‘Natuurlijk ben ik voor democratie, maar ik wil mijn stembiljet weggooien’
‘Ik wantrouw alles, zeker de overheid’
Schrijf u in voor deze nieuwsbrief en u krijgt iedere woensdag een Blauwe Hap van Theodor Holman geserveerd.
Ik weet niet wat de verkiezingsuitslag is.
Interesseert het me?
“Ja hoor, ik vind het heel belangrijk… want hoe gaat het verder met ons land… wat gaan we doen, krijgen jullie jongeren sneller een huis… en hoe nu met mijn pensioen… en oooh, het klimaat… Ik maak me zorgen.”
Bühnezorgen.
Ik stem nu al zo’n vijftig jaar. Toen ik in 1972 voor het eerst in het stemhokje stond, was dat om de PSP te steunen. (Kreeg twee zetels.) Ik lag wakker van de uitslag (pun intended). Op mijn rug torste ik alle wereldproblemen met me mee. Atoomdreiging, oorlog, kapitalisme. Ik vergat ze twee dagen na de verkiezingen. Ik moest als de bliksem vrouwen veroveren, anders zou ik nooit gelukkig worden.
“De wereld is aan vernieuwing toe,” dacht ik vier jaar later. Later begreep ik dat de wereld altijd aan vernieuwing toe is, maar hij wordt nooit nieuw, alleen maar ouder.
Nu we langzaam, maar toch sneller dan ik dacht, in een ijskoud fascistisch klimaat terechtkomen en ik me steeds vaker bevind in de gure wind van constant wapperende banieren die allemaal uitdrukken: ‘Wij zijn tegen jou, nazi!’, voel ik me schizofrener en schizofrener worden.
Ik wil vechten tegen het domme geneuzel (Schizo 1) en ik wil naar een huisje met zwembad in een warm klimaat om daar mooie verhalen te schrijven en met niemand iets te maken hebben (Schizo 2). Ik wil roepen ‘uw rechtstaat is de onze niet’ (Ziel 1) en ik wil processen voeren tegen lieden die dat vinden (Ziel 2). De twee zielen in mijn borst haten elkaar en hebben elkaar lief. Zoals man en vrouw in een goed huwelijk.
Natuurlijk wil ik het nazisme en het fascisme bestrijden, maar voortdurend ben ik de nazi omdat ik wat gebeurt in Gaza, geen genocide vind. Ik herhaal: geen genocide!
Natuurlijk ben ik voor democratie, maar ik wil mijn stembiljet weggooien omdat ik anders gedwongen word voor iets te kiezen wat ik eigenlijk niet wens. Ik twijfel aan de mooie bedoelingen van alle partijen en ben daardoor gevangen in een net van paradoxen, want als ik kies, kies ik tevens voor iets wat ik wil tegenwerken.
Ik zou bijvoorbeeld best meer democratie willen, maar tegelijkertijd is het mij onmogelijk om van alles op de hoogte te zijn. Kan ik alle boeken en rapporten over het klimaat lezen en me aldus goed informeren? Geven kranten mij de juiste informatie? Ach, hou op! Ik weet toch hoe het daar werkt. Ik wantrouw alles, zeker de overheid, maar dat schijnt een verschijnsel te zijn van de fascistische ziekte.
Het wordt steeds ingewikkelder om kennissen, vrienden, collega’s en familieleden die zich van mij hebben afgekeerd te overtuigen van het feit dat ik juist geen fascist of nazi ben, dat ik deze ideologische ziekten wil bestrijden, dat ik in mijn denken uitga van de minst bedeelden, van minderheden, en daar ook rekening mee houd.
Ik ben heus eerlijk, eerlijk waar, niet waar, ik ben echt een (on)eerlijk mens, zoals ieder menselijk wezen op deze aardbol en daarbuiten. Maar wiens woorden hebben nog macht? De democratie zou me moeten beschermen, maar ze maakt me machteloos.
De democraat zou mijn vriend moeten zijn, maar wat heb ik aan een vriend die mij het zwijgen wil opleggen? Is stemmen niet een nutteloze bezigheid geworden. (“Hij is een fascist! zie je wel! Fascisten houden niet van democratie!”)
Verkiezingsdag - een dag die we zouden moeten vieren - confronteert mij met mijn hoploosheid die verdacht wordt gemaakt (“Er verandert toch niets”), met de angst dat het verkeerde wordt gekozen (“We gaan alle banden met Israël verbreken”) en de vrees voor uitsluiting (“We moeten jou niet meer, want je vindt wat in Gaza gebeurde geen genocide en je hebt suspecte opvattingen!”).
Ik weet het, als je alle woorden op een weegschaal legt, wegen ze niks en de Tijdgeest zuigt ze ook nog eens leeg voor zover ze enige inhoud hadden. De democratie als vriend… Ik stem in het besef dat mijn vriend mijn vijand zal worden, er weinig zal veranderen, en er steeds meer lieden achter wapperende banieren zullen marcheren. Geloof ik in de democratie en ben ik gaan stemmen?
Ja, ik ging stemmen, al was het als bidden en God smeken dat je overleeft wanneer de Titanic aan het zinken is.
Schunnige Zinnetjes
De knaagdieren rond het huis van Esther Ouwehand dragen allemaal een Palestijnse sjaal en niemand die het verschil merkt met echte Hamasstrijders.
Dat Bontebal betrouwbaar en fatsoenlijk is, daarin is hij ook veranderd.
De pornoplaatjes van Frans Timmermans en Esmah Lahlah bleken weer niet AI-gegenereerd te zijn.
Voortschrijdend inzicht: “Ik hoop dat onze nieuwe minister-president een heel klein beetje op iets van een vrouw lijkt.”
Nieuws: Ik ken een SGP’er die zijn stem heeft geaborteerd.
Frans Timmermans heeft een horloge waarmee hij in leugens kan betalen.
De Correspondent: “Je haar blonderen is ook een teken van naderend fascisme.”
Als ik het woord pistool hoor, grijp ik naar mijn cultuur.
Theodor Holman serveert ook stukjes op SlordigLeven.nl





Je woorden zijn eerlijk, open en confronterend, daarmee sta voor vele aan het roer van de reddingschuit.
Met die gedachten stemt toch vrijwel iedereen, die van deze site houdt?