Lane departure lulligheid, analoge wijnrode auto's, een tennislul en een foto van mijn hond - Nijmans Nieuwsbriefje - Editie #25
Even wat anders. Jaartje terug geschreven, op een ander moment en in een andere stemming, over een tijd die nu al eeuwen geleden lijkt
Vervolg van een reis, op verrassend veler verzoek
[Linkje terug naar deel 1, het begin van de reis]
Ham, kaas, sinaasappelsap, koffie
Wakker in een NH-hotel, op een ketenkamer die niemand boekt voor z'n gezelligheid. De hele nacht te moe om te slapen, als een zombie onder de douche met een koppige missie om het einddoel vandaag te halen. 'En anders stop je toch gewoon als het niet meer gaat?', stel ik mezelf gerust door mezelf te misleiden. Werkt altijd.
In de hooguit voor een kwart gevulde ontbijtzaal staan twee Giuseppa’s het buffet uit te reiken van achter twee lange tafels, want zelf pakken is veel te gevaarlijk in een pandemie natuurlijk. Ik spreek alleen horeca-Spaans en eigenlijk zelfs dat niet dus als Giuseppa 1 wijst naar de broodjes in de mand náást de broodjes die ik bedoelde, zeg ik maar gewoon ‘si’. Ik eet alleen wat ik kan uitspreken: ham, kaas, sinaasappelsap en koffie. Toch geen honger.
Na de prachtige slingerende bergroute zuidwaarts, met z’n tunnels en onverwachte vergezichten, voel ik me al snel wat fitter. Geen beter medicijn dan alleen achter het stuur op een nagenoeg lege weg. Burgos, Valladolid, pas voorbij Salamanca stop ik voor de eerste keer en alleen omdat de tank leeg is. De pomp heeft een apart restaurant maar het wordt een tonijnsandwich met een blikje ijsthee uit de wandkoeling want na lekker lange uren alleen is snelle sociale interactie echt te veel gevraagd. Gelukkig heeft het onlogisch knappe meisje achter de kassa van de winderige kale sierra-Cepsa het te druk met ruzie maken met de man die naast haar een schap bij staat te vullen. Familiebedrijf?
Lane departure loochening
Na de snelle stop en het audio-bingen van seizoen 1 van Absolutely Mental (best leuk, als je Ricky Gervais graag hoort lachen terwijl Sam Harris zijn notoire gebrek aan humor etaleert) laat ik alles even uit staan op de lege wegen van het kapotsaaie Spaanse binnenland. In stilte suis ik voort, cruise op 140, zon hoog aan een blauwe hemel. De enige verstoring is een korte omleiding langs een dorp in doodse middagrust. Auto’s turven tijdens het rijden - het zijn er weinig. Half Spanje rijdt Seat. De rest in Dacia’s, kleine Opel SUV’s of dezelfde modellen, maar dan met Chevy-badges. Meestal wit. Soms een oude Mercedes, altijd zwart. Kleine Spaanse mannetjes in S-klasses, die gedistingeerd te hard rijden. Rijke boertjes? Her en der buitenlandse platen. Veel Zwitsers, altijd dure merken, te veel Nederlandse campers en busjes, soms een Framboos in een Peugeot Boomer of een Citroen Très Grise.
Zelf stuur ik een twintig jaar oude BMW over de sierra’s. “Ah. Een E39”, spotte de autojournalist aan de hand van een foto op Twitter. “Beroerde speakers achterin. En niet zo’n stijve carrosserie als de sedanversie.” Want zo zijn autojournalisten. Die etaleren hun kennis aan de hand van ijkbare minpunten. Het zal mij wel. Het is in ieder geval geen rijdende computer die misprijzende piepjes laat horen bij iedere beweging van het stuurwiel, de buitenspiegels oranje doet oplichten wanneer - omg! - iemand je inhaalt of bestraffende geluiden laat horen als je zonder gebruik van de clignoteur van rijbaan wisselt. Het wordt verkocht als veiligheid en luxe maar je bent in werkelijkheid fully loaded met sociale controle. Alsof er bóven de weg nog niet genoeg camera’s en controlesystemen hangen in de Polder-Matrix. Geschaamd worden door je eigen auto en dat als een extra optie beschouwen - zelfverloochening als beloning. Autorijden is een ambacht dat een analoge auto behoeft. Daarbij: mijn bankrekening is niet breed genoeg voor nutteloze bijzaken als lane departure warning-bliepjes.
Hij/helm
De mijne is een wijnbalrode stationwagen omdat het tweedehandsbudget wel een merkvoorkeur toestaat (Duits van rond de eeuwwisseling, met een meer dan gemiddeld aantal cilinders), maar minder ruimte laat voor onderhandelingen over carrosserievorm of kleur. Dus ik rij in een ooit modieus model voor stropdaslullen met kinderen en een heimelijke caravanwens, die desondanks wel altijd ‘nee’ zeggen als iemand vraagt of ze een kastje of een kuub tuinaarde willen verplaatsen in hun fijne ruime achterbak. Nee natuurlijk niet, het is toch godverdomme geen Omega of Mondeo!? Bovendien: zo ruim is die bak niet, zelfs niet met de banken plat.
Hij (Duitse auto’s identificeren als hij/helm) stond ergens achteraan op de buitenparking van een liefdeloze dozenschuiver langs de A1, stiekem in nagenoeg perfecte staat te wezen dus hoe hij daar terecht kwam, geen idee. Wellicht omdat de zescilinder iedere duizend kilometer piept om een pint versie olie, of misschien omdat de digitale teller gepixeleerd is en daardoor zo goed als onleesbaar. De hemel van het zonnedak zat los en d’r moest een nieuwe verstelmotor in de bijrijdersstoel - te veel luxe eigenlijk, het kan alleen maar kapot, maar verder…
De volledige onderhoudshistorie van de in 2016 door een of andere tennislul uit het Gooi uit Duitsland geïmporteerde Fünfer (er is een video van die ik je niet wil onthouden) was aanwezig en ik heb de neiging wel eens onderdrukt om de via een oude werkplaatsfactuur traceerbare vorige Nederlandse eigenaar te bellen en het te vragen. Ik zag de auto op Google Streetview in Heemstede voor zijn deur staan. Keurig jaren ’30-straatje. Maar geen huizen die bewoond worden door mensen die behulpzaam zijn als je ongevraagd opbelt om te vragen waarom ik in hun vorige auto rij. Althans, dat vertelde ik mezelf om zo’n debiel telefoontje niet echt te hoeven plegen. “Hallo waarom rijdt u niet meer in uw vorige auto, hij doet het toch nog prima?” Andermans oude liefde roest beter in mijn handen.
Voldoende tijd voor verveling
De leegte van de wegen en de saaiheid van het landschap maken een woestijn van het Spaanse achterland. Het is hier vast altijd heel stil maar corona maakt het des doods. Gelukkig is de vrije training van de GP van Monaco deze donderdagmiddag al en verrassend genoeg is er voldoende 4G tussen Cáceres en de Sierra Norte boven Sevilla om die te streamen tijdens het rijden.
Verveling. Da’s lang geleden dat daar tijd voor was. Monotone tijd, ergens tussen hier en daar. Wat is autorijden toch een ondergewaardeerd geraakte vorm van ontspanning. Te vol op ’s Neerlands wegen? Te veel camera’s, te hoge boetes en de benzine te duur? Te veel veilige betuttelpiepjes van de boordcomputer?
Het is misschien wel mijn énige manier van ontspanning, en altijd al geweest. Lang rijden, ver rijden, rijden rijden. Het gaat niet om de plaatsnamen. De regio’s. Het gaat niet eens om de reis, noch om de snelheid. Het is het rijden. Heel lang aaneengesloten hetzelfde doen en dat rustgevend vinden. Zeshonderd kilometer zonder stoppen, geen uitzondering als het kan en als het tanklampje niet zou dwingen, waren lege wegen geen reden om überhaupt te stoppen. Honger en dorst voel ik toch niet zolang ik niet uitstap.
Meestal is het bereiken van de bestemming een kort moment van droefenis, zelfs bij korte ritten, en uitstappen wordt helaas meestal meteen opgevolgd door interactie met iemand. Dag fijne bubbel, hopelijk tot snel.
Villa Vischlugt
Het lijkt er op dat ik de Algarve makkelijk ga halen. Sevilla doemt op, rechtsaf naar de grens, vanaf Huelva nog maar een sprintje langs magenta-kleurige middenbermbloemen en daar doemt de beroemde boogbrug al op. Ook hier geen grenscontroles, het is toch een soort Nederlands-Belgische grens en als ik geweten had dat ik er meteen af moest om een tol-ticket te halen, had ik misschien nog netjes betaald ook. Officieel moet je nog iets qua corona-regels, maar ze zoeken het maar uit.
Met een uur tijdwinst parkeer ik stipt om zes uur voor Villa Vischlugt in de zoutpannen van de Praia dos Cavacos. De lucht is warm, de wind zacht maar ziltig en alles voelt lichter dan overal. Arthur zwaait het hek open, ik parkeer de stoffige maar klachtenvrije wijnbal na 2500 kilometer onder een golfplaten plafonnetje en die lieve Tuur vraagt met enige bezorgdheid: “Je bent hier toch niet omdat je meisje bij je weg is hè? Welke gek komt anders zomaar hierheen gereden?”
“Nee vriend, ik ben gewoon moe. Heel moe.”
“Oh. Dan is het goed. Wil je bier?”
Bestemming bereikt. Hondje verdiend
Een appeltje voor onderweg...
...of terug naar de reguliere dienstverlening? — bunq.me
Een kleine bijdrage is meer dan welkom maar liever nog wil ik weten: doorgaan met dit verhaal? Laat weten, met een donatie of met een reactie. Klik op de appel of word hieronder lid.