Ayaan Hirsi Ali is van haar ongeloof gevallen en heeft zich tot het christendom bekeerd. Om het Westen te helpen beschermen. Wat moet ons dan nu doen geloven (lol) dat haar bekering het begin van een nieuw begin betekent voor de westerse beschaving?
N.B. Inderdaad, beste lezer, deze bekering was al in november een ding(etje). Het nu volgende stuk is in december geschreven, maar mijn eigen bekering kwam tussendoor dus ik zette een zwarte vrouw even achterin de bus planning.
Ayaan kreeg veel kritiek op haar geloofsbrief. Hoon van de haters, voorspelbaar, maar ook best wat veroordelingen uit het haar goedgezinde liberale kamp. Bij mij rees ook de vraag af hoe ze tot deze tweede communie, als het ware, is gekomen en of het geen rare vlucht naar voren is. Die gedachten kwamen tot mij naar aanleiding van een beschouwing op Ayaans bekering bij DjoeGio's Marginalia, alwaar ik een comment begon te tikken die lang genoeg werd om tot eigen kerkboekje te drukken. Dat heeft u nu in uw handen, of op het scherm voor uw neus.
Beminde nieuwsbrieflezers, ik wil Ayaan proberen te begrijpen en hoewel de context die ik er bij zoek ook maar gewoon door mijn eigen lens bekeken wordt, wilde ik in ieder geval niet in snelle spot vervallen. Hopelijk is dat gelukt, maar het oordeel is zoals altijd aan god de lezer.
Allez, we gaan beginnen, of hoe zei meneer pastoor dat vroeger ook alweer.
Ayaan Hirsi Ali deed haar biecht reeds in november bij het Britse UnHerd, vrij vertaald: ‘OntKudde’ - enige ironie in die platformkeuze ontging me niet. In het kerstnummer van Elseviers Weekblad verscheen een Nederlandse vertaling, waardoor het onderwerp (opnieuw) de vaderlandse kribbe bereikte. Hoewel niet iedere ‘wijze’ zin had om naar haar stalletje te komen met mirre en wierook:
Mij kostte het minder moeite om Ayaans onderbouwing te lezen, hoewel ik moet constateren dat die nogal dun is. Het artikel is vooral lang omdat ze een historische aanloop neemt waarin ze haar eigen vroegere leven als actief (maar niet gelovig) moslima beschrijft, met alle dadendrang die werd aangespoord door de Moslimbroederschap via de (fysieke) dreiging waarmee eventuele overwegingen van belijdensweigering gepaard zou gaan, zowel in het aardse als in het vermeende hiernamaals.
De angst die ze daar aan overhield, hoopte ze in haar atheïsme kwijt te raken en tevens vond ze haar goddeloze vrienden als Christopher Hitchens en Richard Dawkins slimmer en leuker dan de religieuze kennissenkring waaruit ze zich bevrijd had.
Hirsi Ali werkte zich - ondanks Rita Verdonk - op tot een internationale leidende stem voor westerse vrijheden, die zich in haar beschouwingen zowel intellectueel scherp als menselijk mild toont. In het echt is ze een frêle, bijna timide verschijning met een persoonlijkheid waar het Britse woord soft-spoken voor lijkt te zijn uitgevonden. Totdat ze het woord neemt tijdens lezingen of debatten - dan spreekt een natuurlijke autoriteit, zoals ik onlangs tijdens de ARC Conference nog mocht aanschouwen.
Des te teleurstellender was daarom de argumentatie voor haar hervonden geloof. Ze beweert, vanuit de premisse dat vrijheid van geweten en meningsuiting “het product zijn van eeuwenlange debatten binnen joodse en christelijke gemeenschappen”, dat atheïsme in verhouding daarmee “een te zwakke en verdeeldheid zaaiende doctrine is om ons weerbaar te maken tegen onze vijanden”. Een vreemde uithaal naar ‘ongeloof’ in dezelfde passage waarin vrijheid van geweten en meningsuiting (en dus: ieder z’n eigen individuele vrijheid van denkrichting, wars van dogma’s of anders toch tenminste gevuld met zelfgekozen, niet-religieuze dogma’s) op een voetstuk worden geplaatst.
Meteen in de volgende zin erkent ze dat ze op haar eigen persoonlijke niveau spiritualiteit miste in haar leven:
“Ik heb me ook tot het christendom gewend omdat ik het leven zonder spirituele troost uiteindelijk ondraaglijk vond – en zelfs bijna zelfdestructief. Het atheïsme slaagde er niet in om een eenvoudige vraag te beantwoorden: wat is de zin en het doel van het leven?”
O god, de zin van het leven…
Niet alleen is wat is de zin van het leven? helemaal geen eenvoudige vraag, het is een vraag die gecompliceerd genoeg is om geen enkele religie een sluitend antwoord te laten formuleren, anders dan varianten op geloven in een hiernamaals, een eeuwigheid voor de ziel of geborgenheid voor het geweten mits het zich onderwerpt aan bepaalde voorwaarden. Kennelijk moest bij Ayaan dat door de islam geslagen gat toch (weer) worden opgevuld en in het christendom heeft ze een opstap naar nieuwe spiritualiteit gevonden, waarbij ze vrij makkelijk vanuit god als conclusie de passende argumentatie van de plank kan trekken. Het christendom is helemaal niet bevrijd van dogma’s (zoals Ayaan helaas wel beweert - “In tegenstelling tot de islam ontgroeide het christendom zijn dogmatische stadium”), maar in moderne tijden wel lekker flexibel en retorisch vergevingsgezind geworden het christendom geeft onder druk inderdaad wat beter mee dan de islam.
In haar individuele streven naar geestelijke vervulling vergrijpt Ayaan zich bovendien ook nog aan de gemeenplaats dat wie god verlaten heeft, overgeleverd zou zijn aan een “nihilistisch vacuüm”. Welja. Atheïsten kun je veilig beledigen, zullen we maar denken: die hebben immers geen god die om vergelding vraagt.
In godsnaam, geen hiernamaals
Nou is mijn eigen, individuele antwoord op de vraag wat de zin van het leven is even simpel als bevrijdend: niets. Het leven heeft geen zin. Maar daarmee wordt de vráág wat de zin van het leven is nog geen eenvoudige. Dat het leven op filosofisch niveau geen zin heeft (en hopelijk, in godsnaam, geen hiernamaals kent), maakt het aardse bestaan van vlees, bloed en een paar hersencellen niet minder tot een uiterst ingewikkeld spel van plichten en plezier, sociale eenheid en particuliere individualiteit en natuurlijk: eindeloze zoektochten naar zingeving in al je bezigheden, die in ultimo dus - sja, sorry - allemaal zinloos zijn. Zowel de zoektocht als de bezigheid. God of geen god, slechts weinigen is een nihilistisch vacuüm gegund in het leven.
Het enige doel is de invulling van het nu, want alle gisterens zijn geweest en ieder morgen moet nog worden geconstrueerd. Binnen de marges van je eigen breinchemie, intellect, karakter en (sociale, economische, geografische) omstandigheden kun je dat nu opvullen met iedere denkbare emotie, van liefde tot lijden, plezier tot pijn, geluk tot gesel - enfin, de lijst is eindeloos en ieder mens, gelovig of anderszins, vinkt tijdens zijn leven de meeste vakjes wel een keer af, waarbij per persoon de ene emotie wat beter beklijft dan de andere.
Terug naar Ayaan. Haar ‘bekering’ heeft bij mij een lichte indruk van machteloosheid aan haar zijde achtergelaten. Enerzijds voel ik begrip voor haar standpunt, of overtuiging, dat het Westen niet (meer) beschikt over de juiste wapenen in het arsenaal van de Verlichting om zich te weren tegen de vijanden van buiten de poort, die in zekere mate al binnen de poorten zijn en groeien in getal. Ayaan benoemt specifiek drie zaken: het autoritarisme en expansionisme van Rusland en China, oprukkend islamisme en de morele erosie die de woke-ideologie veroorzaakt.
Een maatschappelijk maliënkolder
Het vraagstuk dat ze neerlegt is helder: hoe kun je met de ratio, redelijkheid of kille rekenkracht van diplomatie, democratie of digitale vooruitgang de intrinsiek ideologische overtuigingen die het vrije Westen bedreigen, te lijf gaan?
Ayaan lijkt - in lijn met een modieuze conservatieve opleving van anti-athëisme - te willen getuigen dat ook moderne vrije samenlevingen niet louter kunnen bestaan bij de besluiten van de helft plus één, maar bij de gratie van een gedeeld verhaal dat zo diep ingebed is in onze cultuur dat het een maatschappelijke maliënkolder vormt. En als daarvan de ringetjes loslaten, zoals ze sinds de ontzuiling c.q. ontkerkelijking zijn gaan doen, vallen er gaten in het pantser. Het rafelt niet als een wollen trui maar er verschijnen zwaktes en die (kunnen) worden uitgebuit.
Om het bij de intrinsieke bedreigingen van de islam te houden: de gaten die in het joods-christelijke pantser vallen, onthullen zwakke plekken. Ingangen waarlangs zachte geesten bewerkt kunnen worden voor de bouw van meer moskeeën, het breder maatschappelijk introduceren van islamitische feestdagen, gebedsruimtes in openbare gebouwen en de gevaarlijke aantasting van de neutraliteit van de wetshandhaving via het gedogen van hoofddoeken bij boa’s en - uiteindelijk, let maar op - bij de gehele Nationale Politie.
De zorgen die Ayaan heeft over islamisering deel ik ten diepste, want de islam heeft gewetensvrije mensen niets te bieden en wel veel vrijheid af te nemen.
Retorisch kryptoniet tegen kwade krachten
Desalniettemin voelt haar 'terugkeer' naar (een) god als een lichte uiting van wanhoop. Alsof bekering tot het christendom een laatste bastion is, een onzichtbaar maar niet te doordringen defensief, een retorisch kryptoniet tegen de religieuze beïnvloeding door aanhangers van de islam (of woke, of het Chinees-Russische imperialisme). Er dreigt, zo voortekent Ayaans omarming van god in zekere zin, een (eind)strijd om het vrije Westen die alleen gevoerd kan worden op het niveau van het allerhoogste: in het domein van de goden, waar sterfelijke mensen zich onderwerpen aan eenheid in overtuiging en daar kracht vinden in een vastberaden vaststelling van het bestaan van een heilzaam hiernamaals.
Als mensen dat eenmaal geloven, kun je ze op aarde tot bijna alles bewegen (of dwingen) en zo Ayaan iets weet als islamitisch opgevoede Somalische vrouw, is het dat.
In meer abstracte zin kun je zelfs zo’n eindstrijd een soort democratisch streven noemen: wie de helft plus één achter zijn god krijgt, kan daarmee een overwicht afdwingen op de god van de ander. Immers, ook op het heilige strijdtoneel van de onzichtbare ongenaakbaren gelden de spelregels van een soort debat: verzen, psalmen, soera's, strijdliederen en lofzangen, die zijn geworteld in de vele geloofsbrieven uit de overlevering en die allemaal hun eigen ethiek, eer, prijs of beloning vragen. De uitkomst is voor iedereen anders maar de vraag voor allen gelijk: wil je jezelf onderwerpen aan een geloof dat uitkomsten belooft die jou het meest aanspreken?
Jezus in je hart, Mohammed buiten de poort
De vraag waar ik zelf het meest mee blijf zitten, is wat voor zin het heeft om Jezus in je hart te sluiten om Mohammed buiten de poorten te houden wanneer je daarmee jezelf alsnog onderwerpt aan overtuigingen die alleen van enige kracht, betekenis en waarde kunnen zijn als je echt bereid bent om je eraan over te geven - door er werkelijk in te geloven. En dat geldt dan niet alleen voor jouzelf, maar voor iedereen. De kracht van de aantallen vereist een vereende onderwerping.
Edoch, iets aanhangen waar je niet werkelijk in gelooft, is schadelijk, zowel voor jezelf (omdat het een vorm van zelfverloochening is) als voor het geheel: hypocrisie, of beter: schijnheiligheid kan heel vrome vormen aannemen maar zal krachteloos blijken wanneer het christelijke kruis daadwerkelijk door de islamitische sikkel wordt getest - in de vorm van bloedproeven. Ook het hemelse heeft immers kinetische aardse krachten nodig om zich toegang tot om het eender welk koninkrijk te verschaffen. Maar waar die degens zich afgelopen jaren in de christelijke post-kerkelijke westerse samenleving gekruist hebben, hebben geen enkele “thoughts and prayers” die zijn geuit na om het even welke aanslag, zinloos bloedvergieten, genocide of pogrom geleid tot een stellig antwoord op de vraag of God ons kan redden van Allah.
Dan is er nog het argument van geloof als verzet tegen woke - is knielen op harde houten kerkbankjes werkelijk het antwoord op de zachtewandjesgekte van genderbedenkers die de oorlog verklaard hebben aan zogenaamde “westerse constructen” als kolonialisme, imperialisme, kapitalisme, wetenschap, en aan mensen met een blanke huidskleur in het algemeen?
Paars gras langs gebaande paadjes
In recente jaren zie je een neo-conservatisme groeien dat zich niet zozeer als diepgeworteld religieus profileert, maar veel vaker als anti-progressief. Het is een pendule waarvan de ene zijde het bestaan van biologische geslachten in twijfel trekt (en daarmee genders tot sociale constructen reduceert waar je naar hartelust aan kunt sleutelen), en de andere zijde vervolgens de bal terugkaatst door een wereld te omarmen zoals god hem geschapen zou hebben: met een man, een vrouw, in een paradijs met valse slangen en giftig fruit, waar je niet op het gras mag lopen - laat staan het gras paars verven.
Want voor de toch wel lollige beeldvorming: de één verft z’n haar paars, trekt een jurkje aan en eist toegang tot het vrouwentoilet, om bij weigering daarvan luidkeels uiting te geven aan het anarchistische nihilisme van een ideologie zonder argumenten die, dientengevolge, louter kan bestaan bij de overtuiging van de aanhangers van dit woke gedachtengoed, die ten diepste van hun eigen ideeën overtuigd moeten zijn om ze überhaupt enige kracht of zeggenschap te geven. Ze moeten echt geloven dat een man een meisje kan zijn, simpelweg door te zeggen dat hij het is. Want niemand anders gelooft het.
De bredere massa balanceert vooral tussen ergernis over de opdringerigheid van zoveel onzin, of schadenfreude over de zichtbaar falende struggle om van alle lived experiences van iedere zichzelf woke noemende n=1 die z’n eigen gender en voornaamwoorden heeft verzonnen tot een krachtige en collectieve beweging te smeden.
Woke is z’n eigen grootste vijand, er is echt geen goddelijke interventie nodig om die ideologie een halt toe te roepen. Valt vanzelf een keer dood neer, om te worden vervangen door de volgende massahysterie van het modieuze postmodernisme.
Een deel van de overzijde van deze overtuigingen, daarentegen, kleedt zich tot die tijd voor de zekerheid toch maar in een corset en een knielange rok, koopt een degelijke stofzuiger en een houten deegroller en blijft ostentatief thuis om schoon te maken en te koken voor de werkende man. Na diens thuiskomt dineert het gezin tezamen na een kort woord van dank aan de heer daarboven aan de eikenhouten hoeksteen in de huiskamer: de eettafel, alwaar men elkaar vertelt over de dag die was - met vader aan het hoofd om het vlees te snijden. Je uitspreken tegen woke is één ding, maar ook daar horen verkleedpartijtjes en rollenspellen bij.
Is dat dan wel religie? Is dat een dieper geloof in een hogere macht, die een onderwerping rechtvaardigt als een gezegende keuze en niet als een gesel die ondergaan moet worden? En dan niet eens tegen de oprukkende islam, maar vooral de opdringerige progressieve moraal een middelvinger wil geven?
Denkend aan voor de hand liggend Nederlands voorbeeld Eva Vlaardingerbroek zie ik dan toch een ‘herboren katholiek’ die mogelijk sneller een imam zal prijzen om zijn vrome waardigheid, dan dat ze zich tegen repressieve islamisering keert. Die eerder de traditionalistische waarden van Rusland en China zal waarderen, dan dat ze hun expansionisme veroordeelt. Die zich weliswaar tegen de morele degeneratie van woke keert, maar daarin zo ver doorslaat dat ze zelf ook beklemd raakt in conservatieve kaders die individuele vrijheid van geweten en meningsuiting niet als hoogste streven ambiëren - zoals Ayaan zelf wel propageert. Nogmaals, nieuwbakken conservatieven lijken zich vooral tegen de links-progressieve elite te willen keren, vanuit (rechts-elitaire) kringen waarbinnen ze op handen gedragen worden. Citaat Geerten Waling, ook uit het kerstnummer van EW:
“De eens zo kritische rechtsfilosofe Eva Vlaardingerbroek, die het niet uithield bij de FVD-sekte van Thierry Baudet, ontpopte zich aanvankelijk als een kritische stem in het publieke debat. Maar inmiddels herhaalt ze, dronken van haar succes op Fox News en andere oerconservatieve kanalen, braaf de clichés van rechts-christelijke Republikeinen in Amerika. En voilà, ook Eva Vlaardingerbroek blijkt zich nu te hebben bekeerd tot het katholicisme.”

‘Haha god bestaat helemaal niet’
Begrijp mij niet verkeerd, er is gegronde reden om je tegen de progressieve elite te willen keren. Die zijn op diverse onderwerpen hun hand aan het overspelen, zo ze dat niet al lang gedaan hebben. En als iemand graag op zondag een hostie gaat halen bij meneer pastoor, sja, ik ben de leeftijd onderhand wel voorbij dat ik daar obstinaat ‘haha god bestaat helemaal niet’ van ga roepen. Sterker nog, juist door de even opzichtige als opdringerige absentie van zingeving bij woke (ingeruild voor retorische radeloosheid, hysterie en gefrustreerde agressie), ben ik de kaders van oude culturele waarden beter gaan begrijpen en met het gestaag klimmen van de jaren volgt zelfs een zekere waardering voor de waardevastheid van bepaalde vertellingen en overleveringen. (Godverdomme, vloek en verzucht ik hier plichtmatig rebels, ik word nog eens volwassen.)
Alleen: god bestaat nog steeds niet en hoewel Ayaan me zeker geen type lijkt voor Headspace-sessies op haar iPhone en ook niet voor yoga retreats met kruidenvrouwtjes en aardstraalmeisjes, kan ik haar bekering toch niet als iets méér zien dan slechts haar eigen individuele vorm van mindfulness. Een oud idee in een hip retro-jasje. Oude miswijn in gewoon dezelfde zak als altijd. De bijbel uit de kast trekken als revolutionaire anti-beweging tegen het censureren van oude werken door gekwetste zielen. En dat dan - hier toont zich het soft-spoken karakter van Ayaan - niet fanatiek maar onschuldig, argeloos bijna, alleen: daarin ook onmachtig.
Hoewel de westerse cultuur, historie en ook wetenschap en filosofie diepe, lange sporen in de joods-christelijke religieuze waarden hebben, geloof ik nooit dat bekeringen zoals die van Ayaan iets zullen doen om het Westen weer aan kracht te laten winnen, noch zal het anderzijds de vele vijanden van het Westen weerhouden van het huldigen, nastreven en in de praktijk brengen van hún ideologisch geïnspireerde dogma’s.
In gebed vind je wellicht geestelijke genoegdoening, te kerke gaan kan een rusteloos brein kalmeren, de nabijheid van heiligheid ervaren (of denken dat je dat ervaart) kan helpen om een spiritueel gat in het hart te helen - maar met louter een individuele bekering red je geen beschavingen. Hoewel ik samen met Ayaan vrees dat westerse samenlevingen een bepaalde Gemeinsamkeit of Gesamtheit ontberen, kan niet genegeerd worden dat bovenaan haar bekeringsbekentenis staat dat ze ten tijde van 11 september 2001 een “moslim, maar geen praktiserend moslim” was. Ergo: ze geloofde toen ook al niet. Een gelovige, alleen in naam en niet uit overtuiging.
Dan zou ze ook nu nog moeten weten dat het geloof in een verlosser geen enkele garantie op verlossing biedt.
Give me that Church of the Holy Spook
Church of the Holy Spook
Church of the Holy Spook, it's good enough for me
It was good for me dear old Daddy
and my dear old Mammy too
Give me that Church of the Holy Spook
I don't need nothin' new
Amen.
Heel goed stuk, een dilemma waar ik als atheïst ook vaak over nadenk, Douglas Murray's visie in deze had benoemd kunnen worden maar soit. In The Sam Harris Experiment op fb schreef ik :" Personally, i think that Ayaan is taking the Douglas Murray route; realizing that, especially in Europe, atheism can not form a firm counterweight to islamization ( here far more a threat than in the US) , she chooses Christianity, in other words, out of pragmatism" Fan van Sam Harris, heb ik altijd kritiek gehad op zijn suggesties voor een seculiere samenleving; atheïsme heeft (nog) geen enkel bindend vermogen