

Discover more from Nijmans Nieuwsbriefje
Hamas, Israël en de antisemitische antithese van lichtzinnig liberalisme
Kijk naar de berichtgeving, zou ik willen zeggen
De afgelopen maand denk ik vaak terug aan hoe de islam de afgelopen twee decennia voortgewoekerd heeft in Europa, niet om een herhaling in opsommingen van aanslagen, bloed en de schaamte van het wegkijken aaneen te kunnen rijgen, maar in een poging om uit te zoomen en vooruit te blikken in de hoop érgens een soort omslag te ontwaren. Een tegenbeweging die de noodzaak begint te voelen dat ‘nu of nooit’ wel een beetje heel erg ‘nu’ begint te worden.
Het lukt niet echt. Natuurlijk zie je met iedere nieuwe misser van de media, die talrijk zijn omdat ze nagenoeg allemaal de ideologische terreur van Hamas verwarren met een vrijheidsstrijd tegen een vermeende onderdrukker, heus meer ogen open gaan bij kijkers en lezers die in Israël wél de ingetogen moraal van een ontwikkeld democratisch land zien, en onder grote delen van de Palestijnse bevolking de waanzin van hun regime, religie en fanatisme ontwaren. Hamas schiet letterlijk op Palestijnse burgers waar het IDF vluchtcorridors voor probeert te beveiligen, maar ter plekke stond een Channel 4-verslaggever een militair daarover verwijtend te bevragen (het is toch immers de schuld van Israël dat die mensen moeten vluchten?), en ook in televisie-interviews is Israël de enige die zich tegenover vijandige westerse media moet verantwoorden over dode kinderen in de Gazastrook - aan Hamas wordt niets gevraagd. Weerwoord leveren is iets dat regeringswoordvoerder Eylon Levy dan wel weer meesterlijk kan, zoals hier op de Ierse televisie:
Maar ook al opent die opzichtig eenzijdige berichtgeving ogen, dan nog zijn er veel te weinig nieuwsconsumenten die weten dat hun Tubantia bijna exact dezelfde inhoud heeft als andermans De Morgen in België, en Volkskrant en Parool op dit onderwerp bijna woord voor woord dezelfde inhoud hebben als het AD, Eindhovens Dagblad of De Gelderlander. Ze hebben namelijk allemaal één uitgever, één eigenaar, één stem en één gelijkgeschakelde redactiemoraal waarin de Palestijnen (en soms zelfs: Hamas) de slachtoffers zijn, en Israël (en soms: de joden) de beulen. Er krijgen meer mensen een vertekend beeld te zien, dan een realistisch gebalanceerde werkelijkheid via kranten die alleen in logo en lettertype van elkaar verschillen, maar nauwelijks op inhoud.
Ondertussen durft burgemeester Sharon Dijksma in Utrecht tijdens de Kristallnacht-herdenking te beweren dat “voor antisemitisme en haat nooit plek mag zijn”, terwijl op datzelfde moment door de stationshal van Utrecht Centraal oproepen klonken voor een nieuwe intifada (= zelfmoordaanslagen op joodse doelwitten) en voor de vrijlating van de bekende, al jarenlang in Nederland actieve maar pas recent opgepakte Hamas-fondsenwerver Abou Eenarm. Tegen die demonstratie - waartoe Volkskrant-columniste Asha ten Broeke mede had opgeroepen en waarbij een in Duitsland verboden groepering betrokken was - werd niet opgetreden. Er was dus wél plek voor haat en antisemitisme in Utrecht, op de avond van de Kristallnachtherdenking.
Demonisering van Hamas?
Nog zo’n vreselijk voorbeeld is hoe de joodse schrijfster Jessica Durlacher in NRC een prachtig verwoord pleidooi tegen antisemitisme en voor steun aan Israël afgedrukt kreeg (echt een bindende leestip), maar dat de krant twee dagen laten via een selectie ingezonden brieven de “balans” herstelde onder de kop “Israël verdient geen steun”, waarin naast de nodige jij-bakken op de rand van anti-joodse vuiligheid ook deze volstrekt van iedere realiteitszin losgerukte woordcombinatie door de eindredactie kwam:
Ook in De Volkskrant ging het weer mis: daarin verscheen een antisemitische cartoon van Jos Collignon, gevolgd door een boel ophef, maar een ingezonden reactie daarop door Lodewijk Asscher werd vervolgens achter een betaalmuur gezet en was niet via de voorpagina van de website vindbaar. Asscher zette het stuk dus alsnog direct op Twitter, terwijl hoofdredacteur Pieter Klok zelfs in negen minuten radiozendtijd niet kreeg weggepoetst wat de cartoon onthulde over de opvattingen van de maker. En een tekenaar mag maken wat ie wil hoor, maar niet zo lang geleden werd een Collignon-cartoon over Marokkanen wél verwijderd door de krant. Wat dus als beeld blijft bestaan, is dat Marokkanen als slachtoffers worden gezien, en joden als machtige poppenspelers van de wereldmedia.
Ja, zo leiden terugkijken in het verleden en een blik op het heden dus wel tot een somber beeld van de toekomst. Je kan niet blijven zeggen dat er voor antisemitisme geen plek is, maar er ondertussen niets tegen doen. Ergens dringt het niet door bij de zogenaamde bestuurders en beleidsmakers, niet bij de handhavers van de openbare orde en al helemaal niet in de media. Met excuses voor de herhaling, maar na Hebdo zei men dat een zekere ‘uitlokking’ door kwetsing ook een rol speelde, na Bataclan werd de islam uit het motief gepoetst, na ISIS kwamen vooral de empathie en de boeken, televisieoptredens en toneelstukken voor al die arme zielige Kalifaatmeisjes en Jihadbruiden, voor wie het ook niet makkelijk was dat hun liefhebbende echtgenoten na weer een werkdagje stevig koppensnellen thuis met hun Yezidi-seksslaven achter het slaapkamergordijn kropen. En in 2023 is een pogrom op Joods-Israëlische burgers de schuld van de slachtoffers zelf. Je krijgt bange vermoedens over hoe de volgende halte er uit zal gaan zien.
De zeggingskracht van een dood kind
Sorry - herhaling tracht ik te vermijden, maar dit is nou eenmaal het raamwerk van alles dat we al zo lang kunnen zien. Alles waar GeenStijl steeds tegen de verwijten van “racisme” of “islamofobie” in als een van de weinigen toch consequent op bleef hameren. Al die voortschrijdende islamisering, en die lankmoedigheid om er tegen op te treden. Alles komt uit, maar veel erger is: die achteruitgang schrijdt gestaag voort. Dus wat winnen we? Niks. Want dit gelijk wilde niemand halen - we wilden het voorkómen. Dat is aan het mislukken, zo het niet al mislukt is. De vraag die me het meest bezig houdt, is: hoe kan dat toch? Hoe hebben we onszelf zo makkelijk laten ondermijnen, dat onderwerping een reële gevolgtrekking kan zijn?
Een deel van het antwoord vond ik in een macabere maar ook prachtige reportage in Tablet Mag, van ene Antonio García Martínez (@), die langs dorpen, steden en kibboetsen in Israël reisde en een verslag afleverde waarin een expliciete nadruk wordt gelegd op hoe de werkelijke wanhoop niet het aangevallen, gewonde en rouwende Israël ten deel valt in dit permanente conflict, maar dat het in de kern een falen van de westerse moraliteit laat zien, zowel in beeldvorming als in breinwerking.
Een Palestijnse vader in Gaza City, grauw van puin en as, huilend met de ogen ten hemel geheven en zijn dode kind in de armen, heeft in de westerse psyche eindeloos meer zeggingskracht dan de aanleiding van die diep treurige afloop voor vader en kind: een maniakaal genocidale ideologie die bereid is bloed te vergieten - ook dat van de eigen bevolking - op een dermate sadistische manier dat die ieder vreedzaam en welvarend voorstellingsvermogen te boven gaat.
Het relatief voorstelbare verlies van een kind komt harder, realistischer en herkenbaarder binnen dan de beelden van hoe Hamas beestachtig tekeer ging in de kibboetsen en op het vredesfestival. Het begrip voor die vader is niet onterecht, maar toch vertroebelt de cognitieve dissonantie over wat er aan vooraf ging hoe Israël uiteindelijk van deze partijen echt de force for good is, en Hamas een katalysator van het kwaad. Het dode kind is krijgt - net als toen met het aangespoelde vluchtelingenkindje Aylan Kurdi - het voorkeursnarratief, omdat het minder ingewikkeld in een diep ingesleten concept van schuld, zonde en slachtofferschap in te passen is. Het is een makkelijker beeld voor de media, durf ik zelfs te zeggen. Hieronder een citaat uit de reportage van García Martínez dat daar aan raakt, maar lees vooral het hele verhaal, getiteld The Dogs of War - Traveling Route 232 in the days after the Hamas attacks.
Bovenstaande fragment over lichtzinnig liberalisme en de ongrijpbare antithese daarvan brengt me terug bij de manier waarom Nederlandse media berichten en bestuurders handelen in reactie op de situatie in Gaza, en hoe mijn pogingen om de pijnlijke partijdigheid daarvan in een breder perspectief geplaatst te krijgen, vooralsnog toch ergens halverwege anekdote en analyse stranden. Mede door vermoeidheid vanwege de niet aflatende stroom nieuwe voorbeelden, maar misschien juist ook omdat in al die kleine voorbeelden het grote plaatje zich eigenlijk heel duidelijk aftekent.
Het Revu-cursiefje van deze week:
De anti-joodse duivel in de doodscult-details
Ja, ik ga het opnieuw over Israël hebben. Het is een worsteling tegen de herhaling en ik probeer uit alle macht uit te zoomen, maar dat is verdomd moeilijk als de duivel zich in de details schuilhoudt.
Details zoals hoe de meeste kranten (die, ik kan het niet genoeg herhalen, inhoudelijk allemaal moreel gelijkgeschakeld zijn onder één eigenaar en louter in logo van elkaar verschillen) niet spreken over “gruwelijke daden van Hamas”, maar over “bloederige propaganda van Israël” wanneer laatstgenoemde aan de wereldpers toont wat Hamas in veel gevallen zélf gefilmd heeft.
Details bínnen zulke details, zoals hoe de NOS niet naar die lijkschouwing kwam met het volstrekt debiele argument dat hun aanwezigheid als een uiting van subjectiviteit gezien zou kunnen worden - om vervolgens op absurde wijze boos te worden op de kritiek daarop van belastingbetalers die de staatsomroep met groeiende weerzin financieren.
Details zoals hoe Leo Lucassen, een academisch historicus die de geloofwaardigheid van zijn eigen vakgebied tot een archeologisch artefact reduceert met iedere tekst die van zijn hand verschijnt, de pogrom van 7 oktober met anti-semantische retoriek omboog tot een verzetsdaad van onderdrukte Palestijnen, die daarom dus geen pogrom mag heten.
Details zoals in een cartoon van Jos Collignon, die suggereert dat joden de media aansturen met propaganda. Die cartoon verscheen in De Volkskrant, waarmee hij zijn eigen ‘argument’ meteen zo hard onderuit haalde, dat het onderliggende antisemitisme van zijn tekening er glashelder doorheen scheen. (Over de islam zal hij nooit zo tekenen, want in tegenstelling tot joden willen boze moslims nog wel eens hun wraak in bloedoffers komen dicteren.)
Als je uitzoomt, geven deze details wellicht toch een beeld van het gevoel dat sinds 7 oktober op me drukt. Die benauwdheid, de buikpijn, oprispingen van gebalde woede die afwisselen met het défaitisme van de onmacht: de media hersenspoelen hun publiek met westenhaat. Ze beschermen een doodscult via hun niet aflatende schoffering van de joodse slachtoffers en hun collectieve, eenzijdige aanvallen op de enige vrije democratie in het Midden-Oosten.
Een kennis appte: “Ik moest terugdenken aan een medestudent uit Dubai, die na een WOII-docu vroeg: ‘Teacher, do you think Hitler was a bad man?’” Er ligt een bijna naïeve onschuld in die vraag besloten, maar de jodenhaat als culturele norm spreekt er duidelijk uit.
Die naïviteit tekent het grootste gevaar van de huidige situatie: Als je ‘het westen’ en ‘de islamitische wereld’ als twee entiteiten plat slaat, leven we in onverenigbare werkelijkheden. Er zijn islamitische fanatici bezig met een bloederige viering van de dood en er woedt een existentiële Israëlische strijd vóór hun vrije westerse leven.
Als je uitzoomt, zie je die twee kampen. Als je inzoomt, is helder dat de meeste media in het verkeerde kamp zitten.
Deze column verscheen in Nieuwe Revu 48 - 2023
Het nawoord is voor de deze weken gelukkig alomtegenwoordige Douglas Murray, die de sombere blik in de toekomst duidt. Het is echt existentieel. De doodscult van Mohammed tegen de levenslust van het westen. Ja, het westen heeft veel zwarte pagina’s geschiedenis en nee, niet alle moslims zijn moordlustig. Maar dit is de existentiële (ideologische en demografische) kwestie, en je kan heeeeeeeeel lang doen alsof het niet zo is. Maar inhalen zal het ons:
Hamas, Israël en de antisemitische antithese van lichtzinnig liberalisme
Heel goed, Bart. Eén ding: het gaat om twee Belgische eigenaars en er is wel degelijk een krant - de mijne - die een ander geluid laat horen, vooral via zijn columnisten.
Daarnaast laten ook (niet geheel verrassend) het onafhankelijke Nederlands Dagblad en het Reformatorisch Dagblad een heel ander geluid horen, van gebalanceerde en feitelijke journalistiek.
In discussies met collega's en vrienden merk ik keer op keer hoeveel invloed de beperkte (mainstream) nieuwsvoorziening doet met de beeldvorming. Veel van de feitelijkheden (of juist onfeitelijkheden die door andere media wel als feiten werden gebracht) die ik op GeenStijl heb kunnen lezen waren bij nagenoeg allemaal onbekend. Bijna allemaal moet ik ze uitleggen wat de doodscultus van de Islam en de Jodenhaat van Islamieten in de kern betekent voor Israël (en uiteindelijk ook voor alle andere ongelovigen als er nu niet iets verandert in het westerse liberale denken). Ze zien het gewoon niet. En de redacties van NOS, Volkskrant, Trouw, NRC en het Parool zijn de schuldigen.