Het aapje GeenStijl, Elon Musk, Sado-Mastodon en een foto van mijn moraal eeeh hond - Nijmans Nieuwsbriefje - Editie #33
Eigenlijk ben ik vrij vandaag
Het aapje GeenStijl
Vandaag ben ik een dag vrij en overdenk ik vier jaar onafhankelijkheid van GeenStijl. We mogen toch constateren dat wat er ook is gebeurd en nog gebeuren zal: het aapje GeenStijl treedt nog altijd in eigen circus op. Midden in de waan van de dag, wars van die van anderen.
In de afgelopen dagen verzetten kleine pockets van deugpronkers zich tegen de overname van Twitter door Elon Musk. Massaal (relatief masaal althans) en met veel misbaar (wel echt onironisch veel misbaar) verhuizen ze zogenaamd naar Mastodon. Luidkeels kondigen ze hun overstap aan op Twitter, waar ze hun accounts natuurlijk niet verwijderen omdat ze alleen maar zeggen dat ze weggaan, om aansluitend elkaar en dus zichzelf te feliciteren met hun overstap naar een veilige omgeving, zonder “fascisten”, zoals Claudia de Breij het met veel theatrale pathetiek letterlijk zei. Echt heel aardig om te lezen, voor haar bijna half miljoen Twittervolgers, dat ze dat zegt tegen haar kleine belegen eigen borrelkring van moraalmastodonten.
Angst voor andere meningen
Aan het blauwe vogelplatform is sinds het nieuwe eigenaarschap van Musk nog geen lijntje code veranderd, dat maakt een en ander nog koddiger.
Ozcan Akyol schreef maandag in zijn AD-column letterlijk dat “tieners binnenkort zullen worden blootgesteld aan indoctrinatie” en dat Musk dat “allemaal best vindt”. De Deventer broodschrijver, die mensen knipt en schildert op de publieke omroep, noemt Musk “omhooggevallen” en dicht hem “een zucht naar nog meer status” toe. Hij zal het wel weten, als mediaprofessional die zich al jarenlang aan talkshowtafels lijmt. Hij klaagt zelfs dat Twitterophef in diezelfde talkshows vaak de onderwerpen dicteert. Prachtig, werkelijk prachtig.
Maar in de mainstream moraalpaniek over de Musk-takeover, schrijft ie ondertussen dus een cursiefje waarin hij suggereert dat er nog niet voldoende paniek is - waarmee hij precies doet waar hij het Twitter-algoritme van beticht: ophef optoeren tot onredelijke proporties. Maar dan in een krant, want op traag knisperend papier lijkt zulke retoriek kennelijk veel redelijker dan op de bloedsnelle digitale snelweg. (Zegt iemand dat ooit nog eigenlijk, ‘digitale snelweg’?)
Toen Donald Trump van Twitter werd verbannen, gingen zijn sympathisanten ook op zoek naar eigen platforms om te kunnen zeggen wat ze wilden, omdat ze niet alleen vreesden maar ook feitelijk constateerden dat hun geluid werd gesmoord door het platform. Ze werden beschimpt door precies degenen die in de afgelopen week een Methadon-account aanmaakten. Nu Twitter is overgenomen door Musk, vluchten de Schimmelpennincks, Sidney Smeetsen, Overlisteners en andere “fatsoenlijke mensen” niet naar een nieuw platform omdat ze bang zijn dat zijzelf en hun opvattingen van Twitter zullen worden geweerd, nee: ze vrezen dat anderen méér mogen zeggen daar. Over wie zegt dat nou uiteindelijk meer?
Poepgooien en toon-policen
Laten we wel wezen: op Twitter is heus niet leuker geworden in de afgelopen jaren. De globalistische, identitaire en ecologische drammerigheid van progressief links heeft voeding gegeven aan kleinburgerlijke, nieuw-christelijke en complotdenkend conservatief rechts en vice versa. Sociale media bestaan bij de gratie van elkaar naar het leven staan en je daar ook nog goed over voelen. Hoogopgeleid, carrièreladder klimmend gymnasiumlinks heeft daarbij net zo'n hoog slachtofferstemmetje gevonden als ondergescheten, complotdenkend en Forumkaravaan-volgend calimerorechts.
Dit is waarom de move naar Mastodon een onrendabele sponsorloop voor een schoon geweten is: je kan een paar dagen samen de bloemetjesgeur van je eigen gelijk opsnuiven als ware het een stiekeme scheet onder de dekens, maar ook de zichzelf deugdzaam progressief achtende mainstreamers zijn net zo verslaafd aan de conflicten waartoe sociale media uitlokken als de ruziezoekende counter-conservatives. Ze zullen dus weldra terugkeren op Twitter, en/of op hun nieuwe "veilige" platform vervallen in oude patronen van poepgooien en elkaar toon-policen.
En hee, ik ben geen haar beter hè. Mijn twittergedrag bestaat ook bij de gratie van het moment, waarop mijn fysieke en mentale status (blij, moe, chagrijnig, slecht geslapen, hangry, getriggerd op principiële of juist volkomen futiele kwesties) ongezien maar absoluut dicteren hoe mijn tweets er uit zien, hoe veel ik er afvuur, hoe los die flodders zijn of hoe hooghartig boven alle partijen ik mezelf soms pretendeer te zwijgen - door hardop te roepen hoe bescheiden ik me opstel over Onderwerp A tot en met Discussie Z. De enige rem die ik op mezelf heb gezet, is dat ik nooit dronken ga twitteren. Okee, bijna nooit.
1 November. U bent weer bedankt! — www.geenstijl.nl Eiland in de regen
Het sprongetje naar GeenStijl
De intrinsieke nutteloosheid van Twitter staat recht evenredig in balans met het ontegenzeggelijke publieke belang van zo'n platform en volgens mij is de kunst van het microbloggen om je van beiden bewust te zijn. Je mag jezelf best laten gaan, maar je moet ook doorhebben wanneer het gewoon aanstellerig wordt. En je mag best hooghartig weglopen af en toe, al roepende dat je wel wat beters te doen hebt dan piepkleine meninkjes in het onmetelijke cyberspace te schieten, als je maar niet pretendeert dat het platform helemáál geen rol speelt in het publieke debat. Maar: collectief, als fenomeen. Niet op individueel niveau, zoals sommigen van de sadomastodonten lijken te denken.
Daarmee komt het bruggetje naar het stijlloze blog: het is in personele zin een klein clubje, maar wel een collectief. De ik-vorm is zeldzaam, onder de roze kroon schrijve men in koninklijk meervoud. Niet omdat we het de hele tijd met elkaar eens zijn (u zou eens moeten weten, van alle live twitterfitties op GSHQ), maar omdat het wel tot betere samenzang leidt. Vaak zijn redacteuren er naartoe weggewenst door lezers, nooit stapte iemand uit zichzelf over naar De Joop. Er is geen reden toe: namens "we" en "wij" mag je alles opschrijven en ik ben er honderd procent van overtuigd dat er geen tweede medium in Nederland is waar dat hetzelfde geldt als bij GeenStijl. Je hoeft het lijstje mastodon-meelopers er maar op na te slaan om te zien dat binnen de mainstream mediakaders een afwijkende mening veel moeilijker ligt.
Vandaag vieren we vier jaar onafhankelijkheid en wie eerdere nieuwsbrieven gelezen heeft hier, kan zich mijn geweeklaag vast nog heugen over hoe zwaar, vermoeiend en vaak ook vervelend het runnen van een eigen onderneming is. Zeker tegen woeste decors van zinkende renaissancevloten, wereldwijde pandemieën en de boerenhamvraag of minder vlees eten een planeet kan redden, of dat mensen zich eens niet zo moeten aanstellen. Maar na vier jaar staan we nog altijd fier overeind, de redactie is versterkt zonder dat iemand is vertrokken en hoewel sociale media zeker een significante rol spelen in de agendasetting van nieuws, entertainment en vooral ophef, kiest GeenStijl nog altijd zijn eigen koers, vinden we onze eigen woorden om die van anderen mee te wegen, en weet ik me gerust in het besef dat je op Twitter altijd moet lezen hoe ontzettend kudt en onfatsoenlijk én mainstream én deuglinks én extreemrechts je bent maar dat we in de bezoekcijfers kunnen zien dat het gemanicuurde shockblog van weleer nog steeds een kleine roze mastodont in het verder muisgrijze medialandschap is. Ook onder nieuw leiderschap was dat voor de reaguurders geen enkele reden om van platform te veranderen.


Hondje. Houdt ook van hamvragen
Wie hier klikt, kan doneren — www.bunq.me
Let that sink in