Frankrijk, Keti Koti en de vernederende ketenen van het gekunstelde knielen
Het gaat om het nu, niet om het toen
Voor GeenStijl hielden Mosterd en ik het hele weekend tot laat in de avonden de rellen in Frankrijk bij, waar geborneerde banlieue-bewoners zich na de onfortuinlijke dood van een jonge draaideurcrimineel verlaagden tot geweld, plunderingen, vernielingen, brandstichtingen in scholen en bibliotheken en zelfs een aanslag pleegden op een burgemeesterswoning. Wat altijd een beetje stoïcijns begint (‘Daar gaan we weer…’) kruipt na verloop van te veel videobeelden van zinloze vernieling en rancuneuze ‘schuld van de witman’-retoriek toch altijd onder de huid. Het wekt woede en kweekt bezorgdheid over de demografische scheefgroei van een cultuur waarin afkering van een open samenleving sluimert, broeit en steeds vaker hoog oplaait onder steeds dezelfde “slachtoffers” van liberale maatschappijen.
In de Nederlandse media en op televisie klonken de bekende riedeltjes: het gaat om mensen die zich achtergesteld voelen, miskend door de Franse samenleving en natuurlijk gediscrimineerd door de Franse politie, die in hun gemêleerde achterbuurten harder optreedt dan in welgestelde blanke wijken - volstrekt eenzijdig, zonder een woord te wijden aan de waarom-vraag van dat hardere ingrijpen in wijken die - sure, is ook zo - geplaagd worden door armoede, maar daarom wel in de greep zijn van misdaad, onwettigheid en vatbaarheid voor religieus extremisme. Maar altijd wordt de geweldsreflex behandeld alsof het een vanzelfsprekende reactie is, waartegen die nobele wilden nou eenmaal weerloos zijn, omdat de barbaarse blanken hen moedwillig bij alle welvaart weghouden.
Als mijn Nieuwsbriefjes u bevallen, overweeg dan eens een betaald abonnement:
Op sommige nachten liep de inzet van politie en hulpdiensten tegen de 100.000 mensen, die in honderden steden en wijken probeerden de rokende restanten van een fiere Franse maatschappij overeind te houden en niemand stelt de vraag of de relschoppers verantwoordelijk gehouden mogen worden voor hun eigen gedrag, want alles is immers het gevolg van blanke, westerse zondigheid in het aanzien van de multiculturele samenleving. Eddy Terstall verwoordde die verwondering (als je het nog zo mag noemen, we zien dit immers niet voor het eerst) op onderstaande wijze:
Regelmatig zag ik ook vergelijkingen voorbij komen met de stille tochten, publieke wakes en heel veel kaarsjes, bloemen en kaarten na de slachting van een cartoonredactie, de massamoord op concertgangers of de onthoofding van Samuel Paty, de leraar die een Mohammedcartoon had getoond en besproken in zijn les: waarom lukt het de meeste mensen in een vrije maatschappij wél om hun rouw en verdriet in collectieve nederigheid te ondergaan, maar schuimt de ‘saamhorigheid’ van de vermeende onderdrukten (die in werkelijkheid steevast de daders zijn in bovenstaande voorbeelden) altijd als een plunderende, brandstichtende en vernietigende wraakoefening door de straten?
Hebben de Fransen zo veel rancune gezaaid in hun koloniale geschiedenis dat iedere vorm van integratie, verheffing en participatie van de “jongeren” in de banlieues een verraad aan hun geknechte voorouders zou zijn? Of zijn ‘wij’ zo diep door schuld en zonde geketend dat we ‘hen’ bij tragische gebeurtenissen nooit meer om een wederdienst van fysieke terughoudendheid mogen vragen?
Geen creditcard, toch abonnee worden? Klik voor betaling met iDeal:
Terwijl Frankrijk - wederom - brandde, werd in Nederland Keti Koti gevierd, de herdenking van de afschaffing van de slavernij waar de regering in december en het koningshuis dit weekend - ten langen leste - hun excuses voor maakten. Nou moet ik hier onmiddellijk even wat preventieve nuance invoegen: het lijkt me volstrekt niet onredelijk om verontschuldigingen aan te bieden voor een verleden van intrinsieke naargeestigheid en ik denk dat het dat voor sommige nazaten van slavengeneraties in de samenleving een diepe betekenis heeft wanneer Willem-Alexander om vergiffenis vraagt (hoe geforceerd de publieke toneelstukjes van de Vakantiekoning ook altijd zijn). Nederland stond in de slavernijtijd aan de verkeerde kant van de geschiedenis en dat is iets waar we best een beetje bij mogen stil staan, en rekenschap voor mogen afleggen.
MAAR.
Toch werd ik zondagavond alsnog een beetje bitter. Niet omdat we schuld erkennen voor historische feiten, niet vanwege Willems knieval en niet omdat Sylvana vooraan stond te glunderen in een kleurrijk gewaad alsof deze dag helemaal om háár ging. Maar omdat de media, oh die verdomde media, zichzelf zo verschrikkelijk geketend hebben aan politiek correcte kruiperigheid en daarbij iedere distantie - voor zover ze die überhaupt nog hebben - volledig laten varen, laat staan dat er ook maar een woord van kritiek in de beschouwingen te vinden was. Terwijl die echt te formuleren is en niet alleen over de retorische pathos die hieronder uit de koninklijke sorry-speech druipt:
Maar niet dit weekend, nee bewaar ons. Waar de berichtgeving over Frankrijk dagenlang getekend werd door de bekende struisvogelretoriek, ging de vaderlandse pers in eigen land volledig in knielende knipmesmodus. In wufte en weelderige bewoordingen werden de vieringen van wat op termijn ongetwijfeld een landelijke feestdag zal worden beschreven, belicht en bejubeld. Zeker toen Willem-Alexander het woord nam en als staatshoofd zijn officiële excuses maakte voor het Nederlandse slavernijverleden, maakten de media een welhaast religieuze openbaringen van hun nederige beschouwingen; zie bijvoorbeeld hoe NRC helemaal evangelisch werd. (De enige die dwarslag was Maarten van Rossem en die werd terstond het zwijgen opgelegd, en er is nog de zeldzame uitzondering Wierd Duk.)
‘Het zal uiteindelijk ook over geld gaan’
En toen verscheen die kop in voormalige verzetskrant Parool, waar dit Nieuwsbriefje mee opent: Wie klaar is met het slavernijverleden heeft pech: na de excuses begint het pas. De vergiffenisvraag van Willy was nog niet weggestorven of de verwijtende vingers beroeren de belerende trom alweer voor het volgende hoofdstuk: herstelbetalingen. Letterlijk in Parool: “Het zal uiteindelijk ook over geld gaan.” Veel mensen wisten altijd al dat het met ‘sorry’ niet was afgedaan, maar Parool verpakt het preventief in een betuttelende waarschuwing dat je ook dáár geen kritiek op dient te geven. Terwijl het een narratief is dat ze eerst zelf modieus gemaakt hebben, of hebben laten maken, door activisten die de gelijkgeschakelde inktkoelies moeiteloos voor hun karretje hebben gespannen:
Ja, toen knapte er wel even iets na een weekend vol Frans-allochtone burgeroorlogsbeelden en het laffe racisme van de lage verwachtingen waarmee de media hun ‘duiding’ geven. Flitsen van KOZP-protesten schoten door mijn hoofd, de vernieling van de eigen tijd in een afgedwongen ruil voor andermans verleden onder aanvoering van opruiers als Jerry Afriyie, een nazaat uit de slavenhandelende Ghanese Ashanti-stam. Hoe levenslange BN’er Sylvana - zwarte elite die het hoogste politieke ambt vervult - altijd op hoge toon de schuld bij de blanke samenleving legt. of Akwasi, de warrige woordkunstenaar die zijn schijnheilig glimlachende smoelwerk nooit lang genoeg in de plooi kan houden om géén geweldsfantasietjes te prediken of journalisten het werk onmogelijk te maken en die zelf óók zwarte elite is (huisjesmelker in Weesp, omroepbaasje bij Omroep Zwart), maar niet wil spreken over het slavernijverleden van zijn eigen Ashanti-voorouders: “Het is niet bewezen” en “Je kan de vinger niet op de zere plek leggen”, zegt ie dan - wat allemaal aperte quatsch is:
“The Ashanti Empire was the largest slaveowning and slave trading state in the territory of today's Ghana during the Atlantic slave trade” - Wikipedia
MAAR!
Dat de bipolaire narcist Sylvana zich chronisch als miskend talent én postmoderne Rosa Parks presenteert of het Ghanese opruiersduo Airfryer & Akwasi de subsidiezakken vult met activistische oplichterij, zijn natuurlijk geen argumenten om niet stil te hoeven staan bij het Nederlandse slavernijverleden, een roep om morele reparaties of beter onderwijs. Deze sujetten maken slechts gewiekst gebruik van de morele ruimte die het politiek correcte middenveld hen laat innemen, en ze pakken die speling maximaal.
Mijn frustratie richt zich op de uitzichtloosheid van een toekomst die leunt op whodunnit-vragen uit het verleden. Media zijn daarin extreem lui en wat mij betreft ook vreselijk dom, door zo makkelijk mee te gaan met de tot mode gemaakte schuld- en zonderetoriek. Dat is al vervelend als het over het slavernijverleden gaat, maar het wordt ronduit kwaadaardig als de bekrompen kritiekloosheid voorkomt dat er serieuze en “gevaarlijke” waarom-vragen gesteld mogen worden over langdurige rellen waarbij een brandweerman om het leven is gekomen, tientallen agenten gewond zijn geraakt en gezinnen van politieke ambtsbekleders voor hun leven moeten vrezen in hun privéwoningen.
Politici zijn zo mogelijk nog meer te kwader trouw want waar Wopke, Hugo en Alexandra weer een lang weekend naar de zonnige eilanden mochten om het bevrijd- en spijtfeestje te vieren met fotomomentjes, cocktailfeestjes, danspasjes en hardlooprondjes op het strand, zijn public relations en een zak gratis strooigeld geen serieus beleid waar alleenstaande Bijlmermoeders waardering, kansen en een weg omhoog in kunnen vinden. De Keti Koti-ketelmuziek van politici is wat dat betreft geen haar beter dan dat vier meter hoge standbeeld van een onverschillige zwarte vrouw in Rotterdam. Misschien nog wel erger, want waar dat standbeeld er staat als een zwerende schuldvinger richting de autochtone bevolking (die dat stupide verwijt gevoeglijk negeert), is het gratuite geldspelletje van Den Haag een als nederigheid verpakte onverschilligheid ten aanzien van hun eigen politieke verantwoordelijkheden. Ze verwachten net zo weinig van de donkere medelanders als dat ze zich voor hen inspannen maar als je hen een zak geld toewerpt, zijn ze tenminste wel weer even stil.
De lafheid van de lage verwachtingen
Met geld smijten is typische Rutte-politiek. Iemand klaagt? Gewoon afkopen. Of nee: gewoon grote bedragen noemen in de media en de Tweede Kamer, maar geen enkel doordacht, doorberekend en vooral menselijk plan erachter optuigen. En dan hopen dat het vanzelf overwaait - dus zodoende zitten de Gasgroningers nog in gescheurde huizen, weten veel Toeslagenouders niet waar hun eigen kinderen zijn (laat staan dat ze al financieel gecompenseerd zijn voor hun leed) en is er nog geen ambtenaar ontslagen of vervolgd voor het aangetoonde institutionele racisme bij de Belastingdienst (daar wel!).
Media en overheid knielen in een (zelf)vernederend toneelstukje voor burgers waar ze dermate lage verwachtingen van hebben, dat hun vermeende zieligheid een totem is geworden waarmee zowel deze burgers als politici zichzelf kunnen profileren. Zo houden ze een polariserend narratief in stand dat van het slavernijverleden tot de straatrellen in Frankrijk van twee kanten “onze schuld” zou zijn, maar waar niemand tegen op staat omdat de gelijkgeschakelde media zich hebben laten ketenen door hun eigen domme, luie politieke correctheid en zich de zweep laten welgevallen die slavennazaten als Akwasi en Afriyie zo gretig hanteren.
Het zou verdomme fijn zijn als we als samenleving wat meer zouden verwachten van de “nobele wilden” dan alleen een gegunde positie als slachtoffer waar opportunistische politici en domme inktkoelies zelf ook lekker in kunnen schuld(af)wentelen. Want een weekend lang beelden uit Frankrijk hebben me wederom meer alert gemaakt op de zwartgallige schetsen van de toekomst dan op de schimmige pagina’s uit het verleden. Onderwerping, zelfvernedering en de bijbehorende smoesjes die zulke stilstand faciliteren en financieren, hebben nog geen enkele vrije maatschappij ooit iets goeds gebracht. Frankrijk was weer een heldere waarschuwing dit weekend.
Los doneren? Nou graag! Dat kan hierrr
De daders van het PvdA-betuttelracisme leven nog. Stel voor dat zij als eersten herstelbetalingen gaan verrichten.
Goed omschreven. Daarom lees ik je stukjes graag. Niet altijd in alles met je eens, maar een goed onderbouwde, andere mening draagt bij aan ontwikkeling en een open gesprek/debat.