Eindelijk dan toch. Kabinet Schoof I op het bordes
Geef ze een kans, maar verwacht geen wonderen
Het zijn interessante tijden, om maar eens met een fijn cliché te openen. De globalistische wereldorde loopt tegen de grenzen en de goodwill van zijn idealen (en Bidens levensjaren) aan, meerdere voor ons heel significante oorlogen woekeren, andere strijdlusten sluimeren en ook de burgeroorlog in Jemen is niet eens meer zo ver van ons bed sinds studenten aan door als ‘critical theory’ uitgeholde universiteiten zelfs het Houthi-narratief omarmd hebben bij hun zelfhatende aanvallen op westerse waarden.
Deze alinea las ik hardop voor aan mijn vrouw en die dacht dat ik een nieuwe column van Sietske Bergsma stond voor te lezen. Zo ver is het dus al gekomen. En toch staat er in wezen niets onwaars in die in gezwollen taal gedicteerde hyperbool. Maar we leven dan ook in een tijdsgewricht waarin de NCTV aan burgers aanbeveelt om meer zelfredzaam te worden. Dat suggereert zowel dat mensen het verleerd zijn, als dat we moeilijke tijden tegemoet moeten zien.
Tegen dat decor bestijgt vandaag, op een postzegel aan de met windmolens vol te bouwen Noordzee, een nieuw kabinet het bordes van Paleis Huis ten Bosch voor een foto met de koning. Gemengde gevoelens voeden de stemming in het land.
Een belangrijke voorwaarde voor onafhankelijkheid is dat macht altijd moet worden bevraagd, vaak dient te worden bekritiseerd en soms hoort te worden uitgedaagd. Dat betekent doorgaans dat een regering - de zittende macht - onder een sterker vergrootglas ligt dan de oppositie. De grote vraag bij dit nieuwe kabinet is echter waar de macht precies ligt.
De PVV van Geert Wilders is de grootste geworden bij de verkiezingen en hij nam het voortouw in de totstandkoming van een regeringscoalitie. Hij verdient dus een scherp oog op zijn beleid vanuit de voorwaarden van onze samenleving, zoals democratie, rechtsstaat, Grondwet, individuele rechten en, gelukkig, heel ruime vrijheden. Hij zetelt immers per vandaag in het centrum van de macht, zoals dat heet.
Maar is dat wel echt zo? Een plekje in het centrum van de macht maakt je niet bij toverslag de machtigste.
Geen creditcard of Apple Pay? U kunt ook direct abonnee worden via iDeal. Gebruik deze link of de knop hieronder en vul promocode SNELVERDIEND in om direct 20 procent korting te krijgen.
Bij de PVV zijn macht en positie van tweeën één. De partij, die een eenmansbeweging is, zetelde bijna twee decennia lang voornamelijk in de oppositie en voelde zich daar thuis. Van een echte gooi naar macht is na Rutte I (2010-2012) niet veel gebleken, daarvoor is niet alleen Wilders te rauw geweest maar vulde zijn fractie zich ook met ongeremde houwdegens. De minder minder-rechtszaak (die vanuit het oogpunt van vrije meningsuiting nooit gevoerd had mogen worden) hielp ook niet mee. En hoewel diverse Kamerleden heel capabele, hardwerkende mensen zijn gebleken, voelde je nooit een echte beweging groeien rond één man, zijn fractie en zijn kiezers. Er was altijd te veel afstand.
Daarnaast is de PVV al sinds de oprichting de risee van politiek correct Nederland, bestaande uit een voorhoede van middenpartijen, mainstream media en de cultuursector. Hoewel risee in de betekenis van ‘mikpunt van spot’ nog te licht is uitgedrukt: de PVV wordt chronisch gehaat, verketterd en veelvuldig in de ranzigste historische vergelijkingen geduid. In zo’n klimaat is het lastig groeien, als beweging. Je moet zowel vastberaden als dapper zijn en over een olifantenhuid of een grote mond beschikken - liefst beiden. In zo'n context kweek je niet de vriendelijkste verhoudingen met de buitenwereld. En zo hebben PVV’ers ook nooit kunnen doordringen tot zwaarwegende maatschappelijke posities in het openbaar bestuur. De partij is niet embedded in de dagelijkse continuïteit van macht, bestuur en beleid.
Toch heeft een kwart van het electoraat de PVV omarmd op 22 november en dat hebben de politiek correcten nog het meest aan zichzelf te danken - al weigeren ze dat pertinent te erkennen. De verkiezingsuitslag is (deels) een afrekening met een cynisch cordon sanitaire; niet alleen werd de PVV buiten de club gehouden maar ook steeds vaker en steeds meer burgers werden beledigd met kwalificaties die zij helemaal niet verdienen. Nationalist. Xenofoob. Racist. U kent het rijtje en u bent het vermoedelijk zelfs ook beu als u niet eens op de PVV heeft gestemd.
De ironie is: als je te veel mensen te lang tot iets blijft benoemen waarin zij zich helemaal niet herkennen, vormt die beweging zich vanzelf wel. Zéker wanneer je tegelijkertijd de problemen die mensen op tafel willen leggen niet bespreekbaar wil maken, laat staan dat je ze tracht op te lossen.
Geef ze een kans, maar verwacht geen wonderen
Dus nu staan die mensen op het bordes, geflankeerd door glunderende boeren, zuinig kijkende sociaalcontracters en opportunistische liberalen, die zichzelf vastklampen aan de overtuiging dat zij het machtsspel het beste kunnen spelen. Het trage, rommelige en niet van dramatisch theater gespeende formatieproces geeft een inkijkje in het onderlinge wantrouwen van politici die in hun hang naar macht het gevoel hebben tot elkaar veroordeeld te zijn.
Met het oog op de voorliggende maatschappelijke vraagstukken, moet je ze een kans geven. Maar je mag ook de realiteit niet uit het oog verliezen: hier staat vandaag geen winnende combinatie die alle uitdagingen als een eensgezinde coalitie te lijf zal gaan.
En die coalitie gaat heel veel weerstand tegemoet.
Niet alleen zullen de mainstream media, een onzuiver machtsblok waarbinnen velen ongetwijfeld deze bordesdag in rouw beleven, blijven zagen aan de poten van de onwelgevallige PVV-regering, zoals ze dat tijdens de formatie ook gretig hebben gedaan. Ook het werkelijke centrum van de macht heeft zich al herhaaldelijk geroerd: de vierde macht op de ministeries - de rijksambtenaren.
GroenLinks-wethouder Rutger Groot Wassink verzette zich met een grote smoel en een dramatisch vertrek uit een VNG asielcommissie, door te roeptoeteren dat hij de telefoon niet wil opnemen als PVV-bewindslieden bellen over migratiekwesties. De werkelijke schaduwmacht der ambtenaren zal vermoedelijk subtieler te werk gaan, hoewel in diverse media hun zorgen al ruimschoots benoemd en beschreven zijn. Zo vaak, dat zelfs de koning al verzuchtte dat ambtenaren die niet voor PVV’ers willen werken, ook gewoon een andere baan kunnen zoeken.
Zo zal het niet gaan.
Iedere politicus weet: bewindslieden komen en gaan, terwijl ambtenaren op hun post blijven. Politici maken beleid maar zijn slechts passanten, rijksambtenaren bewaken de processen en de uitvoering, en vormen het collectieve geheugen. Ze zijn met meer, ze weten meer en ze dienen eerder hun ministeries dan de minister. Want die is eerdaags toch weer weg.
Mark Rutte begreep deze werkelijkheid maar al te goed. Al in oktober 2010 tekende Elsevier op dat de toen net aangetreden premier fan is van de Britse komedieserie Yes, Minister, waarin de Britse minister Jim Hacker in de waan verkeert dat hij een departement runt maar in werkelijkheid niets te vertellen heeft omdat zijn topambtenaren aan de touwtjes trekken - en hem altijd aan het kortste eind laten trekken:
‘In deze Britse televisieserie leggen de topambtenaren van het ministerie van Administratieve Zaken hun bewindsman Jim Hacker keer op keer in de luren. Zij onthouden hem cruciale informatie. Alleen de vaste chauffeur, George, stelt zijn baas trouwhartig van alle urgente politieke nieuwtjes op de hoogte. Als Hacker licht geïrriteerd vraagt hoe George zoiets nou weer kan weten, antwoordt deze onbewogen: ‘Excellentie, dit is algemeen bekende informatie in de kring van de chauffeurs van Hare Majesteits regering.’
Rutte kan geweldig lachen om de tv-serie. In kleine kring maakte hij deze zomer al een paar toespelingen op zijn toekomstige informatiebronnen: ‘Ik ga straks te rade bij mijn chauffeur! Die weet alles en verzwijgt niks’.’
Daarmee gaf Rutte dus blijk van een goed besef van de verhoudingen tussen tijdelijke macht en de schaduwmacht. One does not simply walk into een ministerie om even wat lakens uit te delen.
Ook over Ank Bijleveld, voormalig minister van Defensie, bestaat zo’n anekdote. Uit De Groene Amsterdammer van 4 april 2019:
‘'Yeeeees, minister?' galmt het op een kille maandagmorgen door de Haagse Frederikkazerne. De zojuist aangetreden minister Ank Bijleveld (CDA) laat aan de bijeengeroepen legertop een fragment zien geïnspireerd op de bekende Britse comedyserie. Het centrale thema in deze serie is de strijd tussen de ietwat goedgelovige minister die denkt het voor het zeggen te hebben, en zijn langer meedraaiende ambtelijke top die feitelijk de touwtjes in handen heeft. Het fragment is overduidelijk niet bedoeld als handleiding voor haar ambtstermijn, maar breekt direct het ijs.’
Er is ook een heel bekend praktijkvoorbeeld dat trekjes van een komedie kende, maar zich in de Haagse werkelijkheid voltrok: de Teevendeal, over het befaamde bonnetje van Fred Teeven. Als officier van justitie sloot Teeven een schikking met drugscrimineel Cees H. Over de voorwaarden en het bedrag ontstond tijdens zijn politieke bewind gedoe. Het ministerie van Veiligheid en Justitie hield lang vol dat het afschrift van het bonnetje was verdwenen en ook de hoogte van het bedrag werd met veel onduidelijkheid omgeven.
Het werd een slepende affaire waarin het uiteindelijk de ambtenaren van Veiligheid en Justitie waren die in 2015 het tapijt onder zowel staatssecretaris Teeven als minister Ivo Opstelten vandaan trokken. Dit omdat ze gepikeerd waren dat er een suggestie was gewekt dat een bonnetje technisch onvindbaar was terwijl de ambtenaren in werkelijkheid in 2014 was opgedragen het door hen gevonden bonnetje geheim te houden. Die opdracht kregen ze van Pieter Cloo, de toenmalige secretaris-generaal op het departement, die door Opstelten persoonlijk was aangesteld. Ook hij stapte op - zelfs voor de ambtelijke top kunnen ambtenaren gevaarlijk worden als je hen te lang tegen de haren instrijkt.
In 2017 werd ook Ard van der Steur, de opvolger van Opstelten op Justitie, geveld nadat hij in een debat over de Teevendeal gesuggereerd had dat de zoektocht naar het bonnetje niet zo lang had hoeven duren: ‘Dat had een jaar eerder gekund, als ze de juiste mensen op de ICT hadden gehad. Daar zat natuurlijk de fout die is gemaakt’, beweerde hij begin 2016. Aan het einde van dat jaar dook in een boek van Bas Haan over de Teevendeal een geheime e-mail van Van der Steur op, waaruit duidelijk werd dat hij de Kamer had voorgelogen over de kwestie. Het werd ook zijn politieke einde.
Dit is natuurlijk een anekdote waarin bewindspersonen struikelen over hun eigen verkeerde politieke keuzes, niet door moedwillige tegenwerking door ambtenaren. Dat doet echter niets af aan de de moraal van dit verhaal: vandaag staat weliswaar een nieuw kabinet op het bordes, maar daarmee is er niet ineens ander beleid en met louter bluf kom je ook niet op je bestemming. Er zal een vertrouwensband moeten worden opgebouwd met ambtenaren. Sommigen zullen loyaal zijn aan hun minister en staatssecretaris, velen zullen vooral loyaal blijven aan hun ministerie en hun opdracht als rijksambtenaar.
De realiteit vereist een flinke winstwaarschuwing
Het is uiteraard niet gezegd dat ambtenaren per definitie negatief tegenover deze coalitie staan. Met de VVD werken ze al bijna 14 jaar onafgebroken samen. NSC is gevuld met, laten we zeggen op basis van de groepsfoto hierboven, heel ambtelijke types - dat zal best klikken. BBB op Landbouw, wellicht ervaren velen daar het als een verademing. En geloof het of niet, ook bij de asieldiensten lopen veel cynische (of cynisch geworden) ambtsdienders rond die best het migratieroer grondig om willen gooien. Dick Schoof erkende begin maart in een interview met De Groene Amsterdammer (voordat hij als premier was gevraagd) bovendien dat ook ambtenaren PVV kunnen stemmen:
‘Het is natuurlijk niet zo dat als een kwart van de mensen op de PVV stemt, dat dan ineens een kwart het verkeerd heeft gezien. Denk niet dat het departement van Justitie dat kwart niet zou representeren. Dit is het ministerie van het grensvlak tussen repressie en preventie. Die zitten juist hier, vermoed ik.’
Toch (en dit is waar een beetje realiteitszin en verwachtingsmanagement elkaar ontmoeten) moet je de werkelijkheid afwegen tegen het feit dat er geen PVV’ers zijn die de ministeries van binnen kennen, bevinden zich geen (openlijke) PVV’ers in ambtelijke toppen of in ondersteunende organisaties en mag je, bovenstaande krantenkoppen en de algemene stemming in Keurig Bestuursland indachtig, verwachten dat er geen rode lopers uitgerold zullen worden.
PVV’ers, gewend om zich op een zekere defensieve agressie te verlaten, zullen als een soort boa’s binnentreden in hun nieuwe bestuursbunkers - waar ze op hun beurt met argusogen worden gadegeslagen. Sommige processen zullen gefrustreerd worden, wat tot wantrouwen leidt. Andere beleidssituaties zullen van nature stroperig zijn, waarbij het voordeel van de twijfel het zwaar krijgt onder het gevoel genaaid te worden. Ambtenaren en bewindspersonen zouden langs elkaar heen kunnen gaan communiceren en om elkaar heen kunnen gaan werken, waarbij ambtenaren proberen hun koers te houden terwijl PVV’ers denken dat ze nieuw beleid aan het aansturen zijn.
Hoe dan ook moet je wel een heel optimistisch mens zijn om te denken dat er geen brokken gemaakt gaan worden.
Ja, er moet na veertien jaar Rutte Doctrine veel worden geruimd en hersteld. Zeker, dit kabinet verdient een kans om op hun acties en daden te worden afgerekend en niet op hun karakters en politieke posities - en al helemaal niet om wat Onwelgevallige Woordjes. Maar: een winstwaarschuwing is op zijn plaats. Verwacht geen wonderen. Een gewenste koerswijziging van de kiezer veroorzaakt niet vanzelf een werkelijke mentaliteitsomslag op het trage, logge en bij vlagen hondsarrogante Schip van Staat.
Een jaar lang 25 procent korting op een maand- of jaarabonnement. Van 6 naar 4,50 euro per maand of slechts 45 euro voor een jaar! LAATSTE KANS:
En tot besluit nog het Revu-cursiefje van deze week over het nieuwe kabinet
De bordesfoto die velen doet walgen
Zeven maanden na de verkiezingen, een bordesfoto die niemand snel voor mogelijk had gehouden. Een ongekozen ambtenaar als premier, geflankeerd door bewindslieden van twee min of meer nieuwe partijen, een cynische machtspartij en een bijterig populistische buitenstaander. Laten we onszelf niet voor de gek houden: het belooft een veldslag te worden.
De verkiezingsuitslag was helder en reflecteerde de vermoeidheid van veel kiezers met vastgelopen grote dossiers. Ook de coronacrisis ligt nog altijd in het gestolde wantrouwen jegens de middenpartijen besloten. En migratie mag dan in de media voornamelijk als een verhaal van noodruftige slachtoffers verteld worden, voor veel kiezers is het een symbool van een bestuurlijke kolerezooi met ongewenste gevolgen.
Het onderlinge wantrouwen dat in de politiek geslopen is, werd duidelijk in het formatieproces. De PVV werd op 22 november onvermijdelijk maar haast niemand etaleerde enthousiasme om onder hun aanvoering een regering te vormen. Nieuwe handtekeningen onder oude waarden van de rechtsstaat moesten er komen, Wilders zou geen premier kunnen worden en het gezamenlijke hoofdlijnenakkoord wordt individueel uitgelegd, iedere partij langs de lijnen van z’n eigen onderhandelingsresultaat.
In de samengeklonken goegemeente van linkse pers en politiek is men al zeven maanden op zoek naar een noodstop voor wat zij beschouwen als een gevaarlijk experiment met politieke stokebranden. De karaktermoord op Ronald Plasterk leerde ons welke strategieën daarbij geoorloofd zijn.
Ook de hoorzittingen van de Tweede Kamer - een onverkwikkelijk novum - ontvouwden zich als hele lelijke tribunaaltjes, waarin niet de capaciteiten maar de karakters van beoogde bewindslieden terecht stonden bij mensen die hun vonnis op voorhand al klaar hadden.
Daarna kon de boel alsnog naar het bordes. Kabinet Schoof I. Waarin Pieter Omtzigt continu met samengeknepen billen voorbereid zal zijn op kromme tenen. Waarin Dilan Yesilgoz, het cynisme van haar partij indachtig, altijd op zoek zal zijn naar een kans om Wilders de schuld te geven van wat voelt als een onvermijdelijk voortijdig einde. Waarin misschien wat BBB’ers maar sowieso enkele PVV’ers onbedoeld of ongelukkig onbedachtzame uitspraken zullen doen die ze als Kamerlid hooguit op een dagje ophef zou zijn komen te staan, maar die als minister of staatssecretaris tot existentiële proporties worden opgeblazen. De zoektocht naar een noodstop zal na de bordesfoto niet gestaakt zijn.
Het kabinet zal op onwillige ambtenaren stuiten, die hun morele bezwaren niet omzetten in een ontslag maar zullen smeden als wapen. Ondermijning van binnenuit, het zal per ministerie of dossier verschillen maar die zal er zijn. In combinatie met de relatieve onkunde van de nieuwe regering en het onderlinge wantrouwen tussen de coalitiepartijen zal de suggestie van instabiliteit altijd sluimeren. Frans Timmermans zal op ieder stuk rood vlees happen alsof het zijn laatste avondmaal is.
En kiezers moeten toezien hoe institutionele onwil het democratisch proces gijzelt.
Deze column verscheen in Nieuwe Revu 27 - 2024
Als dit kabinet niet levert, komt vanzelf het alternatief naar voren. Dan zullen ambtenaren nog terugverlangen naar de pvv…
Kleine variant op Clinton-in-verkiezingstijd (,,it's the economy, stupid!''): het zijn in Nederland - naast die betonlaag van ambtenaren, zoals je terecht signaleert - uiteindelijk de centen en de begrotingssheets, die nog voor de bordesscene preluderen op de ondergang van Schoof 1. Lees - bijvoorbeeld - het FD van hedenmorgen en huiver je door aanzeggingen van ,,tegenvallers'' en ,,de kaasschaaf'' heen. Met de VVD en zijn strenge minister van financien als doodgravers van ,,dit kabinet, het nulnummer''. En Schoof? Die krijgt - partij- en achterbanloos als hij is - maar liefst 2 ,,persoonlijke assistenten'' om voeling te houden met de Haagse kaasstolp en alle wantrouwen en regelrechte onderlinge haat van de coalitiegenoten in te dammen. ,,Praktisch opgeleiden'' en ,,lagere inkomens'' hebben als bij toverslag weer vertrouwen in de overheid, meldt De Volksbode. Wie ben ik om ze dat windstille halfjaartje te misgunnen?