Hoogzomer maar doodmoe van alle speculatie over Omtzigt, kandidaten, coalities en de zetels die toch pas in november worden verdeeld, gooi ik er voor de afwisseling eens een werkverkansieverslagje van één dagje tegenaan.
Vrijdagmorgen, Intercidade 670 richting Lissabon
Het landschap glooit eentonig voorbij in al z’n droge zomerse pracht. Naar geel neigende groene heuvels vol kurkbomen, eucalyptus en olijven wisselen af met eenzame boerderijen en plukjes huisjes. Het lijkt ongerept maar gemaaide weilanden, kaarsrechte wijnranken en bunders in wiskundig patroon aangeplant jong bos vormen een natuurlijke overgang naar de georganiseerde moderniteit van een comfortabele trein die geruisloos en op schema langs schone perrons op oude stations glijdt.
Dikke gehaakte gordijntjes in PTT-groen hangen voor de ramen en de gestoffeerde blauwe zetels zakken zacht weg als een Franse auto uit de jaren zeventig. De schone vloerbedekking en in grijs pak gesneden conducteur, met erudiet baardje, maken het ingetogen deftige compleet. De trein niet als volgezogen geurvreter voor de Smullersfriet van studenten of snoevend belhok voor slaapstadyuppen, maar als een serene ruimte, als de familiekamer in een oud crematorium waar iedereen zich navenant gedraagt: beschaafd, ook de kinderen, zelfs de talrijke Amerikanen.
Leest dit nou lekker weg? Stuur het eens door aan Een Derde:
Bovendien is er stroom voor je telefoon, de treinwifi doet het best (handig rond de vele black spots op de telecomkaart) en de restauratiewagen - met brandschone witlederen zitjes - serveert koude pils voor 1 euro 90 of een half flesje vinho tinto voor nog geen vier piek. Tuurtje, herboren geheelonthouder en algeheel verstandig mens, heeft zijn eigen bammetjes mee.
We reizen van Faro naar Lissabon, een oversteek van de Algarve door de Alentejo van drieëneenhalf uur, om op audiëntie te gaan bij de ambassadrice van ons geboorteland. Arthur zal met Arie Pos hun nieuwe boekje - Portugal voor Bonvivanten - uitreiken tijdens een hapje, een drankje en een woordje in de ambtswoning. Of we krijgen te horen hoeveel strafregels we moeten schrijven (‘Gij zult niet onaardig en ondeugdelijk over D66 schrijven en gij zult Frenske sparen op zijn electorale bedevaart naar het Torentje’), dat kan ook.
Voor vijf tientjes eersteklas retour rij je niet met de auto - dat ben je alleen aan tol voor snelweg en bruggen al kwijt. Het is de eerste keer dat ik in Portugal in de trein zit, en sowieso voor het eerst in jaren dat ik met de trein reis. In een ambtswoning ben ik volgens mij nog nooit geweest.
Vrijdagmiddag, Nederlandse ambassade te Lissabon
We zijn vroeg voor het fuifje, het personeel heeft de versnaperingen nog niet gereed dus ambassadrice Margriet Leemhuis pakt het ‘nou, een biertje graag’ zelf even voor me uit de kombuis van het VT Wonen-plus-pand met wapenschild en BuZa-zegel. Onder de goedkeurende blikken van Wim-Lex en Máxima tutter ik een flesje Heineken weg en neem me voor om niet al te melig te worden van de krampachtigheid die altijd ontstaat wanneer opgeklopt formalisme een feeststemming moet veinzen. Ik heb een beetje spijt dat ik mijn korte broek toch voor - ‘iets netters’ - heb verruild.
Van binnen ben ik nog steeds het jongetje dat hardop door plechtige kerkdiensten heen wil tetteren en zodra ik een protserig pand betreed waar vloerkleden zich als tapisserie tegen de muur draperen en zelfs het toilettement zijn eigen voorportaaltje heeft (beleefdheids-architectuur, opdat sjieke mensen elkander niet hoeven horen schijten), wordt dat klierderige jongetje altijd weer gewekt. Niet om het stoer of zo, het is vooral de onzekerheid van het ongemak. Zo ik iets ben, is het een korte broek, maar diplomatie is de kunst van een perfect geperste vouw in de pijpen van een stijve pantalon. En die staan mij niet.
Enfin, recalcitrante meligheid krijgt hoe dan ook langzaamaan de overhand want de meeste van de plusminus veertig aanwezigen hebben hun meest vrome ‘we worden genoemd’-hoofd opgezet omdat ze in de zonovergoten achtertuin van de ambtswoning aanwezig mogen zijn, als sjieke hulpsherrifs van de Nederlandse overheid in den vreemde en dan ook nog in het bijzijn van niet één, maar twéé Echte Schrijvers. De meest oprechte aanwezige is de bruine labrador van de ambassadrice, die zich niet onder de gasten mengt maar wel laat blijken dat ze intens tevreden is dat zo veel mensen voor haar gekomen zijn vandaag.
Het gratis bier (nou ja, op kosten van de belastingbetaler natuurlijk) zit in longdrinkglazen, iemand heeft bedacht dat je van stukken fruit ook sateetjes kunt maken en natuurlijk zijn er blokjes kaas met roodwitblauwe vlaggetjes. Hollandse lulligheid is hartstikke prima maar ludiek doen over Hollandse lulligheid is echt vreselijk en show wordt zelfs nog tell ook wanneer madam ambassadrice hardop natúúrlijk’t dat er, jaja mensen, altijd voor goede bitterballen gezorgd wordt bij dit soort gelegenheden. Bitterballen die worden aangereikt vanaf een zilveren dienblad, door een ober die er mee rondloopt alsof het kaviaar is. Plusminus twaalf stuks werk ik er naar binnen, ik wist niet dat ik die culinaire goudklompjes zo gemist had. Jammer dat er geen minifrikandellen waren. Verbeterpuntje.
De heren schrijvers houden hun praatje over een boek dat niet leest als het zoveelste juichverhaal over de Portugese zon, de vriendelijke mensen en de fijne prijzen voor eerlijk voedsel, hun gezamenlijke ervaring van bijna veertig plus dik twaalf jaar Portugal is vermengd met sarcasme en ironie om tot een eerlijke weging van een even zachtaardige als gebrekkige volksaard te komen. Een weging in een vorm die niet ieders kopje sterrenmix is in de diplomatieke innerkringen, getuige een pinnige oude dame die ter plekke een polemiek over de inhoud wil aftrappen, onder gedoogtoezicht van de ambassadeur die, zo verraadt het interieur van de ambtswoning en de boekjes op de koffietafel, haar stijlvormen zelf ook liever zoekt in schilderijen en fotografie maar niet in de retorische waarheidsvinding van de literaire overdrijving. Als u begrijpt wat ik bedoel (en anders heeft u pech, ik kan immers na deze show geen tell meer doen, met het oog op een eerder gemaakte opmerking daarover).

Het geprogrammeerde gunnen langs de vouwen van de diplomatie mag de pret niet drukken natuurlijk, want dankzij Tuurtje komt een korte broek als ik niet louter in de crackhuisjes van verlopen vissersplaatsjes maar ook in de hogere diplomatieke kringen van pensioenpost Lissabon. Derhalve danken we mevrouw ambassadrice vriendelijk voor de gastvrijheid, die stipt tussen 16u en 19u was geagendeerd zoals ónze volksaard dat dicteert, en wandelen we met licht gemoed over de klinkers tussen de trambanen naar een uitzicht over de stad, verlost van formaliteiten en plichtplegingen, nu overgeleverd aan de opvallend ontspannen vrijdagavondsfeer van de vrijhaven aan de Taag.
We dineren op een a-locatie simpel met goede wijn en fijne bife com pimente verde voor slechts een paar tientjes, werpen nog een brede blik vanaf het dakterras van het schitterende Verrides Pálaçio de Santa Catarina (eigendom van een Nederlandse bonvivant die het boekje eer aan doet, want hij versloeg na een jarenlange strijd stad en staat in de rechtbank om van het monumentale maar verwaarloosde pand een schitterend boetiekhotel te kunnen maken), en tot slot een afzakkertje in het wonderlijke Pavilhão Chines, teneinde tevreden en toch nog voor drieën te bedde te gaan in ons keurige systeemhotel.
Zaterdagmiddag, Intercidade 572 naar Faro
‘s Anderendaags de kleine kater wegslikken met een broodje omelet op een vlooienmarkt, waar we op een traag terrasje de ontspannen aard van Lissabon herkauwen - stad waar meisjes en de dames ondanks luchtig zomerse kledij alstoch opvallend onbezorgd door de zomernacht flaneerden, om te concluderen dat het hier echt beter is, en daarna terstond geen enkele ergernis voelen bij het feit dat die fijne trein terug naar thuis zich een half uur te laat op het perron aandient. Zoevend onder zachte airco zien we Max een sprintrace winnen op een zeiknat Spa. Portugal heeft z’n gebreken, zoals het boek van Tuur en Pos met genadeloze spot fileert, maar voor schrijver dezes is het een prima klimaat voor korte broeken.
Zondagmiddag is er nog zo’n boekenfuifje, maar dan in een achtertuin in de eigen Algarve en lekker onder ons soort mensen - doorgaans dorstig, meestal in een korte broek, niet te zeer gehinderd door het formalisme van het grote fatsoen. Então!
Portugal voor Bonvivanten is te bestellen bij uitgeverij Ezo Wolf. Onderstaand (alleen voor betalende leden) mijn bescheiden bijdrage aan het boek:
Help me groeien! Voor korte broeken, langere stukken en wekelijkse columns, schrijf je in of word abonnee:
Al geabonneerd? Stukjes rondsturen helpt ook:
En wat sowieso altijd helpt, zijn de kleine beetjes:
MOOI VERHAAL MAN, IK GENIET VAN JE VEHAALTJES(EXCUSEZ LE MOT) OOK MEESTAL SCHAARS GEKLEED IN DE COSTA BLANCA(ES). GA ZO DOOR!!!
EN BLIJF HET LEVEN GENIETEN.