Ruim een jaar terug begon ik via Twitterdienst Revue aan een nieuwsbrief, maar die service kapt er binnenkort mee. Dus nu zit ik op Substack en om met een schone lei te beginnen, wilde ik aftrappen met een door nostalgische nieuwjaarsgedachten gedreven voorstelrondje.
Hallo en welkom in mijn nieuwsbrief, ik ben Bart en mag ik nog één keer uitgebreid in herhaling vallen? En als u hier nieuw bent, klik ff op deze roze knop en vul je mailadres in. Dat geeft de bloggende burger moed:
Counter-Strike: Source
Het is ontegenzeggelijk een vorm van oud(er) worden, maar ik voel steeds vaker een weemoed naar het meer hoogwaardig-technisch gedreven en minder ramsj-commerciële internet van de overzichtelijke begindagen, zeg maar rond de eeuwwisseling. Toen ik zelf nog handig was met hardware en mijn eigen Windows-machines bouwde, totdat een overstap naar mijn eerste MacBook die technische kennis langzaam deed verroesten. Ik kon uit mijn hoofd HTML’en maar haakte nooit serieus aan bij de ontwikkeling van nieuwe programmeertalen. En ik prutste met een eigen blog/portfolio totdat de gehele website inclusief archief verloren ging vanwege een particulier gehoste server die bijna letterlijk in rook opging.
In die tijd verschoof ik langzaam van games (levensjaren gingen verloren aan Counter-Strike 1.6 en CS:Source) naar tekst omdat ik tijdens mijn studietijd alles saai vond behalve essays schrijven. Omdat ik doorgaans geen vin verroer totdat de tijd begint te dringen, leerde ik van deadlines houden en tapte onder druk de meest vloeibare teksten uit het toetsenbord. Niet zelden haalde ik vanwege mijn weerzin tegen stampen en mijn onmacht om te concentreren op studieboeken vieren en vijven voor tentamens in dezelfde vakken waarvoor ik achten en negens klokte op de essays - om dan op basis van het gewogen gemiddelde toch met de studiepunten over de sloot te komen.
Hoewel ik op de middelbare school al een neiging richting de journalistiek had (gevolgd door een aan schoolse verveling te wijten voortijdig afgekapt jaartje Fontys in Tilburg), werd mijn jongvolwassen wereldbeeld gevormd door 9/11, de moord op Fortuyn, de moord op Van Gogh en de ontkenning van het EU Grondwetreferendum van 2005 en over geen van die onderwerpen waren bevredigende nieuwsberichten, analyses of opinies te zien of te lezen in de reguliere media. Op internet, daarentegen, leefde een discussie met alle (tegen)geluiden waaronder en uiterst opvallend ook de opvattingen die je in NRC of zelfs De Telegraaf niet tegen kwam. GeenStijl kwam rond die tijd op mijn radar en de obstinate branie en ironische agressie tegen politieke correctheid smaakten als een goed glas fris pils op een bijeenkomst van zelfverklaarde geheelonthouders. Goh, als ik dáár toch eens voor zou mogen schrijven…
In de laatste jaren van mijn studietijd redacteurde ik vier dagen per week voor een huis-aan-huiskrantje in Utrecht, wat de toch al tamelijk trage studievoortgang niet ten goede kwam maar wel enorm leerzaam was over de lage waarde en prioriteit die uitgevers aan hun eigen journalistieke producten toekennen. (Ons Utrecht was destijds in handen van TMG, maar de commercieel gedreven schaalvergrotingen bij Mediahuis en DPG vertellen precies hetzelfde verhaal.) Na een half jaar in Madison, Wisconscin, USA, waar ik vaker in de bibliotheek en in de gym zat dan in de kroeg omdat in Amerika studeren als een uitdagende investering wordt behandeld en niet zoals in Nederland als een bijna gratuite publieke service wordt aangeboden. Ineens bleek ik minder lui dan ik altijd dacht (en zoals me op de middelbare school altijd verteld was) - het is een kwestie van op de juiste knopjes drukken en dan is er ineens geen houden meer aan mijn hyperfocus.
Drie keer lang, drie keer kort
Terug in Nederland ging ik freelancen op vrijetijdsniveau (nog steeds bij Ons Utrecht, voor een muzieksite en een hifi-platform) terwijl ik aanmonsterde bij De Jaap van Bert Brussen, die ik in Utrecht tegen het lijf liep. We deelden een tijdje een kantoortje aan het Jansveld en via hem kwam ik in april 2011 alsnog bij GeenStijl terecht, dat om personeel verlegen zat omdat Dominique Weesie naar PowNed was vertrokken en Ambroos Wiegers het mooi geweest vond. Drie keer lang, drie keer kort bellen, mailde Pritt in de afspraak voor koffie in Artis, waar GS in het oude redactiehok van Pauw & Witteman zat en waar het PowNews in hun oude studio werd opgenomen. “Het is allemaal een beetje knippen en plakken”, grinnikte hij desgevraagd toen ik vroeg naar de etymologie achter zijn nickname. En: “Iedereen schrijft wel eens een drol”, dus ik mocht een paar weken proefdraaien. Even later was ik freelancer-af en fulltime loonslaaf van TMG, het bedrijf waar ik geen prettige impressies van gekregen had tijdens mijn huis-aan-huisblaadjestijd. (Ik zou later ook nog een keer bij Sp!ts ontslagen worden als freelance eindredacteur maar dat is weer een ander verhaal.)
TMG is geen GeenStijl, de ontkoppeling van moederbedrijf en dochterblog was altijd zuiver. De luchtige lichtvoetigheid van de GS-redactie was een verademing ten opzichte van de stijve zelfimportantie die andere media ademen, maar dat wilde niet zeggen dat er niet hard en meestal zwijgzaam gewerkt werd. We zaten (en zitten) allemaal aan één tafel maar communiceren deden we destijds voornamelijk via MSN. Kies maar of dat autistisch is, of een handige manier om anderen niet in hun gedachten te storen. De relatieve rust in de coulissen zorgde bovendien voor voldoende reserves om verstorend kabaal te kunnen maken op het publieke toneel - een belangrijke voorwaarde die toenmalig uitgever Stef Dol altijd actief nastreefde.
In die jaren was het heerlijk wegbeuken op het toetsenbord en niet alleen rond het nieuws in de waan van de dag. We fuckten polletjes, controleerden verkiezingen en organiseerden zelf(s) een referendum. Steeds een stap hoger, iedere keer hetzelfde eindresutlaat: deelnemers gelukkig, echte wereld onbewogen, uitslag uit het raam. In mijn sociale kring was niet iedereen onverdeeld enthousiast over mijn dienstbetrekking bij het boze roze blog en na jarenlang half-apologetisch mezelf steeds weer uitleggen, was ik dat eind 2015 (kort nadat we het GeenPeil-referendum hadden binnen gesleept) helemaal beu. Er kwam een tirade uit die ik vandaag de dag wat anders zou verwoorden, maar waarvan ik bij herlezing de venijnige energie benijd die er nog steeds vanaf spat:
“Wat is vrijheid van meningsuiting waard als deze alleen in vrijheid beleden kan worden door en met degenen met wie je het eens bent?”
Die energie is er even niet meer. Een paar maanden na de strijdbare hartekreet van hierboven rolde er een geldige uitslag uit een Oekraïnereferendum waarover alle politieke en mediale krachten in de aanloop naar de stembusgang hun volledige voorraad vitriool over hadden uitgegoten. En nóg koos de meerderheid de optie “Nee” tegen het verdrag - dus restte de politieke macht (met instemming van de mainstream media) niets anders dan de democratische verwerping van het associatieverdrag via een vuig geitenpaadje alsnog tot instemming om te buigen. 2005 all over again, waarbij ik ditmaal vanaf de voorste vuurlinies met eigen ogen heb gezien wat pers en politiek geflikt hebben - gedragingen en een mentaliteit die nooit meer ontzien kunnen worden. (De aansluitende deelname aan de verkiezingen van 2017 met GeenPeil was een soort ultieme maar amechtige tegenzet daartegen, maar we weten allemaal hoe dat is afgelopen dus laten we daar maar lekker wegblijven.)
Mogen wij vragen of u haar zou doen?
Een jaar na het referendum moest GeenStijl zelf er ook bijna aan geloven, toen soeproerend Volkskrantmoeke Loes Reijmer allerlei quatsch over het vermeende seksisme van GS in haar Azijnbode mocht liegen, maar wij daarop niet sarcastisch mochten vragen of u haar zou doen. Het agressieve advertentieboycot kreeg ons er niet onder, maar liet wel nóg meer nooit meer te vergeten mainstream lelijkheid zien in een land van intense hypocrieten en bovendien reikte het morele incidentje aan het Mediahuis hun beste argument om GeenStijl uit hun uitgeefhuis te kunnen bonjouren.
Kom maar op, dachten wij, dan doen we het toch zelf? De overname moest voor méér vrijheid zorgen, maar de waarheid is dat TMG ons nooit een strobreed in de weg legde, totdat ze een Vlaams Mediahuis werden - toen waren we plotseling oud vuil dat samen met een zak geld aan de straat werd gezet.
Het bezit van de zaak
Het ondernemerschap met al z’n ongelukken en ongerief slokte vervolgens al mijn tijd en aandacht op. Bijna alles daaraan, zo ondervond ik, is saai, vervelend, verplicht en helemaal niet aan mij besteed, om zo geclaimd te worden door boekhouding, verzekeringsagenten, de belastingdienst, belastingen, de belastingdienst , verzuimverzekeringen, ontslagprocedures, belastingsbrieven, ARBO-casemanagers, UWV-ambtenaren, belastingpapieren en ook het stukje interne HR is strontvervelend voor iemand die niemands baas wil zijn, maar gewoon graag verder wilde kunnen met stukjes tikken op zijn roze blogje. Het ondernemerschap voelt als de naargeestige machinaties van mijn middelbareschooltijd: je moet stampen en op tijd aanleveren maar de lessen die je er uit leert wegen niet op tegen de tijd die eraan verloren gaat voor eigen interesses waar je veel liever je energie in zou willen steken. Bovendien is het meeste ervan helemaal geen wijsheid of ontwikkeling, maar gewoon een kwestie van rijtjes leren, patroontjes volgen en invuloefeningen maken volgens andermans gegoten eisen en gekaderde opdrachten. Op geen enkele manier inspirerend - althans niet voor mij.
Motief heb ik wel: ik deed (en doe) het allemaal om te kunnen blijven doen wat ik het liefste doe, maar jarenlang kwam het daar bijna niet van. Lezen. Schrijven. Babbelen op internet. Nergens was nog tijd voor. Twitter was ook al lang geen spel meer, maar een afreageerplek en in dat afreageren was ik vanwege die klotecorona zeker niet de enige. De besmettelijkheid van de verbittering had een hogere R-waarde dan die van het vleermuizenvirus dus iedere uiting in 280 tekens was bijna een garantie voor moddervechten. Topics tikte ik heus nog wel, maar halfslachtig, afgeleid, ongeconcentreerd en op onmogelijke tijden, zodat zelfs mijn favoriete bezigheid een frustratie op zich werd: wat nu mijn eigen website was, ging voor mijn gevoel steeds meer zonder mij verder. Wel de lasten, niet de lol - zo was het nooit bedoeld. Het bezit van de zaak bleek het einde van het vermaak.
De mediaan der dingen
Op persoonlijk vlak gingen bijna alle coronamaatregelen me tegen de haren in, niet in de laatste plaats vanwege het gewillige kuddegedrag van de goegemeente. Hoewel zeker geen ontkenner van het virus of de potentiële (maar niet: definitieve) gezondheidsgevaren, kon ik niet omgaan met de gigantische inperking van mijn eigen verantwoordelijkheid, noch de manier waarop de grijze meerderheidsmassa bereid was om elkaar in die beperkingen te handhaven. In het zwart/wit van de Nederlandse onmacht tot open debat betekende die houding dus wel dat je volgens velen een “wappie” of een “ontkenner” en natuurlijk een gevaar voor de medemens bent. De werkelijke wappies, ondertussen, voelden zich in hun verwrongen vrijheidsstrijd tegen de “dictatuur” van de “plandemie” juist weer zó revolutionair en onverzettelijk, dat ze GS als onderdeel van het mainstream probleem begonnen te zien. Van alle kanten doodvermoeiend.

In het moeras van vrije meningen neemt iedereen zijn eigen waarheid immers als mediaan. Ik ben niet gek, jíj bent het. Daarom weet ik dat mijn individuele frustratie in het geheel der dingen zinloos is, en het beste achter me verbrand kan worden. Desalniettemin voelde het Nederland waar ik toch ooit al een keer weg wilde, nooit zo benauwd als in de jaren-Coronapandemie. Het is niet alleen veel te vol, de drukste delen van het land zijn afgeladen met mensen die niemand anders meer in hun aura lijken te dulden. Dus hebben vrouw, hond en ik op de piek van de huizenmarkt de overwaarde in een migratie geïnvesteerd. Eigen huis op een klein stukje grond, hek er omheen, Starlink-schotel er bovenop, voilà. Rust, ruimte, een zonnig klimaat en veel vriendelijker omgangsnormen dan in arrogant, vingerwappend en geraniumspiedend Groot-Amsterdam.
Maar! Wacht nog heel even met uw vloekende veroordeling van mijn opschepperette over de sterk verbeterde leefomstandigheden.
Nadat 2021 ondanks alles een solide boekjaar dreigde te worden, begon ikzelf namelijk langzaam te ontrafelen. De spanning, het gezeik, de onervarenheid en de onverwachte bijwerkingen van bedrijfsvoering begonnen ten langen leste hun tol te eisen. Vanaf het referendum, via de verkiezingen, gestenigd door een absurd advertentieboycot dat ik als een enorm onrechtvaardige frustratie heb ervaren, en na de moeizame strijd voor verzelfstandiging, waren de perikelen van privaat ondernemerschap de druppel die me meedogenloos herinnerde aan een jarenlang volgelopen emmertje met een chronisch gebrek aan rust, ontspanning, vakantie of vrije tijd. Op mijn tandvlees sleepte ik mezelf naar Portugal, zoals in eerdere edities beschreven. Zodra de ruimte ontstond om de teugels iets te laten vieren, kwam de deurwaarder van mijn geestelijke gestel onmiddellijk zijn achterstallige betalingen opeisen.
Dringende deceptie
Ongeveer tegelijkertijd met het moment waarop de pandemie geweken was (in mijn agenda is dat moment gemarkeerd in oktober 2021, toen de Zuid-Afrikaanse variant dominant werd), waren de interne perikelen ook grotendeels geweken en wilde ik zo snel mogelijk doen alsof de Kung Flu nooit had toegeslagen. Achter ons laten, en doorrr. Het was maar een gemeen griepje.
Maar zo werkt dat dus niet. Want ook tijdens corona gebeurde iets dat we eerder zo helder zagen tijdens het Oekraïne-referendum: de manier waarop de media het narratief van de macht vertolken. De manier waarop de macht de wetenschap naar zijn hand zet. De vreselijke ego’s van de Hugo’s, de Van Dissels, de Gommersen, de Koopmansen en de Van Ransts. En de manier waarop tegengeluiden gesmoord worden en iedere poging tot discussie eindigt in verdachtmakingen vanuit een door een meerderheid gedragen (maar daarmee niet definitieve) moraal. Er is nooit een goed debat geweest over nut, noodzaak of nalatigheid van de meeste maatregelen. Wel zijn er eindeloze stromen verdachtmakingen geuit tegen eenieder die een argument voor individuele vrijheid maakte, die zich afvroeg of harde lockdowns voor jongeren wel zo nodig waren, die vreesde voor de sociale en psychologische gevolgen van mondkapjes bij kinderen of extreme afzondering van ouderen. Die twijfelden aan avondklok of het in eenzaamheid laten sterven van mensen, die zich kwaad maakten over wereldleiders die lekker bij elkaar kwamen terwijl je zelf niet naar de begrafenis van opa mocht. Die hun bedrijf in rook zagen opgaan omdat het in een door maatregelen gedupeerde sector viel en je plotseling niks meer te zeggen had over je eigen levenslijnen.
Bijna alle kritiek op maatregelen werd afgedaan door de uitingen te associëren met een relatief kleine maar luidruchtige en in de media (te) prominente groep complotdenkers, die nota bene deels aangevoerd werden door een dansleraar die mede door NPO-talkshows groot gemaakt is. Mijn stelling is derhalve: Slecht lockdownbeleid, het gebrek aan debat over lockdownbeleid en de ontkenning of de weigering te erkennen dat het (deels) slecht beleid was, heeft de snelle groei van complotdenken aangewakkerd, niet andersom. En de zelfverklaarde intelligentsia in pers en politiek willen nimmer toegeven dat niet alles even goed uitpakte, omdat ze daarmee knielen voor de mensen die ze eerst zelf jarenlang beschimpt hebben. Het coronadebat werd daarom één grote dringende deceptie en we hoeven niet snel op enige redemptie te rekenen. De verkoop van slangenolie is echter wel zodanig toegenomen dat het complotdenkende deel der natie ook niet meer te negeren is (maar ook in redelijkheid niet te adresseren lijkt).
“Wat mij betreft was Willem Engel in het coronadebat hooguit een ondersteuningsact in een freakshow waar veel grotere gekken in rondliepen, maar de aanhoudende onmacht van talkshows om op natuurlijke wijze (hun) geluid & (een) tegengeluid aan één tafel te krijgen, heeft van hem een publiek figuur gemaakt.“
(Moet ik hierbij de disclaimer nog maken dat ik op geen enkele wijze de denkbeelden van Willem Engel volg, noch de rooksignalen die opstijgen uit de ruïnes van wat ooit het Forum voor Democratie was, of kan ik op uw intelligentie vertrouwen om niet van de slechtste intenties uit te gaan bij schrijver dezes?)

Content Non Grata
Toen moesten de Twitter Files nog komen. Die onderschrijven de farce en de vooringenomenheid die van het coronadebat werden gemaakt. Hoewel ze grotendeels een Amerikaans verhaal vertellen, zijn de effecten op het Nederlandse medialandschap onmiskenbaar: de uitingen die door Big Tech werden gecensureerd, werden in Nederlandse media evengoed als content non grata behandeld. De blauwdrukken voor de babbelkaste waren in alle westerse landen immers min of meer gelijk.
Desondanks worden de meer dan brisante samenwerkingen tussen FBI, Witte Huis en Twitter ten aanzien van een plethora aan maatschappelijke onderwerpen waarbij, om Matt Taibbi’s duiding te gebruiken, de (Amerikaanse) staat een gretige duim op de weegschaal hield om maatschappelijke debatten op oneigenlijke wijze te beïnvloeden. Waaronder die over corona, met wereldwijd effect.
Je kan zeggen dat de onthullingen min of meer bevestigen wat iedereen al jaren zag en in z’n onderbuik voelde, maar dat neemt niet weg dat alle feitelijke onthullingen die nu die onderbuik staven, vrij luidruchtig genegeerd worden door precies dezelfde media die jarenlang (valselijk) achter de nepverhalen en complottheorieën aanliepen dat de verkiezingswinsten van Trump en de Brexiteers een gevolg waren van Russische samenzweringen, algoritmes en troll-accounts, en zich daar vreselijk over opwonden. Nu de beïnvloeding in hun eigen straatje past, hoor je ze nauwelijks. Ja, toen Musk een paar blauwvinkjes een weekje schorste, toen steeg het hemeltergende gekerm over vrijheid van meningsuiting plotseling razendsnel op. Hij had ze niet moeten bannen, maar het toonde wél wat aan.
Twitter zelf is door Elons onthullingen sowieso definitief een farce geworden. Was het sinds Brexit en Trump al steeds meer een opinion swamp aan het worden, door corona werd het helemaal een bitter tijdsverdrijf voor mensen die elkaar gretig naar het leven stonden. Maar nu we weten hoe het platform, dat jarenlang een soort internationale huiskamer voor publieke discussie was, letterlijk de uitkomst van gesprekken probeerde te beïnvloeden, is het laatste restje plezier wel uit de blauwevogelverslaving geslagen: het is geen vrije plek (meer) op het internet. De leuke mensen verdwenen en verdwijnen mondjesmaat. Niet naar Mastodon overigens, daar zitten ook alleen maar intolerante stumpers.
“Mijn voorspelling voor 2023 is dat Twitter sterft en dat is niet de schuld van Elon Musk”
Twitterland is qua inwoners ook steeds meer het nieuwe Hyves: in toenemende mate alleen nog bitter boze ooms en malle zweeftantes, die de leuke mensen verjagen. Maar waar die op Hyves vooral belegen schuine moppen en glitterplaatjes deelden, zijn het nu complottheorieën en alternatieve medische “wetenschap”, en alle ooms en tantes zijn bereid om hun volledige beperkte vocabulaire uit de kast te halen om schreeuwend hun waarheid aan anderen op te dringen. En nu ik toch zit te zeiken: de enige humor die onderwijl nog enige tractie krijgt, zijn de televisiemoppen van NPO-gesanctioneerde staatssatire. Even Tot Hier, maar niet verder alstublieft want we willen het immers graag fatsoenlijk en respectvol houden. Talige en wat scherpere stijlvormen delven eens te meer het onderspit. Maar om wat dat aangaat niet nog verder te verzuipen in herhalingen, daar had ik het al eerder over in een nieuwsbriefje van enkele maanden terug:
Herlezend moet ik bekennen dat ik daarin al over ‘water onder de brug’ schreef ten aanzien van mijn kleine ondernemersleed en toch ben ik daar opnieuw ingedoken. Maar zo komt dit nieuwjaarsverhaal wel rond en daar gaat het uiteindelijk om in een stilistische opbouw, nietwaar?
GeenStijl is van niemand
De Twitter Files zijn namelijk een soort kroon op het (niet gevoerde) coronadebat in die zin dat ze laten zien wat de oplettende mediaconsument al jaren niet meer kan ontzien. Te weten, de manier waarop macht, media en eigenlijk ook cultuur en wetenschap allemaal bij elkaar op schoot zitten, in hetzelfde bed slapen en uit dezelfde (soms tamelijk giftige) bron drinken. Daar tegenover is het niet te ontkennen dat individuele eigen waarheden steeds vaker voor feiten worden aangezien, of liever: met feiten worden verward. Ook daar zijn Twitter en andere sociale media mede debet aan.
Wat me terugbrengt bij de verzuchting in de openingsalinea, over mijn weemoed naar het internet van weleer. Dat heeft natuurlijk geen enkele zin, want weleer komt niet meer. Tribalisme is hét thema van het derde decennium van dit millennium, het individu zoekt gelijkgestemden, het internet verzuilt in talloze zuiltjes, lekker postmodern gemarkeerd met bijvoorbeeld de rode O’tjes van de NOS voor wie voor persvrijheid is van Fatsoenlijke, Staatsgesanctioneerde Pers, Oekraïense vlaggetjes voor de Poetinhatende Zelenskyfans, uiltjes en zuiltjes (!) voor de paspoorthouders van Forumland, EU-vlaggetjes voor de federalisten van die vleesgeworden bus Duitse haarlak in Brussel, of plantjes en wereldbolletjes voor de bibberende klimaatkudde van Greta’s Groene Kerk. En daar zullen we het mee moeten doen.
Ooit wilde ik bij GeenStijl omdat GeenStijl bij niemand hoort, soms zelfs niet bij het eigen publiek. Nog steeds kan ik geen andere plek in persland bedenken die vrijer zou kunnen zijn dan het roze relblog. Tegelijkertijd zijn relletjes en fophef de norm geworden in bijna alle (mainstream) media en daarmee op zichzelf een beetje saai geworden, dus moet GS zichzelf weer maar eens opnieuw uitvinden - zonder het roze oog te sluiten voor de felrealistische realiteit. Want hoewel tegenwoordig bijna alle meningen als feiten worden verkocht, is er nog steeds een collectieve werkelijkheid te beschouwen. Tenminste, dat hoop ik toch.
Nijman Decorbouw BV
Zelf heb ik, zoals inmiddels al veel te vaak herhaald, mijn laatste energie gestoken in het zelfstandig laten ademen van GeenStijl en daar ben ik na alle avonturen op het snijvlak van media, maatschappij en politiek nog steeds niet van bekomen. Daarom zie je me momenteel niet op GS want ik moet rusten, slapen en heel zen in de tuin werken, maar wel soms in een nieuwsbrief want je moet ook krabben waar het jeukt.
Over [onbekend aantal eenheden van tijd] tik ik weer topics, want dat is nou eenmaal wat ik doe. In de tussentijd wil ik alhier op Substack proberen om in 2023 een alternatieve achtergrond te knutselen. Een rustiger decor achter de planken waarop de waan van de dag zich theatraal profileert. Al was het maar om mezelf houvast te geven in een mediawereld die ons niet meer leert hoe de werkelijkheid in elkaar steekt, omdat de berichtgeving vooral op een door hen gewenste werkelijkheid moet aansluiten. Stijf, stug en vanuit vooraf ingenomen conclusies. Zeg maar zoals school (en het ondernemerschap) doorgaans ook weinig meer is dan een serie protocollen die je moet onthouden omdat anderen zeggen dat het belangrijk is.
Ik wens u een 2023 met minder tribalisme maar vol onbevreesde vrije gedachten.
HUISWERK!
Eind november zaten Douglas Murray en Matt Taibbi tegenover twee vreselijke mainstreamers van The New Yorker en The New York Times. Dat debat vertelt u in anderhalf uur alles dat u moet weten over de staat van de corporate nieuwsmedia. Geniet er van, want de stelling luidde:
Be it resolved, don't trust the mainstream media
En natuurlijk het hondje niet vergeten
Ontgoudvis mij - Abonneer of doneer!
Minder vluchtige tweets, meer rustige langlees. Voor meer stukken die voor GS te veel tekens (en te veel ik-vorm) bevatten, maar minder snelle sneren op sociale media. En natuurlijk een online foto-album van Smuk de Japanse Akita. Steun mijn concentratiespanne, abonneer op deze nieuwsbrief, gratis of tegen betaling en voor jezelf of aan een ander. Of doneer een paar losse knakken, allemaal via de knoppen hieronder: