Er dreigt een afgrijselijke tweestrijd: Frans Timmermans tegenover Pieter Omtzigt. Op dit moment kunnen we nog doen of er meer smaken zijn en zowel Dilan Yesilgoz als Caroline van der Plas als wellicht ook Geert Wilders maken allemaal aanspraak op een zeteltje of vijftien de neus. Maar de peilingen schreeuwen al maanden ‘Pieter’ en het Reservaat (media, televisie, establishment, rijklinks) zullen de corpulente charlatan voortduwen in de hoop dat de levende bol vet alsnog als vanzelf een electorale strike kegelt in het kieshokje.
Nog een voorbehoud: Omtzigt heeft nog niet eens een complete partij of lijst, en GroenLinks & PvdA hebben op hun beurt nog niet besloten wat voor partij ze denken te willen zijn. Er is (nog) geen programma en (nog) geen lijst, we zien alleen wie zich willen inlikken, en wie er tussenuit knijpen: bij beide partijen zagen we niet per se de minsten weglopen. Ooit gedoodverfd Klaver-opvolger Corinne Ellemeet vertrekt bij GroenLinks en bij de PvdA vallen Henk Nijboer en Attje Kuiken op als afzwaaiers (al zou Attje op voorhand geen nee zeggen tegen een ministerschap…). De vraag is derhalve of het ego van Timmermans groot genoeg is om twee aan elkaar gesoldeerde bolderkarren te trekken, waar relatief veel dood gewicht in hangt.
Maar in dit Nieuwsbriefje gaat het niet over het koffiedik van de peilingen, maar over de verhoudingen van een Timmermans versus een Omtzigt. Als ik die tweestrijd voor me zie, ontwaar ik een intrinsiek conflict tussen dé twee tegenpolen van het Nederlandse landsbestuur: persoonlijke hoofdzonden versus politieke hoofdzaken.
Globalisering als bestemming, klimaatcrisis als zweep
Timmermans, wat linkser dan Mark Rutte maar verder primair een voortzetting van de oude, zelf-dienende bestuurselite. Ze zijn lid van dezelfde kaste die zich verschuilt achter de door henzelf tot onvermijdelijkheid gemaakte globalisering en tot extreem urgent uitgeroepen klimaatcrisis, om macht, regie en positie te kunnen behouden in een tijd waarin doorgeslagen individualisering het ooit zo knusse fenomeen ‘samenleving’ tot rafels trekt. Hoe verdeelder de samenleving, hoe steviger de greep van deze oude politiek kan blijven. En ja, dat is een platgeslagen stereotypering, maar: in de kern is dit hoe het oude spel van oorzaak en gevolg werkt. We zien immers met eigen ogen de strakker wordende grip op gedragssturing, klimaatmaatregelen, monetair beleid en nog niet zozeer de inperking van, maar wel de aanval op (digitale) rechten en vrijheden: wij doen wat zij willen, niet andersom.
Omtzigt, als politicus niet per se een leider zoals Timmermans door sommigen wordt gezien (niet door mij, ik zie een valse profeet met de allure van een Amerikaanse televisiedominee - ik kan het niet genoeg herhalen), maar veel meer een scheidsrechter van de spelregels. Iemand die niet à priori tegen globalisering of klimaatbeleid is en niet gelijk de grenzen dicht wil gooien maar wel met de cijfers, modellen en begrotingen in de hand vraagt: ‘Kan dat eigenlijk wel? Is dit wel haalbaar? Vallen teveel mensen niet buiten de boot? Is het risico op nevenschade, financieel dan wel menselijk, niet te groot? Hoe borgen we de bestaanszekerheid voor burgers, bestaand en nieuw, binnen gemeenschappen en in diverse regio’s?’ Mensen die hem als een verlengstuk zien van de EU, een uitvoerder van de klimaatagende of zelfs een ‘gecontroleerde oppositie-puppet van het WEF’ (echt, spáár me) etaleren een blijk van wantrouwen die ik in zekere zin nog best kan begrijpen: als je tegen globalisering, migratie en klimaatbeleid bent, is Omtzigt niet per definitie je vriend. Maar: hij wil politieke doelen tenminste wel sturen op haalbaarheid, niet op ideologische dogma’s.
In die zin is Omtzigt dus het tegenovergestelde van Timmermans, want Frenske stelt geen vragen; die poneert doelen - en bluft zich daar vervolgens heen. Mijn grootste persoonlijke issue met Timmerfrans is dat hij zijn eigen belangrijkste doel is, maar ook los van mijn eigen hartgrondig negatieve sentimenten kan iedereen toch zelf zien, weten, nalezen en ervaren dat de man geen haalbaarheidsvragen stelt, geen risico-calculaties maakt en niet zichtbaar nadenkt of hardop delibereert over (individuele) effecten van zijn met brede kwast geschilderde beleidsdoelen. Zijn hele positie als klimaatpaus werd nota bene pas verzonnen nadat hij zijn gedroomde voorzitterschap van de Europese Commissie misliep - en hij eerst nog een jaar ging zitten mokken voor vier ton per jaar. (Echt. Het is zo vreselijk koddig dat klimaatactivisten een soort verlosser in hem zien..)
Ideologie voor de hoogste bieder
Frenske stelt doelen, die laat hij vangen in modellen en op basis van die modellen kun je wetten maken, uitvoeren en handhaven. Van het voorspellen van buitenlands beleid en het Europese monetaire systeem tot de thermostaat van de gehele planeet: schets Timmermans een modelberekening voor en hij zal het gewenste doel verkopen. Aan de hoogste bieder, voeg ik daaraan cynisch toe, want Brussel wordt niet bestuurd door democratisch gekozen vertegenwoordigers, de Europese Unie is een politiek verlengstuk van de (industriële, multinationale) lobby en als gelegaliseerde maffia verschoont het instituut zich van de eigen institutionele corruptie door miljarden aan aflaat te doneren aan het verleidelijk sentimentalistische harpspel van ngo’s, de zeemeerminnen van het politieke opportunisme.
Bevraag Timmermans op zijn doelen en motieven en hij zal boos worden, vals, gemeen - en hij zal de leugen niet schuwen.
“Zouden ze elkaars hand hebben vastgehouden? Keken ze elkaar nog één keer aan? Wist u dat er een mondkapje gevonden is? Deze mensen zijn verdronken door klimaatverandering, en deze stormdode ook. Nee, ik ben geen miljonair.”
Leugens, allemaal, en niet uit onkunde of onwetendheid, maar uit narcistische ijdelheid en als wapen om zijn critici het zwijgen mee op te leggen, of om hun motieven met verdenking te besmeuren. De lakmoesproef zit in beelden zoals deze, uit de documentaire “De Europeaan”: als je hier doorziet hoe Frenske onmiddellijk in een nijdige, venijnige reflex schiet en vals wordt over een héél voorzichtig geopperd stukje kritiek, dan heb je de man door. Met excuses voor de onfrisse die dit wellicht oproept voor uw geestesoog, maar: hoe kun je aan dit fragment nou níet zien dat deze keizer geen kleren draagt?
Withete emotie van Omtzigt
Pieter Omtzigt kan ook boos worden, onredelijke trekken vertonen en zich soms op persoonlijke titel laten gaan. Echter: nooit om kritiek te smoren of een leugen te verhullen, maar omdat hij de waarheid niet krijgt. Omdat een probleem niet wordt opgelost of een toezegging niet is waargemaakt. Omdat informatie ontbreekt, omdat hij verkeerd is voorgelicht of omdat hij ziet gebeuren wat de modellen niet konden voorspellen, waar wel voor werd gewaarschuwd maar dat ondanks die alarmgeluiden toch werd uitgevoerd: dat bepaald beleid soms tot ongewenste nevenschade leidt.
Soms, als het echt dichtbij komt, dan zie je de persoonlijke emotie bij hem. Bijvoorbeeld wanneer zijn eigen partijleider hem wil “sensibiliseren” en de formerende partijen proberen hem weg te promoveren naar een “functie elders”, maar alle daders op het kerkhof liggen, en de hoofdverantwoordelijke zich plotseling niets meer kan herinneren. Dat was heus niet altijd fraai om te zien. Sommigen zien op zulke momenten ook bij Omtzigt trekken van narcisme. Ik niet, al zie ik wel verongelijktheid. Over een gebrek aan erkenning voor de ellende waar hij voor waarschuwde, maar die toch gebeurde. Meer nog heb ik woede gezien bij hem als het ging over de misdadige onverschilligheid waarmee het leed van de toeslagenouders werd weggewuifd richting een ‘bel maar naar de Belastingtelefoon’ of een ‘hoe hadden we dit kunnen weten’, terwijl de verantwoordelijken alles wisten, alles achterhielden, en alles lieten bestaan en voortgaan zoals het ging.
Dat lijken me objectief toch meer oprechte gronden voor emoties als boosheid en frustratie, dan wanneer je niet het baantje krijgt dat je voor jezelf in gedachten had en vervolgens heel verongelijkt een jaar mokkend uit het raam gaat staren (iets dat Timmermans tien jaar eerder ook al gedaan schijnt te hebben toen hij als PvdA Kamerlid de buitenlandportefeuille niet kreeg).
Maar wie heeft de beste papieren?
Timmermans wil premier worden, zei hij onomwonden toen hij zijn terugkeer naar Nederland bekend maakte. Omtzigt heeft dat nadrukkelijk niet als doel, want die moet zijn beweging nog bouwen en lijkt - net als Caroline van der Plas bij BBB - huiverig voor te snelle groei. Met recht, want we hebben niet alleen bij de LPF, maar ook bij Forum, BIJ1 en zelfs de brave borsten van Volt gezien hoe lastig het is om zelfs bij kleine politieke startups alle kikkers in de kruiwagen te houden.
Het interessante gegeven is dat GroenLinks en de PvdA óók een soort ‘nieuwe partij’ zijn, die zogenaamd vol overtuiging met één lijst en één programma de verkiezingen in gaan, maar niet eens weten hoe ze zichzelf moeten noemen en ook niet de indruk wekken dat ze ieder hun eigen clubnamen los willen laten. Ook klinkt uit beide partijen nog best veel kritiek op de fusie, en hebben enkele prominenten de handdoek al in de ring gegooid. Timmermans zelf spreekt over ‘verenigd links’, maar suggereert dat daarbij ook Partij voor de Dieren en zelfs de SP horen.
Helaas voor Frenske heeft Nico Koffeman namens de Dieren al beleefd nee gezegd met de woorden dat op links ‘niet alles op één hoop geveegd moet worden’, en Lilian Marijnissen heeft namens de SP verklaard dat Timmermans voor ‘oude politiek’ staat, dus de dochter van de oprichter van de partij die de oude zaak van haar vader overnam zoekt kennelijk ehm.. een ander soort vernieuwing? Maar ook Frans is (weer eens) weinig geloofwaardig: in 2006 - toen de SP met 25 zetels onverwacht heel groot werd - adviseerde hij partijleider Wouter Bos dat “het onverstandig [zou] zijn voor de PvdA om ook maar iemand te vertrouwen die communist was geweest”, zo leerden we in 2011 uit gelekte cables van WikiLeaks.
In 2012, toen hij met zijn beroemde geworden mail wankelend partijleider Job Cohen de definitieve dolkstoot toediende, omschreef hij de SP als “gisteren-was-alles-beter’ socialisme” en wist hij zelfs Oscar Wilde een bijrol te geven door te schrijven:
“De sociale sentimentaliteit van de SP over het verleden is, vrij naar Oscar Wilde, links cynisme” - Frans Timmermans, 20212
Tijdens de voorzitterscampagne van Timmermans in 2019, tenslotte, oogstte de SP op hun beurt veel hoon vanuit de braaflinkse goegemeente met hun persiflage “Hans Brusselmans” , waarover het doelwit uiteraard zei dat hij er niet om had kunnen lachen, maar ook de gratis inkopper “kom eens met inhoud” kon maken.
(Zijn eigen inhoud was dat hij zich destijds als “feminist” profileerde, de pronouns ‘he/him’ in zijn twitterbio zette en op Malta op campagne ging met sociaaldemocratische vrienden die betrokken waren bij de gewelddadige dood van een journaliste - een politieke moord die mede door inspanningen van Pieter Omtzigt is opgelost, je kan sommige dingen gewoonweg niet verzonnen krijgen.)
Enfin, volgens mij is deze tijdlijn van bijna twintig jaar wederzijdse afkeer tussen Timmermans en de SP voldoende grond om te twijfelen aan de oproep van Frenske om de SP bij ‘verenigd links’ te omarmen. Filmpje blijft wel leuk, vind ik:
Betere vraag: wie heeft er de meeste kracht voor?
Terwijl Pieter Omtzigt politieke moorden op Malta oploste, corruptie in de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa aan het licht bracht en in Nederland moeizaam terreinwinst boekte in de loopgraven van het ongekende onrecht van de Toeslagenaffaire terwijl hij door zijn eigen partij in de rug beschoten werd en daardoor uiteindelijk opgebrand in de ziekenboeg terecht kwam, werkte Timmermans zich na een jaar mokken op tot dé klimaatpaus van Europa de EU. Grootse doelen in groteske bewoordingen, waarbij hij van fotomomentjes met de heilige Greta Thunberg tot het uitmelken van dodelijke slachtoffers van natuurgeweld precies de juiste toetsen van het sentimentele orgel wist te beroeren. Hij kon eindelijk boven zichzelf uit groeien, zelfs letterlijk groeide hij larger than life - en nu mogen we dankbaar zijn dat hij neder wil dalen vanuit Brussel om Nederland te dienen.
Dat zijn EU-termijn in 2024 zou verlopen, dat hij niet met Ursula von der Leyen overweg kan, dat een belangrijk hoofdstuk van zijn grootse Green Deal slechts ten dele en in zeer sterk uitgeklede versie als ‘natuurherstelwet’ door het Europarlement is gekomen en misschien niet eens overeind blijft, de (voor Europa zeer belangrijke) auto-industrie zowel pijn lijdt als in opstand komt tegen de aanstaande verbrandingsmotorverboden van het ‘Fit for 55’ uitstootreductieprogramma, dat tevens in gevaar komt omdat de oorlog in Oekraïne de Duitse bruinkoolovens heeft opgestookt terwijl nucleaire alternatieven achterblijven of nog steeds met argwaan worden bekeken (zoals door Diederik Samsom en door GroenLinks), of, tenslotte, de energietransitie naar elektrisch rijden en warmtepompen op wind en zon hapert omdat het stroomnet het niet aankan, EV’s nog verre van perfect zijn (behalve wanneer je ze als fakkel gebruikt) en windmolens een bedreiging vormen voor vogels en (wal)vissen…
…dat zijn misschien wel allemaal zaken waar een Pieter Omtzigt zijn vervelende bijdehante maar helaas verdomd goed ingelezen vingertje bij op zou steken om te vragen: kan dat eigenlijk allemaal wel, meneer Timmermans? En zo ja, hoe dan?
Omtzigt stelde letterlijk tien jaar geleden al vragen over EV-subsidies, waarmee rijke mensen goedkoper aan auto’s konden komen die verder (nog) niemand wilde hebben of kon betalen, maar wel de schatkist een vermogen hebben gekost en tot ongelijke markteffecten hebben geleid.
Maar een eerlijke wedervraag is ook: kunt u het zélf allemaal wel bijhouden, meneer Omtzigt?
Burnouts komen doorgaans niet voor bij degenen die met het meeste plezier naar hun werk komen, die zich daar het minst betrokken tonen, of goed kunnen delegeren en uitbesteden. Maar bij degenen die worden tegengewerkt, over hun schouder moeten kijken, geen detail willen missen en wellicht ook hoofd- en bijzaken niet altijd even goed kunnen scheiden. De negatieve karaktertrekken van Omtzigt zien er voor sommigen misschien uit als narcisme, geldingsdrang of gelijkhebberigheid, maar wegen vooral zwaar op hemzelf.
En als je eenmaal opgebrand bent, klim je niet zomaar uit dat dal - zeker niet om vervolgens weer head-on een wereld in te duiken waar velen je inhoudelijkheid vrezen, willen tegenwerken of simpelweg niet pruimen. Iemand als Omtzigt, die op inhoud (als in: wets- en dossierkennis) bijna onverslaanbaar is, krijgt dus helaas te maken met de meest cynische kanten van het spel: van vvd’er-smiecht Henk Kamp en D66-onmens Alexander Pechtold tot voormalig partijgenoot Henri Bontenbal regent het opmerkingen over ‘s mans gebrek aan energie, dat hij niet bestaand is tegen de Haagse druk en de meeste valse: de uitgesproken maar onoprechte hoop ‘dat hij het een beetje volhoudt’, zoals Bontenbal bij Op1 zo ontiegelijk vals deed:
In een eerder Nieuwsbriefje vreesde ik deze voorspelbare dynamiek al en hoewel Omtzigt inmiddels zijn eigen keus al gemaakt heeft om deel te nemen aan de verkiezingen (laat staan dat ik daar überhaupt iets over te zeggen heb natuurlijk), blijft mijn onderbuik morren dat het ondanks alle goede bedoelingen en inhoudelijke eigenschappen plus eigenwijze veerkracht die ik hem toedicht, en het vertrouwen die enkele van de eerste namen om hem heen wekken, het géén verstandige keus is voor zijn eigen gezondheid. Niet alleen laten diverse voornoemde voorbeeldjes zien dat de messen zowel geslepen zijn als in vitriool zijn gedoopt, tegenover hem staat in de persoon van Frans Timmermans een politicus die qua opportunisme zelfs Mark Rutte kan overtreffen. Mark wilde een gave baan binnen de BV Nederland, Frenske wil het voor zichzelf.
En Omtzigt? Die lijkt te denken dat je zowel van zulke mensen kunt winnen, als kunt voorkomen dat ze in je eigen partij opduiken.
Het spijt me als dat (te) cynisch klinkt, maar als er één plek is waar de hoop zich altijd als uitgestelde teleurstelling bekend maakt aan mensen die er aan vast houden, dan is het wel in het politieke spel. Zeker in deze tijden, waarin de keizers zelfs ook wel lijken te weten dat ze geen kleren meer dragen - maar het hen gewoonweg niets meer kan schelen. Laat me vooral weten hoe u er in staat, maar bij mij leeft het verdrietige gevoel dat we een Timmermans krijgen waar we een Omtzigt nodig hebben, omdat de wereld nou eenmaal zo werkt. En ja, om instant emo-hitmaker Oliver Anthony te citeren: it’s a damn shame.
Abonnee worden zonder creditcard? Dat kan met iDeal via deze loophole.
Los doneren? Nou graag! Dat kan hierrr of op NL79BUNQ 2066 5164 22. Vermeld je mailadres in de overboeking en ik zet je inschrijving naar rato om in een (tijdelijk) lidmaatschap.
Goed stuk! Ik vrees voor het volgende scenario:
1) Omtzigt wordt grootste partij maar heeft Timmermans nodig om coalitie te vormen.
2) Fractie Timmermans krijgt klimaatmaatregelen in ruil voor toezeggingen staatshervorming, waaronder constitutioneel Hof.
3) Asielzoekerskwestie wordt op de lange baan geschoven, zoals Broekers-Knol en Van der Burg jarenlang hebben gedaan.
4) Voor staatshervorming is wijziging Grondwet nodig en daarvoor moeten er uiteindelijk nieuwe verkiezingen komen
5)_Tegen die tijd zijn klimaatmaatregelen door de strot van de burger gedrukt en is immigratiekwestie weer zo opgeblazen dat kiezer totaal gedesillusioneerd is en niet op Omtzigt gaat stemmen.
6) Na nieuwe verkiezing is er geen meerderheid meer in Tweede Kamer om Grondwethervorming erdoor te stemmen
7) Over 5 jaar zitten we in exact dezelfde situatie als nu, behalve dat we tig miljard kwijt zijn aan nutteloze klimaatmaatregelen en er 350.000 asielzoekers bij hebben waarvoor we geen capaciteit hebben.
Cynisch? Ja. Maar kijk naar de afgelopen 20 jaar. Iedere keer opnieuw zegeviert de bestuurlijke kaste.
Dat Timmermans in een kapitale villa woont en blijkbaar miljonair is, is niet relevant.
Wel relevant is de voorspelbare linkse hysterie die losbarst als daar commentaar op komt.
Met het Grote Gelijk aan hun kant is alles geoorloofd om critici de mond te snoeren, letterlijk.