Pieter Omtzigt heeft afscheid genomen van de Tweede Kamer, en de Haagse politiek. De Eik uit Enschede is ten langen leste geveld. Zijn afscheid werd opgeluisterd met mooie woorden van onder meer Martin Bosma en toeslagenouder Kristie Rongen. Omtzigt was omringd door familie, vrienden en mensen voor wie hij iets betekend heeft. In de Kamer klonk luid applaus van politici die het meenden, en ook de dolkdragers hadden hun messen weggestopt om mee te kunnen klappen. Een pilaar van de democratie verlaat een huis in verval.
Hoewel ik toevallig in Nederland was, lukte het me helaas niet om bij zijn afscheid te zijn dus sta me toe hier alsnog even terug te blikken op eigen ervaringen met het voormalige Kamerlid.
Pieter dook ooit, zo’n twaalf, dertien jaar geleden, op in mijn mailbox bij GeenStijl. Na een wat argwanend onthaal - wat moest een politicus met GS, wat had ie te verkopen en voor welk CDA-karretje dacht ie me te kunnen spannen? - leerde ik hem in de loop der jaren kennen als een vastberaden workaholic met een soms wat opdringerige maar toch altijd oprechte missie. Bovendien vond ik het wel geinig dat uitgerekend iemand van het stijve en archaïsche CDA de potentie van het bereik van een tegendraads weblog begreep, en dat je ook als politicus heus niet bang hoeft te zijn voor een hardroze sneer zolang je ons niet om de tuin probeert te leiden. Hij werd dientengevolge het eerste Kamerlid dat ooit de roze redactievloer betrad voor een kop koffie.
Nooit heb ik me verplicht gevoeld iets te doen met zijn tips, suggesties of verwijzingen - niet alles diende een groter belang dan het zijne of dat van het CDA - maar net zo goed wist hij me regelmatig op interessante sporen te zetten. Andersom heb ik ‘m regelmatig na alweer een cynisch verlopen debat over een vastgelopen onderwerp aan de lijn gehad, niet zelden zeer laat op de avond of in de nacht, als hij z’n hart nog even wilde luchten. In de loop van de jaren bouwden we een aardige verstandhouding op, waarbij het professionele soms zelfs met het persoonlijke overlapte (zijn dochters zijn verliefd op mijn honden).
Soms was zijn input ook domweg onnavolgbaar. “Je moet hier eens lezen, op pagina 87”, appte hij op een toon alsof er iets enorm belangwekkends te vinden was. Dan scrollde ik weer eens door een PDF van een wetsartikel uit Europa of een pak papier van een onderzoeksrapport, om enkel te concluderen dat ik het onderwerp zelf totaal niet beheerste, de betrokkenen niet kende en bovenal de vermeende fout niet kon vinden zonder context of letterlijke aanwijzingen. Het milde autisme van econometrist Omtzigt openbaart zich onder meer in zijn permanente misvatting dat wanneer hij iets deelt uit een dossier dat voor hem gesneden koek is, het ook logisch is dat de ontvanger van de hoed en de rand weet over dat onderwerp. Dan liet ik het maar gewoon lopen.
Van talloze vakgenoten weet ik dat het heus geen exclusieve relatie was: Omtzigt viel half journalistiek Nederland lastig met de zaken waarmee hij bezig was. Niet iedereen was daarvan gediend, sommigen hebben hem dat ook te verstaan gegeven. Anderen klaagden er onder de radar over. “Omtzigt heeft altijd wat te verkopen”, of “Omtzigt heeft weer wat belangrijks, volgens Omtzigt.” En zelfs: “Het is een populist en altijd met zichzelf bezig.” Tuurlijk, ook Omtzigt speelde heus wel eens politieke spelletjes. Het blijft, of was tenminste heel lang, een CDA’er. Maar je bent er altijd nog zelf bij om te beslissen met welke tip of suggestie je wel of niet iets doet — ‘nee nu even niet’ is ook een antwoord.
Zelf heb ik zijn aan manie grenzende vasthoudendheid nooit als een zelfdienend trekje of arrogantie beschouwd. Het ging namelijk nooit echt over hemzelf, niet over zijn carrière noch over hoe hijzelf beter in het nieuws kon komen. Zijn persoon, persoonlijkheid en karakter waren vaak vooral het werktuig om het onderwerp dat op zijn bord lag (of beter: de verschillende dossiers die altijd tegelijkertijd op zijn bord lagen) vooruit te laten blijven bewegen. Ik had daarom nooit het gevoel dat GeenStijl, via de dossiersnacks die ik uit zijn onuitputtelijke ruif pitste, een uithangbord was voor de BV Omtzigt. Zijn inmenging in die onderwerpen diende boven alles een publiek belang.
Je kan juist andersom vaststellen dat het bijzonder veel moeite kost om journalisten in beweging te krijgen op uitzoekwerk of in dossiers die iets meer vergen dan ‘die heeft ruzie met die’ of ‘deze bewindspersoon is in opspraak over iets banaals’. Hoe lang het duurde om het Toeslagendossier, een intrinsieke, institutionele en nog altijd doorlopende misstand in ons bestuur, een beetje ‘sexy’ te maken voor andere media dan die paar journalisten die er mee bezig waren, is daarvan een welluidend voorbeeld. Pas toen er een kabinet over viel, werd het nieuwswaardig. Inhoudelijk is het nog steeds een gevecht tegen ambtelijke onwil — een strijd waarin de media nauwelijks interesse tonen, behalve als er wat over ruziënde prinsessen te melden valt.
Veel meer dan zijn zoektocht naar (media-)platforms, is de weerstand die Pieter Omtzigt in Den Haag opriep bij de machthebbers een testament van zijn niet aflatende motivatie om bepaalde waarheden boven water te krijgen, zijn inzet om wetten bij te schaven wanneer hij vermoedde dat ze tot slechte uitkomsten zouden leiden, en zijn weigering om zonder aanziens des persoons of partij zijn kritiek voor zich te houden op dossiers en wetsvoorstellen die in zijn ogen niet klopten, niet werkten, niet deugden of niet voldoenden doordacht waren.
Hij werd erom verketterd, er werd getracht hem van kieslijsten te weren, te sensibiliseren of naar functies elders te ‘promoveren’, en rond MH17 was het juist wel de journalistiek die hielp een mes in zijn ribben te planten. Hij werd smerig gepakt door NRC, die zonder twijfel wél een cynisch coalitiebelang dienden door Omtzigt op dat dossier te besmeuren. Dat was de eerste keer dat ik via GS stevig voor de persoon Omtzigt opkwam, tegen de karaktermoord door die afgrijselijke en ongeneeslijke kutkrant aan het Rokin.
Hij werd van het dossier afgehaald door partijleider Sybrand Buma van destijds coalitiepartij CDA en ik heb altijd sterk het gevoel gehad dat dit het hele doel van de karaktermoord-exercitie was. Van Pieter weet ik dat het hem echt pijn deed om te worden neergezet als iemand die “Russische complottheorieën” zou helpen verspreiden, vooral omdat alle media - lui als ze zo vaak zijn - het bericht van NRC knipten en plakten zonder zichzelf de vraag te stellen hoe waar, logisch of feitelijk de aantijgingen waren, en zonder de overtuigende weerleggingen van andere betrokkenen zelf na te bellen. Hopelijk, nu ik dit oprakel, kan ik zonder de details te moeten uitschrijven volstaan met te zeggen dat het echt abjecte nonsens was, wat hem werd aangewreven inzake MH17.
Natuurlijk was de waarheid soms ook een beetje zijn waarheid, geboren uit eigen overtuigingen, niets menselijks is zelfs Pieter Omtzigt vreemd. Echter, in zijn constante strijd om onrecht te rechten of wetgeving te bekritiseren en bij te slijpen om toekomstige bestuurlijke ongelukken te voorkomen, heb ik toch boven alles altijd een oprechtheid en een toewijding aan een grotere zaak geproefd die je niet vanzelfsprekend bij mensen tegenkomt, laat staan bij politici van (regerende) machtspartijen.
Het is ook die eigenschap geweest die hem in de Haagse slangenkuil zo veel gekost heeft, en die uiteindelijk in de zomer van 2021 tot het bijzonder lelijke en uiterst ondankbare afscheid bij het CDA heeft geleid. Toen Mark Rutte vervolgens medio 2023 met een opportunistisch kulsmoesje de stekker uit zijn vierde kabinet trok, werd het dé Haagse vraag of Omtzigt met een eigen partij mee zou doen. Hij peilde als eenpitter - Groep Omtzigt - op dat moment soms hoger dan alle ‘echte’ partijen in de Kamer, dus de belofte was even groot als de druk hoog was.
Eén keer, toen in juli 2023 de vraag of Pieter een partij zou oprichten dé politieke zomerkomkommer van de pers was, besloot ik me te bemoeien met zijn afwegingen, via een sms’je. Het was voor mij duidelijk dat een eigen partij beginnen een onverstandige en ongezonde beslissing zou zijn, omdat zijn gezondheid toen al zichtbaar haperde. Dat zou alleen maar zichtbaarder worden, en tot een vicieuze cirkel leiden.
“Getwijfeld of het überhaupt mijn plaats is om wat te zeggen, maar ik doe het toch. Als ik moest adviseren zou ik zeggen: kies voor jezelf. Je gezondheid is meer waard dan de politieke positie. Maar ik wil je vooral wijsheid wensen.”
Wie thans niet verder terugkijkt dan de laatste verkiezingen en de coalitie die daaruit voortkwam, kan met recht en substantie vaststellen dat de kabinetsdeelname van NSC niet geleid heeft tot een soepele samenwerking in een voortvarend kabinet. Uiteraard ligt het niet alleen aan NSC dat de regeringskar stevig in de poldermodder zit vastgezogen, maar de partij van Omtzigt is ook niet bepaald de kettingsmeer voor kordaat bestuur. Mijn perceptie is altijd al geweest dat Omtzigt niet alleen een moeilijk mens kan zijn, die sowieso niet gretig was op een coalitie met Geert Wilders, maar ook dat hij al lang te diep in het rood zat om het NSC-avontuur goed te leiden, laat staan tot een goed einde te brengen.
Uit oververmoeidheid volgen onverstandige beslissingen, slecht gewogen en met te weinig geestelijke lenigheid uitgedacht. Het gaat aan jezelf vreten en voor je het weet leiden de verslechterde gezondheidsomstandigheden tot emoties waar je niet weerbaar tegen bent. Ze worden een kernmotief van je karakter en een rode draad in je expressie. Zo ook bij Omtzigt.
Zijn eigen worsteling werd een publieke martelgang en hoe zwaarder zijn gemoed of hoe openlijker zijn sentimenten, des te meer mensen hem leken te verwijten dat hij zijn eigen kruisgang in scène zette. Een burn-out krijg je niet uitgelegd, heb ik uit eigen ervaring kunnen vaststellen. In zijn geval was dat duidelijk te zien aan de manier waarop hij werd belaagd en beledigd, soms zelfs gekleineerd en verketterd. Luidruchtige ondankbaarheid is helaas een belangrijk onderdeel van ‘s lands ‘eer' en ‘s lands wijs. Maar het zijn doorgaans niet de mensen die het minst om hun werk of hun verantwoordelijkheid geven, die in een burn-out terechtkomen.
Het onvermijdelijke heeft zich nu voltrokken: Omtzigt heeft zijn burn-out geaccepteerd en de enige conclusie getrokken die zijn gezondheid ten goede kan komen. Dat Nederland daarmee een (in de terechte typering van Martin Bosma) instituut verliest in het democratisch bestuur, is een nevenschade die politiek Den Haag zich aan mag rekenen, evenals een deel van de Haagse pers. Maar je kunt je sowieso afvragen of zowel politiek als pers daadwerkelijk nog iets willen oplossen, aanpakken of serieus verbeteren. Nederland is een land dat in stilstand op een helling staat, en de kabels van de handrem houden het niet lang meer.
Ik ben ervan overtuigd dat je in een land dat niet meer weet waar het voor staat, waar het heen wil of hoe het überhaupt gemaakte fouten moet herstellen (om nog maar eens naar de Toeslagenaffaire te verwijzen), méér Omtzigts nodig hebt. Want zoals ook uit een passage uit zijn eigen afscheidsbrief spreekt: zoveel mensen zijn er niet die door het opportunisme en partijpolitieke machtsbelangen heen de bestuurlijke erosie doorzien.
Wij hebben onmogelijke, complexe bureaucratische systemen verzonnen, die wij zelf niet meer begrijpen. Geen Kamerlid kan je hier uitleggen hoe de inkomstenbelasting en de toeslagen precies werken of hoe je een arbeidsongeschiktheidsuitkering krijgt en berekent. Of hoe en waarom de overheid kinderen uit huis plaatst.
— Afscheidsbrief Pieter Omtzigt, 13 mei 2025
Degenen die bereid zijn zich kapot te werken in een poging om dat tij te keren, zijn (te) dun gezaaid. Sommigen bedenken zich net op tijd dat ze er uit moeten stappen. Anderen gaan door, tot ver voorbij het moment waarop het niet meer kon, waarna zelfs de schijnheiligen met warme woorden de fruitmand aanreiken en je een goed herstel wensen. In stilte zijn ze blij dat je eindelijk oplazert.
“Ik word ooit archivaris”, appte Pieter me eens in een gesprekje over werkdruk en Haagse hysterie. Het klinkt - na een periode van rust - als een goed reïntegratie-project. Maar in godsnaam, Pieter, eerst die rust. De status quo gaat heus nergens heen, die ligt er volgend jaar of daarna ook nog wel.
Tot besluit de mooie woorden die toeslagenouder Kristie Rongen (u weet wel, de mevrouw die het ooit Mark Rutte zo moeilijk maakte in een verkiezingsdebat) aan Omtzigt richtte op zijn afscheidsreceptie. Zij maakte ook het beeldje waarvan de foto’s in dit stukje staan, met daarbij onderstaande toespraak (plus de video met de eveneens mooie woorden van Martin Bosma). Het ga je goed, Pieter, en hopelijk snel beter.
‘Een Schild, een Boek, een Pauze’
Dames en heren, sta mij toe u mee te nemen naar de arena van Den Haag — waar sommigen schermen met woorden, en anderen met rapporten zwaaien als een vlag. En daar stond hij: Pieter. Omtzigt. Niet van marmer, niet van teflon, maar gewoon van vlees, bloed, en spreadsheet. In zijn ene hand: een boek. Niet om naar te kijken, maar om te weten. Artikel zus, memorie van toelichting zo — hij las zich een weg door het toeslagenschandaal alsof het een escape room was zonder nooduitgang.
In zijn andere hand: een schild. Niet uit ijdelheid, maar uit noodzaak. Om zich te weren tegen onrecht, tegen wollige antwoorden, tegen “functie elders” (au!). Ze zeiden: “Hij moet gesensibiliseerd worden.” Hij zei: “Prima. Maar ik begin met jullie.”
Als Don Quichot met een dossier, reed hij dwars door het Haagse decor, zette een partij op — zonder subsidie, zonder stoelen. Gewoon. Vanuit een kantoor met een printer die het ook niet meer trok. Maar nu… legt hij het schild neer. Sluit het boek.
Niet uit zwakte, maar uit wijsheid. Want zelfs een strijder met titanium principes heeft recht op een boterham met pindakaas en een knuffel van zijn kind. Dus Pieter, ga. Rust. Niet voor altijd, maar even. Niet uit beeld, maar uit de wind.
Wij, ouders, kinderen, mensen met een toeslag en mensen zonder, we bedanken je. Voor je dossierkennis. Voor je koppigheid. Voor je geworstel met het systeem én jezelf.
En wie weet, misschien komt er ooit een standbeeld: met een boek, een schild, en een koffievlek op z’n colbert. Maar voor nu: hulde. En een welverdiende: Omt-zigt!
— Kristie Rongen, 13 mei 2025
Wat een mooie en eerlijke 'afscheids'brief, Bart. En je hebt helemaal gelijk: Pieter was voor zich zelf niet altijd een gemakkelijke man. Maar hij had zijn hart op de juiste plek en heeft alles, en meer gegeven aan het aan de kaak stellen én oplossen van zaken (meestal onrecht) waar hij echt in geloofde. Dank je wel voor dit document.
Gewoon prachtig Bart, dank....