Schoon huis, opgeruimd gemoed! De dames en heren bewindslieden hadden vast niet gedacht dat the Great Reset in hun eigen Vak K zou beginnen.
Maar zonder gekheid, het is wel een enorme uittocht aan het worden. In de dagen na de kabinetsval en het aangekondigde vertrek van Rutte (hoewel dat nog heel lang kan duren, met verkiezingen op 22 november en mogelijk een moeilijke formatie daarna), maakte de een na de ander bekend niet meer terug te keren of verkiesbaar te zijn.
Vooral bij het CDA gaat het hard: Wopke, Hugo, Pieter Heerma, Hanke Bruins Slot, Marnix van Rij - dat wordt straks Derk Boswijk of Henri Bontebal als lijsttrekker en je moet de politiek al van vrij dichtbij volgen om te weten wie dat zijn. Bij andere partijen zie je ook Kamerleden hun afweging maken, vooral die van onder de vouw op het stemformulier: maak je straks bij nu grote partijen als vvd of D66 nog wel kans op plek 20 of lager? Bij het CDA sowieso niet.
Her en der rilt angst en beven voor de bestuurbaarheid van Nederland maar ik denk dan toch: alsof het de afgelopen jaren zo lekker ging? Dualisme is dood, coalitiebelang ging altijd voor landsbelang en door de instabiele kabinetten, zeker de laatste, is de onderlinge uitruil van dienst/wederdienst hoogtij gaan vieren. Winkeldochters als Sophie Hermans en carrièretijgers als Jan Paternotte runden de Kamerwinkel, voormalige persoonlijk medewerkers vulden de vakken in de achterbankjes en ideologisch zijn veel ‘klassieke middenpartijen’ op z’n best zoekende (PvdA, GL, SP) of domweg morsdood (vvd, CDA, D66). Onder Rutte’s termijnen is weinig ruimte voor groei, bloei of eigenzinnigheid geweest.
Nou ja, behalve bij een paar kleintjes dan. Renske Leijten is helaas weg, maar - om er meteen maar twee te noemen die ideologisch heel ver bij me vandaan staan - bij DENK ontwikkelde Azarkan zich tot een meer dan gedegen Kamerlid en ook Sylvana veroverde zodanig haar plek dat ze inmiddels echt wel meer is dan alleen een voornaam. Daarnaast is Pieter Omtzigt qua behandeling door de coalitie in het algemeen en zijn voormalige partij een tragisch verhaal, maar toonde hij zich zelfs als uitgeputte eenpitter onverzettelijk.
Liever geen lidmaatschappen? Losse donaties via iDeal via deze doneerbutton:
Caroline van der Plas, tenslotte, bracht een prettige doorsnee van aardappelen, groente en vlees na weer een dag hard werken terug in de Kamer. Loopt ze aan de leiband van Big Agro en hun lobbygeld? De korte lijntjes zijn geen geheim, maar in haar politieke houding is ze nog niet op grote fouten of dubbele bodems betrapt. Sterker nog, met haar naar links hangende humanistische blik op asielbeleid is ze inmiddels een doelwit van een deel van de (verre) rechterkant aan het worden.
Het is al met al dus niet dat er niets overblijft na het vertrek van een heleboel “belangrijke” politici die we heus heel snel vergeten zullen zijn na 22 november. Sommigen hebben we überhaupt nooit leren kennen, zoals Mark Rutte. Dertien jaar premier en we weten nog steeds niks. Idem Sigrid Kaag, die hét toonbeeld werd van de grote afstand tussen wat we ‘de politieke werkelijkheid’ noemen, en het alledaagse leven in en van Nederland.
Dus wat mij betreft mogen we best even een afscheidsfeest vieren. Uitzwaaidag met een scheut Schadenfruede, een welgemeende houdoe & bedankt olé olé en dan: ramen open, de bezem er door, dweiltje over de vloer, plumeau langs de plinten, sopje voor de vensterbanken, zeem tegen de ramen, alle lades omkieperen en de vuilnisbakken legen. Daarna kan alles weer helemaal opnieuw verder zoals het altijd al ging - maar dan met nieuwe poppetjes.
Maar nu eerst: TAART! In de vorm van een Revu-cursief, extra vroeg bezorgd nu de slagroom nog vers is:
Kaag is de kers op de vertrektaart
Zoooo, de kurk die Mark Rutte heet is eindelijk uit de kaasstolp en prompt borrelt al het schimmelende residu achter hem aan naar buiten. Na Rutte wisten Wopke Hoekstra en Pieter Heerma (wie?) al heel snel dat ze de pleiterik moesten maken, Hugo de Jonge zal ons verblijden met zijn vertrek, Gert-Jan Segers ging al voor het koortje de kerk uit en de grootste kers op de vertrektaart is natuurlijk Sigrid Kaag.
Nog één keer mocht ze met alle égards in de krant, in een “interview”, uitgeschreven met daarin 74 keer het woord ‘ik’, door een vrouw die eerder al een boek vol fanproza over Sieg afleverde. Ze verlaat de Nederlandse politiek zoals ze binnen kwam: bedacht, gescript en geregisseerd.
De polariserende postergirl van het consultancypopulisme bestempelt in haar vertrekgesprek nog één keer alle kritiek als ‘vrouwenhaat’ (iets wat je een Caroline van der Plas, Dilan Yesilgöz of Annabel Nanninga nog nooit hebt horen doen) en trekt de allerlaatste troef uit haar ineengezegen retorische kaartenhuis: Ze wil het ‘haar gezin niet nog eens aan doen’, al die negativiteit die ze moet incasseren.
(Ik mijd hier het woord ‘bedreigingen’, D66 heeft té veel lopen koketteren met die term om nog enige relatieve meetbaarheid te kunnen toetsen. Stomme tweets zijn niet de echte wereld en Max de Geesteszieke Fakkeldrager zit wekelijks bij debatten op de publieke tribune - hoe laag ligt de lat voor ‘bedreigingen’ tegenwoordig? Of misschien moeten we dat gewoon aan Geert Wilders vragen, niet aan de vrouw die keer op keer Jan Publiek schoffeerde door zijn zorgen over EU, migratie en energierekening tot ruis op háár politieke lijn te reduceren.)
Rutte leefde als premier de volwassen versie van zijn manische jeugdfantasie. Hij vermorzelde toeslagenouders en negeerde de gasgroningers om zijn eigen gave baan te kunnen leven, als bedrijfsleider van de BV Nederland. Vicepremier Kaag was het geforceerde construct van een consultancyfarm waar de consument maar geen koophonger van wilde krijgen. Nu hun beider vertrek aanstaande is, kan de grote najaarsschoonmaak beginnen. Eindelijk de ramen open, laat die frisse lucht maar binnen stromen.
Kranten en commentaren beklagen zich over de Haagse leegloop in het kielzog van Rutte en Kaag, over wat het zou zeggen over “het klimaat” waarin politici werken, of over hoe de democratie risico loopt nu de politieke top er de brui aan geeft, maar ik juich: uitstekende opruiming, eindelijk en wat duurde dit lang. Rutte IV had er nooit mogen komen, na Rutte III was de koek op en ongeacht of het de zorgvuldig gegroomde Dilan Yesilgöz, de geacteerd onbevangen Caroline van der Plas of toch strakke schoolmeester Pieter Omtzigt wordt: niks is zo verfrissend voor een democratie als tijdige leiderschapswissels. Deze opschudding was vér over tijd.
Deze column verscheen in Nieuwe Revu 31 - 2023
Lid worden maar geen creditcard? Klik hieronder voor een abonnement via iDeal:
·
Ik juich mee. De schade aan de politiek is enorm, maar dit is een begin van herstel.
Dus Rutte houdt ermee op, hij wist niets van de oppositie plannen, en tegelijkertijd zegt hij dat hij nog jaren door kan gaan. Het is gewoon een hele slechte leugenaar. Voor het eerst dat ik hem heb laten uitpraten, het lukt me nu te luisteren nu ik weet dat hij weggaat. Eerder zette ik altijd de radio uit. Ik hoop dat het geen dooie mus is.
Ik ken dus zijn manier van praten niet, de toon bevreemdt me, wat heeft hij geslikt? Of is hij altijd zo?