grove schuld niet aan de wet gehouden’ was opgenomen, kregen een bureaucratisch doodvonnis. Alle publieke loketten sloten zich voor hen en vervolgens werden ze bestookt met terugbetaalverzoeken, terwijl ze verstoken bleven van informatie die deze burgers nodig hadden om zich te kunnen verweren.
Leijten, als SP’er niet wars van een stevige polemische overdrijving op z’n tijd, houdt zich als verteller opvallend in. Geen grote woorden of groteske scenes. Weinig stilistische hyperbolen. Veel meer krijg je een beeld (en het bijbehorende beklemmende gevoel) van kleine luiden aan een keukentafel, met de handen in het haar gebogen over dreigbrieven met een ambtelijk zegel, afkomstig uit het grote grijze amalgaam van de nukkige bureaucratie.
Op de grote hoop gescheten
Achter die post met overheidslogo’s gaan aloude overheidsinstituten schuil die traag en over lange tijd zijn opgebouwd en ingericht. De Belastingdienst. Het Ministerie van Financiën. De Raad van State. Onwrikbaar en onvermurwbaar, met veel ons kent ons, hebben deze machtige huizen alle tijd om het kleinste instituut van de samenleving - individuele gezinnen - van al hun kostbare, veel kortere tijd te beroven.
Het boek bevat een heel treffende anekdote bij dat beeld: wanneer González Pérez een cliënt bijstaat tegenover de Raad van State, waar ze ronduit geschoffeerd worden door de hoogste bestuursrechter van het land, breekt de cliënt na de zitting en zegt tegen haar advocaat: ‘Wist je dat ik dit hier wel honderden keren heb schoongemaakt? En die bureaus van die hoge mensen? En hun wc’s? En omdat het werk hier om half zeven begon, had ik een gastouder nodig. Geen enkele reguliere kinderopvang in Den Haag is dan al open.’ Het is het verhaal van hen die op de grote hoop gescheten zijn, en zij die hun plee moeten schrobben.
Niet zelden wekken passages in het boek frustratie of woede en dat is dan weer precies wat de ouders of advocaat Gonzáles Pérez zich niet konden veroorloven: de bureaucraten konden keer op keer de deur in het gezicht van de gedupeerden dichtgooien, maar zodra hun reactie daarop een keertje uit de toon viel, pakten ze je daarop. ‘Noemt u mij nou een leugenaar?’
In Stijn Bouma’s Alleen tegen de Staat zit een citaat dat daar op aansluit, van een ouder die beschrijft hoe de affaire haar veranderde: ‘Ik voelde dat ik ging haten. Maar ik ben helemaal niet iemand om te haten.’ In beeld is een vrouw te zien die zich zichtbaar schaamt voor wat ze geworden is. Bij de Belastingdienst noch de politiek verantwoordelijken hebben we die schaamte ooit gezien. Want ook zij deden gewoon hun werk.
En natuurlijk, ook uw leven ging door, met z’n eigen besognes. Dat van de toeslagenouders stond stil, of vol gas in de achteruit. Dat van velen staat nog steeds stil en dat zou voor iedereen een onverteerbaar idee mogen zijn. Niet omdat medeleven verplicht is, maar omdat de volstrekte willekeur van dit beleid heeft laten zien dat het iedereen kan overkomen. Alleen al daarom is het een goed idee om het boek van Renske Leijten op te pakken: om gewaarschuwd te worden door het verhaal van onschuldige mensen die gegijzeld werden in een systeem dat van ons allemaal is en voor ons allemaal zou moeten werken, maar dat met een beangstigend alledaagse eenvoud bereid is om te kwader trouw te handelen en andermans leven kapot te maken. Gelukkig was er ditmaal een Eva González Pérez.
Renske Leijten
Leuker kunnen we het niet maken
Xander Uitgevers
Verkrijgbaar vanaf vandaag, bijvoorbeeld bij Bol
Bonusvideo. De kunst van de kalmte
Milton Moreira Moreno, zoon van een vrouw die als onterechte fraudeur was aangemerkt, getuigt op 27 september 2023 voor de parlementaire enquêtecommissie Fraudebeleid en Dienstverlening over de gevolgen van de fnuikende fraudejachten van de Belastingdienst. Hij wilde kapitein worden maar de bureaucratie besliste anders.
Zomaar ,,faits divers''. Kroonprinses Amalia wenst vanaf 2025 weer aanspraak te maken op haar toelage (1,5 miljoen, snel opgeteld), die ze enkele jaren geleden even onderbrak (al of niet onder lichte druk). Ze heeft dat geld nu eenmaal nodig om - zeg maar - een passend leven op te bouwen,
inclusief alderlei verplichtingen. Demissionair premier Rutte - hij is de enige, die zo'n ingreepje nog even wil en kan regelen, vandaar het moment! - laat het de Kamer maar even weten.
Vooropgesteld: kroonprinses of niet, je hoort niet bedreigd te worden en - begrijp ik - naar Madrid uit te wijken. Maar gedupeerden van de toeslagenaffaire (ik heb het over al die echte, die zijn er ook in overvloed!) zullen zo'n ,,nieuwtje'' met uiterst gemengde gevoelens lezen, denk ik zo.
Kom ik, via deze nare omweg, toch weer terug op de gevoelloze ,,staat'', die iedereen op dit grondgebied gelijk behandelt.
Nederland is verworden tot een apparaat waar de omgekeerde bewijslast tot norm is verheven. De Staat gaat uit van jouw schuld totdat jíj het tegendeel bewijst.
En dan nog.