Dit is geen herinnering aan een auto
Dit is een korte reis door de recente geschiedenis
Op donderdagmiddag 12 november 2015 werd bovenstaande BMW 525i op mijn naam gezet in een postwinkeltje in Amsterdam Zuid. Slechts 2750 euro betaalde ik voor de Fünfer in Oxford Grün op 15 inch Style 5-velgen. Een gietijzeren Beierse zes-in-lijn, 192 paardenkrachten op de achterwielen en in uitstekende staat van onderhoud gehouden door een liefdevolle vorige eigenaar. De eerste echte rit met deze auto zal ik nooit vergeten. Sterker nog: u waarschijnlijk ook niet.
Deze Beierse klassieker is in april 1996 voor het eerst op kenteken gezet door een dealer in Den Haag, had in 2015 net geen twee ton op de teller en is een van de allerlaatste modellen van het type E34 (ontworpen in 1981, mijn geboortejaar) dat van de band rolde in het Duitse Dingolfing in december 1995. Opvolger E39 - misschien wel de beste sedan ooit gebouwd - was reeds sinds september van dat jaar in productie.
Mijn E34 is derhalve een uitloopmodel met voor die tijd behoorlijk wat opties, zeker voor de voor BMW-begrippen relatief kleine 2,5 liter motor: automaat (helaas, maar voor die tijd wel een prijzige optie), cruise control, airco, elektrische ramen, armleuningen, een prima stereo en een heerlijk basale boordcomputer waar je nauwelijks iets mee kunt maar die nochtans de echte liefhebber altijd jaloers weet te maken. De trimlijn heet High Executive II, voor dezelfde liefhebber.






Eerder had ik al eens een lichtblauwe 520i gehad, een iets te kleine zescilinder met 129 pk uit 1988 met stomme wieldoppen en zwengelramen maar wel een schuifdak. Ik bouwde er een MiniDisc-speler in en reed in de zomer van 2002 met twee vrienden naar Duitsland, Oostenrijk, Tsjechië en Hongarije. Voor het eerst de 220 aangetikt op de Autobahn!
Toevallig was het Love Parade in Berlijn, we sliepen in een hostel in Wenen, slingerden over binnenwegen door het schitterende heuvelland tussen Oostenrijk en Tsjechië richting Praag, kampeerden tenslotte aan het Balatonmeer waar we nog één keer stomdronken werden en reden vanaf daar - geld op, tent beu, genoeg gezien - in één ruk naar huis. Veertienhonderd kilometer zonder ooit maar één keer het stuur uit handen te geven. My car, my rules. En: op tijd terug in Roosendaal om een dürüm döner te halen voor sluitingstijd van onze favoriete shoarmazaak aan de Bloemenmarkt.
De Fünfer gaf die hele vakantie geen krimp. Het was ook nog te kort na 9/11 voor het besef dat Fukuyama’s leugen over het ‘einde van de geschiedenis’ doorgeprikt was. De val van de Muur lag dichter achter ons dan de val van Kaboel in het verschiet. De blauwe Bimmer moest ik in 2003 met pijn in het hart wegdoen omdat een dorstige 5-serie (voor een schijntje overgekocht van een collega tijdens een tussenjaar fulltime werken) voor een armlastige student op kamer in Utrecht niet helemaal economisch houdbaar bleek.
Ruim tien jaar later in 2015 kocht ik dus mijn herkansing, met meer vermogen en meer luxe, een nog mooiere kleur en op echte lichtmetalen siervelgen. Het kon nét, financieel. Ik deed daarvoor ons stokoude, antracietgrijze Golfje II 1.6 (met een indrukwekkende 232.000 kilometer op de klok) van de hand, overigens zonder het aan mijn vrouw te vertellen, die op dat moment voor haar promotie een half jaar in Washington woonde.
Op zaterdag 14 november 2015 zou ik via Roosendaal naar België rijden om met broer, schoonzus en ouders naar een neven- en nichtendag van de Nijmannen-zijde in Antwerpen te gaan - een perfecte testrit (en nee, het is niet logisch dat mijn ouders meegingen naar een neven- en nichtendag, maar dat was nou eenmaal zo).
De vrijdagavond ervoor lag ik tamelijk uitgeteld in de bank naar een film te kijken - we zaten destijds middenin de GeenPeil referendumcampagne - en toen kort na tienen de aftiteling rolde, dacht ik er verstandig aan te doen wat slaap te gaan pakken alvorens rond zeven uur de volgende ochtend alweer van Amsterdam zuidwaarts te rijden met het fijne vooruitzicht van een lekker lange testrit.
Maar toen kwamen de stroom tweets binnen, gevolgd door ANP persalarm-sms’jes. Parijs. Stade de France. Bataclan. De islamitische hel had zich alwéér geopend, splinters uit het ISIS-kalifaat regenden opnieuw neer in Europa.
Het volgende, zoveelste, vernietigende islamitische bloedbad, opnieuw in de Lichtstad, binnen een jaar na de slachting bij het stripblad in dezelfde stad, dat na de obligate optochten met Je Suis Charlie-bordjes al half begraven was onder de welbekende omkeer-retoriek van de But Brigades, zoals Salman Rushdie ze zo treffend had omschreven: de maar-zeggers die het Mohammedaanse motief van de daders wegpoetsen met de laffe vergoelijking dat die tekenaars natuurlijk ook wel hele kwetsende cartoons over diepgewortelde geloofsgevoelens hadden gemaakt - waarmee ze dus de vrijheid van meningsuiting nog een trap na geven.
Het werd die vrijdagavond de dertiende niet slapen maar livebloggen, de hele nacht door. Pas rond half vijf lag ik in bed, klaarwakker, om na een paar uur woelen en piekeren toch maar die rit naar het zuiden te maken waar ik sinds donderdag naar uitgekeken had. Even er uit. Misschien leidt het af. Even geen updates, even geen Twitter, even de doemgedachten loslaten.
Dus: broer en schoonzus ophalen in Utrecht, ouders in Roosendaal oppikken en de hele weg naar Antwerpen de voor mijn gevoel ongemakkelijke stilte vol babbelen over mijn fiere nieuwe bezit, de geschiedenis van het model, de opties aan boord en de onverschillige souplesse van een forse zescilinder die nauwelijks hoeft te werken om toch lekker vlot vooruit te komen.
Ik weet niet meer of iemand anders überhaupt iets gezegd heeft, maar zo herinner ik het me. Ik herinner me ook dat het alleen maar tot meer spanning leidde, want ik probeerde veel te krampachtig het ijskoude onderwerp te vermijden. We gingen tenslotte iets gezelligs doen maar vooral was niet iedereen aan boord van mijn ‘gloednieuwe’ groene slee een geschikte persoon om enkele precaire punten over de actualiteit van de bloederige islamitische invasie-daden mee aan te kunnen snijden.
Eenmaal in Antwerpen en geparkeerd in een garage onder de Groenplaats leek het aanvankelijk nog een aangename dag van afleiding te worden, al betrapte ik mezelf bij het binnentreden van het lunchadres nabij de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal, waar onze lange tafel achteraan in een hoek met louter blinde muren stond, erop dat ik geen snelle uitwegen zag. Het verbaasde me een beetje dat dit me benauwde - hoe groot was nou de kans dat… enfin. Stel je niet aan en blijf rationeel.
Van de lunch herinner ik me niets. Niemand sprak over Parijs, hooguit in zinnetjes over ‘vreselijk nieuws’ of ‘alweer die arme stad’, maar ikzelf kon nergens anders aan denken. Om me heen was Antwerpen gewoon wat het altijd was: gezellig rommelig met een opgewekt rumoer. Gezinnen aan lunchtafels, vrienden aan de borrel, vrijgezellenfeesten die langs de karaokebars op de Suikerrui zwalken. De geur van mosselen, frieten, Bollekes en urine tegen de kerk.
Het Antwerpen dat ik als Roosendaler in de uitgaansleeftijd altijd verkoos boven Rotterdam als we eens ergens anders heen wilden. Een Antwerpen dat me nog nooit zo tegen had gestaan als die zaterdag.
In Café Den Engel op de Grote Markt, het was inmiddels gaan schemeren, begon ook onze familiedag liederlijk te worden maar ik - nuchter want BOB - stond buiten te kettingroken terwijl ik toch over Twitter scrollde. De ongenaakbaar opgewekte sfeer van uitgaanspubliek en weekenddrinkers begon me meer en meer tegen te staan, de aanblik van mijn eigen familie in aanzwellende feeststemming maakte dat er niet beter op. Er werd gedanst en ik wilde met glazen gooien.
Erger nog dan extreem gewelddadige, religieus gemotiveerde aanslagen op de vrijheid van onschuldige mensen is de onverschilligheid waarmee de ontkenning gevoed wordt. Wegkijken is bij de meeste mensen geen actieve handeling, het is een diep ingebakken cognitieve dissonantie. Er zit geen kwaad in maar het houdt zeker ook geen kwaad buiten.
Bij Hebdo kwam Peter R. de Vries (bijna) weg met zijn gore korterokjes-retoriek over ‘kwetsende tekeningetjes’, na Bataclan - een slachtpartij op jongeren wier enige zonde het vieren van hun vrijheid was - waren dergelijke smoesjes opgebruikt en niet inzetbaar dus werd na het uitspreken van afschuw, een minuut stilte her en der en het opsteken van wat kaarsjes dus maar gewoon gedaan of het onvermijdelijke nou eenmaal bij het leven hoort. Part and parcel of living in a big city, zoals moslim-burgemeester Sadiq Khan ooit zei over geweld, berovingen en steekpartijen in London.
(London, ook steeds minder van over ondertussen.)
Onverschilligheid is een krachtige vorm van onwil en zolang genoeg mensen doen alsof islamitisch gemotiveerde slachtingen slechts op zichzelf staande incidenten zijn, relatief ver weg bovendien, hoeven we het er nooit echt over te hebben. Ergo: we hebben het er dus nooit echt over maar is Europa er - in lijn met de idealistische marketingmantra’s van de EU - veiliger, meer eensgezind en vrediger van geworden?
Laten we het daar vooral niet over hebben. Doen alsof is makkelijker, nietwaar?
Naarmate de muziek luider werd en de tap verder open werd getrokken in Antwerpen, steeg mijn onmachtige woede tot kolkende hoogten. ‘Nu instappen of je ziet maar hoe je thuis komt’, zei ik, nee: beet ik mijn argeloze ouders, broer en schoonzus toe. Ze kregen een paar minuten om gedag te zeggen, ik sloeg iedereen over en beende naar de parkeergarage. Met een rotgang stoof ik de Scheldestad uit, op de snelweg richting Roosendaal spraken ditmaal alleen de pk’s in het vooronder. Niemand dorstte er wat van te zeggen dat ik met 160 noordwaarts vlamde. In een gietijzeren Autobahnvreter voel je zo’n snelheid toch nauwelijks.
TMG investeerde na Hebdo al inveiligheidschecks en beveilingsmaatregelen voor Pand Noord (dat niet eens van hen was) maar direct na Bataclan wilde de directeur van een ander bedrijfje in ons verzamelpand GeenStijl het gebouw uit hebben. Via een interne mail zocht deze lafaard daarvoor medestanders - ik kreeg de mail doorgespeeld en gooide die terstond integraal online.
“De recente uitingen via Geenstijl zullen vroeg of laat een gewelddadige reactie uitlokken die we nu nog in de kiem kunnen smoren”, schreef ook deze GS-hater ons een kort rokje toe. Tijdens een latere meeting met alle huurders in de bioscoopzaal van Pand Noord kreeg ik hem aan het huilen over zijn walgelijke NSB-gedrag. We werden vervolgens daadwerkelijk buiten getrapt. Prima, doei.
Een week na Bataclan kregen we ook nog thuiswerkorders vanwege vage bommeldingen in Brussel, en dito dreigingen richting media. Tegen een decor van een democratisch referendum en religieus geweld waren 2015 en 2016 vreselijk vreemde jaren. Tien jaar later is het islamitisch geweld kleinschaliger dan Bataclans of busjes over boulevards (doch niet minder incidenteel) maar zijn noch de staat van de vrijheid noch die van de democratie er op vooruit gegaan, methinks.
Vandaag, 12 november 2025, heb ik de Oxford-groene Fünfer tien jaar en bijna een ton aan kilometers in mijn bezit. Ook deze BMW weigert dienst te weigeren, net zoals de eerste 5-serie die ik kocht. Het is een sedan met een ziel, zoals ik al mijn auto’s een ziel toedicht, en met een koets als een plakboek.
Mijn vrouw en ik maakten een rondreis van twee weken door Schotland - zonder smartphones, alles op de kaart - in deze auto. Ik leidde in deze auto Douglas Murray door de achterbuurten van Amsterdam tijdens zijn research voor The Strange Death of Europe - zijn verbazing over de gemoedelijke gewoonheid van de portiekwoning van Mohammed Bouyeri in de Marianne Philipsstraat op een zonnige herfstdag in Nieuw-West zal me altijd bijblijven. “How does one radicalize in a neighbourhood this nice?”, zei de Brit over een schotelwijk waar de erosie van de islam onder een dun laagje sociale verf verhuld wordt. Onze eerste hond Jack at zijn allerlaatste hamburger op de achterbank voordat hij in augustus 2020 een spuitje kreeg - een galgenmaal waarvan nog steeds een paar kleine vlekken in de bekleding zitten.
Mijn vrouw had vervolgens in oktober van dat jaar een lullig ongelukje, net stevig genoeg om verkoop te overwegen maar niet genoeg om afvoer naar de sloop te verantwoorden. Ik kon beide opties niet over mijn hart verkrijgen. Dankzij goede afspraken met mijn garagist stond hij vervolgens bijna twee jaar stil om te worden uitgedeukt, overgespoten - in originele kleur - en voor een schappelijke prijs terug op de weg te worden gezet.
Inmiddels zit er een Portugees kenteken op, want ook die reis maakte deze bijna dertig jaar oude Duitser met ons mee. Maar er staat nog altijd geen driehonderdduizend kilometer op de teller.




Terwijl ik dit schrijf, schrijdt de klok van 12 naar 13 november en is het alweer tien jaar geleden dat Bataclan de zoveelste stempelpost van de mohammedaanse marathon tegen onze westerse verworvendheden werd. En mohammed wint momentum - luister naar deze parlementariër in Engeland, die het land wil islamiseren. Zie de winst van Zohran Mamdani in New York, een islamitisch-marxistische wolf in schaapskleren die de Linda Sarsours van deze wereld moed en hoop geeft.
Kijk zelfs naar het Oval Office, waar een Syrische jihadist die nog geen jaar geleden tien miljoen dollar kopgeld op zijn naam had met alle égards wordt ontvangen door - nota bene - Donald Trump. Het IMF gaat zijn regime gewillig financieren - soms lijkt het echt of we gewillig het kromzwaard slijpen waar onze eigen naam op staat.
Niet alleen BMW’s worden niet meer zo onverwoestbaar gemaakt als in de vorige eeuw - de gehele westerse moraal rammelt en kraakt. Niet alleen auto-ontwerpen zijn van de creatieven, de liefhebbers en de designers afgepakt en bij de salesafdeling en de ISO-norm-bureaucraten ondergebracht, ook de democratie is in toenemende mate uit handen van de kiezer getrokken en naar spindoctors, woordvoerders, gesubsidieerde ngo’s en zelfs rechters overgeheveld.
Ook de bandbreedte van de vrijheid van meningsuiting wordt nog altijd streng door poortwachters van DPG’s en NPO’s gedicteerd, en door de algoritmes van Big Tech gehandhaafd: ChatGPT weigert Mohammedcartoons te maken. Zelfs GS heeft z’n eigen ironische wapenschild ‘Tendentieus, ongefundeerd en nodeloos kwetsend’ van de gevel gebikt. Tijden veranderen maar niet alle verandering is een verbetering, laat staan een vooruitgang.
Het is echt niet zo dramatisch dat ik om deze redenen nog altijd rondrijd in een auto die uit vorige eeuw stamt (ik heb gewoon een pleurishekel aan de emotieloze computers op wielen vol bemoeizuchtige piepjestechniek), maar in het plakboek vol herinneringen, verhalen en avonturen die deze Oxfordgroene BMW 525i voor mij is, zit die ene foto van de dansvloer van de Bataclan wel voor altijd vastgelijmd op de eerste pagina.
Helaas. Maar ook: opdat we niet vergeten uit welk verleden we komen en naar welke toekomst we staren. Onverschillig, onvermijdelijk, of gaan we toch nog bijtijds onze ogen op de weg houden?









Ik heb jou nooit aan liefde voor auto's gekoppeld, Bart. Voor mij een (zielloos) middel om van A naar B te komen. Ondanks de 70.000 km die ik ooit, als vertegenwoordiger, jaarlijks op de teller toverde.
Maar jouw, bijna Proustiaanse, koppeling van auto naar herinnering van de Bataclan aanslag, naar de islamisering van het Westen anno nu, is een prachtige literaire reis door jouw gedachtenwereld.
Ik kan mij dit nog heel goed herinneren. Het was doodstil in de trein van Leiden naar Amsterdam. Thuisgekomen zag ik tot diep in de nacht de lichten branden in de huizen aan de overkant.
Tien jaar later staan de Palliepijperesjes te pissen op de graven van de slachtoffers van die slachtpartij en roepen om het hardst: 'Fascist!'