Ook al onbetaalbare luxe: Ongedwongen festivalvrijheid
Of klinkt het heel Hollands om een plastic beker bier van 3,50 écht te duur te vinden?
Misschien is het een volhardende melancholie naar een nauwelijks meerderjarig leven, maar al bijna een kwart eeuw pak ik minstens één meerdaags muziekfestival per jaar mee. Het begon ooit op Pinkpop, er waren jaren dat we Rock Werchter en Lowlands daarbij in één zomer propten en op de blauwe maandag dat ik voor Muziek.nl schreef, deed ik zelfs wel eens tien festivals in één seizoen. Voor het werk kreeg ik destijds niks betaald, maar voor de toegang hoefde ik niets te lappen. Prima deal, die helaas abrupt ophield nadat (het label van) Anouk van de persfotografen op Pinkpop geëist had dat ze niet onflatteus in beeld mocht komen. Het was in een pafferige periode in 2012 en de kiekjestrekkers toonden zich, hoewel soms morrend, iets te bereidwillig om de bubbelende buik en de dubbele kin van hun SD-kaartjes te verwijden - onder toeziend oog van de platenpolitie van EMI.
Toen ik daarop dan maar zelf een lilluke prent van Anouk op GeenStijl gooide, was mijn gig voor Muziek.nl terstond voorbij. De site was van Universal Music, men wilde wel vriendjes blijven met andere platenlabels. Het boeide me niet zo veel, het principe om het bizarre fenomeen van de gewillige persbreidel in een topic te plempen, was me meer waard dan gratis recensies schrijven over concerten van gisterenavond, voor mensen die hetzelfde gezien hadden als ik, of er überhaupt niet bij waren geweest.
Sorry, ik dwaal al af voordat ik goed en wel begonnen ben maar ik startte dit Nieuwsbriefje naar aanleiding van één gedachte en raak mezelf onmiddellijk kwijt in een geheugen vol van drank en grootspraak doordrenkte anekdotes over slapeloze festivalnachten, vele liters bocht uit plastic bekers, ontelbaar veel broodjes mexicano ketchup en alle kleine jeugdige en postpuberale rebellie die daar als vanzelf uit voortvloeit op de festivalvelden van Nederland en Vlaanderen.
Dit Nieuwsbriefje gaat namelijk over de kosten van festivaltickets, hoezeer weekendjes op de wei zichzelf uit bepaalde markten lijken te prijzen en hoe spijtig me dat lijkt voor met name de jongere generaties na mij, die vandaag absurde prijzen moeten betalen om zich de ervaring van ongedwongen vrijheid te kunnen veroorloven.

Nadat de Pinkpoppret was afgelopen en ook mijn perskaart voor Lowlands voorgoed was verscheurd omdat ik kritiek had geuit op de door de organisatie en in partnerblaadje NRC Next zeer gevierde zogenaamde “snelrechtstraat” (een volstrekt illegitieme methode om drugs te weren) als ook de spot had gedreven met de lachwekkende leugen dat Lowlands daarom een nagenoeg drugsvrij festival zou zijn, ben ik vanaf 2013 terug uitgeweken naar Zuiderburië voor een festival waar we tien jaar eerder ook al waren: Rock Werchter. In tegenstelling tot boven de noordgrens, waar geldingsdranggedreven grootsprekers zich desondanks makjes in de crowd control laat koeioneren, is het leven in Vlaanderenland vriendelijker en ongedwongen vrijzinniger.
Waar het volk goedlachs is
En een vuist zonder kracht is
Waar men faalt en aan de toog explikeert
Vlaanderen boven— Raymond van ‘t Groenewoud
Enfin, aldaar was de verhouding van een affiche vol grootse, zij het wat recht door zee namen tot de prijs van bier en frieten nog jarenlang zeer aangenaam. Het festival is bovendien een gemeenschappelijke inspanning, omdat op de steenwegen tussen campingvelden en ‘de wei’ diverse lokale verenigingen gebakken ei, smoskes, pannenkoeken of kriek serveren aan het passerende publiek en daarmee de kas van voetbalclub, scouting of pétanque-pensionado’s voor een heel jaar spekken tegen schappelijke prijzen die in harde euro’s (en niet in plastic muntjes) afgetikt kunnen worden.
Op het terrein zelf vielen de prijzen ook altijd zeer mee, zolang je van de menukaart of het sanitair geen al te hoge verwachtingen koesterde. Op de ‘campings’ (weilanden) was überhaupt niets van dat, maar daar stond tegenover dat je zo veel uit eigen keuken mee mocht zeulen als je nodig dacht te hebben. Het stak, vond ik, altijd plezierig af tegen het muzikaal en qua faciliteiten afgemeten superieure 24-uursprogramma van Lowlands, waar de nadruk op crowd control steeds groter werd, en het bier steeds duurder.
Werchter bleef langer van het slag ‘we doen maar wat, zolang het maar gezellig blijft, en leveren in ruil daarvoor de allergrootste namen’. Scholieren veegden iedere nacht het terrein schoon in ruil voor gratis weekendkaarten, dat soort sociale saamhorigheid zeg maar. Gezien de timing van het festival - altijd eerste weekend van juli - was het ook dé bestemming voor bovenbouw en examenklassen van het middelbaar onderwijs en dat houdt de boel zowel levendig jong als plezant bleu.
Maar ook in Vlaanderen schreed de tijd voort en op het grote veld van Rotselaar werden de looproutes logischer, de podia strategischer gepositioneerd en de bierprijzen langzaam gelijkgeschakeld met de extra inspanningen. Ik kon het zelfs niet laten om me in De Morgen te beklagen over RFID-polsbandjes die je verplicht moest dragen en waarmee publieksbewegingen werden gemonitord. Een relatief onschuldige stap naar verdere monitoring (en een gevoel in de gaten gehouden te worden). Strakkere publiekssturing heeft de vrijheid van een festival steeds meer veranderd in een festival experience: de suggestie van festival, op een speelterrein van rubberen tegels.
Sfeervol bleef het heus wel, maar in de afgelopen jaren zag je de gemiddelde leeftijd van het publiek langzaamaan klimmen en dat ondanks de eendaags spin-off Werchter Classic voor oude bands en een ouder publiek, een week eerder op hetzelfde terrein. Dit jaar met Bruce Springsteen & the E-Street Band vooralsnog als enige naam op een nu al uitverkocht affiche. Kaarten zijn tussen de 115 en 175 euro en dat is niet weinig, maar ook niet schokkend voor een line-up van ongeveer vijftien acts, waaronder dus sowieso The Bruce.
Machinaal getapte Juupkes van 3,50
Het reguliere, vierdaagse festival van een week later kost echter al een rammende 292 euro en consumptiebonnetjes doen zelfs in de voorverkoop al 3,25 euro. Dat betekent 3,50 of misschien wel 3,75 ter plekke, voor één machinaal getapt Juupke in een 20 centiliter plastic unit. Een bakje friet voor 2 of 2,5 bon (exclusief saus) klinkt zo mogelijk nog gekker en ik wil niet weten wat een (relatief) gezonde maaltijd moet kosten, want ik ben op een leeftijd dat het lichaam af en toe met een stevige pasta of een flinke beker fruit gechanteerd moet worden om vier nachten moeizaam kamperen in vredestijd af te kunnen blijven wisselen met zuipen alsof je een oorlogstrauma tracht te verdrinken.
Natuurlijk is de price hike sinds corona alleen maar versneld. Afgelopen jaar konden we nog op twee jaar oude tickets en een flinke voorraad pre-paid pilsbonnekes het weekend door alsof het allemaal voor niks was, maar voor de aankomende editie is dat zelfbedrog uitgesloten en thans voel ik een groeiende weerzin woekeren om de enorme investering te gaan doen. Het punt is bereikt waarop een slok bier een rinkelend geluid begint te maken en dan smaakt het niet meer. Geen #RW23 voor mij dit jaar, derhalve.

In de jaren voor corona was al zichtbaar dat de letterlijke jeugd steeds meer plaats begint te maken voor oudere, starre gelovigen in hun eigen eeuwige jeugd, omdat er voor 17-jarige festivalmaagden niet tegen de prijsstijgingen op te vakkenvullen is. Zeker niet als je jezelf ook met een flinke baal wiet of een paar pillen xtc voor een paar euro een weekend in de woning van vakantievierende ouders van vrienden kunt verschansen. Of wellicht geef je het toch liever uit aan een treinkaartje voor een zomertour door een paar omliggende landen. In Chersonissos komt immers goedkoper gerstenat uit de tap dan op een festivalwei onder de rook van Leuven, met een hogere zongarantie. De grote festivals zijn steeds meer voor rich white kids, waarbij je dat ‘white’ wel weg kunt laten want er is sowieso geen blanker, meer monocultureel feestje denkbaar dan een pop- of rockfestival.
Zelfs het falende asielbeleid zit in de ticketprijs
In Nederland zie je vergelijkbare verzuchtingen. Lowlands van 255 naar 300 euro. North Sea Jazz (niet echt een jongerenfestival maar goed) van 250 naar 300. Best Kept Secret is nog niet bekend maar wordt eveneens op 300 verwacht en Pinkpop vraagt ook zonder noemenswaardige grote namen op de festivalposter alvast 275 euro. Een Lowlandsbiertje kostte in 2022 al 3,30 euro, op Pinkpop was je 3,20 kwijt voor een kleintje pils. Meewegende argumenten buiten het verdienmodel van de organisatie zijn er heus wel, zoals bij de NOS opgesomd:

Maar ja, inflatie treft ook ieder individu, evenals de energieprijzen en de kosten voor (openbaar) vervoer. En nee, je hóeft geen dertig bier per dag te drinken maar je gaat in de regel ook niet naar een festival om elk drankbonnetje drie keer om te moeten draaien. Erger nog - zeg ik, als 41-jarige, vanaf het bordes van Huize Avondrood - is de afname van jeugdige bezoekers. Althans, voor studentenfestival Lowlands of gemengdeleeftijdfeestje Pinkpop heb ik die niet gemeten, maar de afgelopen tien Werchters leken gemiddeld echt wel ouder te worden, evenals de paar losse dagen die ik op Best Kept Secret doorbracht. De afwezigheid van jeugd onttrekt onbezonnen energie aan het publiek, wat er voor in de plaats komt gaat steeds hogere eisen aan voorzieningen en comfort stellen om de hoge prijzen aan zichzelf te kunnen verantwoorden.
Een dagelijkse douche, meer vraag ik niet
Misschien is het ouwemannengelul, maar mijn eerste Pinkpops en Werchters waren voor een late leerling/vroege student met een reguliere bijbaan echt geen rib uit het lijf. Het relatieve gebrek aan voorzieningen ten opzichte van een kwart eeuw later was - zeker op die leeftijd - ook nooit een gemis, en eigenlijk nog steeds niet. Op Werchter was mijn enige eis de afgelopen jaren en in tegenstelling tot vroeger: Een (1) dagelijkse douche.
Waar de grote festivals in toenemende mate een luxeproduct worden, creëeren wettelijke eisen aan opbouw, inrichting en veiligheid ook niet veel nieuwe ruimte onderin, waar kleinere muziekfeestjes zich kunnen profileren of groeien. En het publiek wil ook alleen maar méér opties in eten, drinken en comfort. Eigenlijk lijkt alleen de Zwarte Cross de duurste dans een beetje te ontspringen. Hoewel tickets van 132,50 naar 170 euro zijn gesprongen dit jaar, krijg je daar wel vier dagen festival voor terug. Een biertje was 2,80 in 2022 - da’s nog redelijk te doen, al zal dat in 2023 ook wel de 3 euro gaan aantikken. Maar ja, de Zwarte Cross is dan wel weer vooral een enorme (en geweldig sfeervolle) boerenjaarmarkt en minder een klassiek muziekfestival waar je oude helden toejuicht en nieuwe bandjes leert kennen.
Na de Affaire Anouk op Pinkpop 2012 en de doorgeknipte perskaart die mijn liefde voor het energieke Lowlands in 2013 bekoelde, lijkt het er voor 2023 op dat het voor het eerst sinds de eeuwwisseling (en 1 pandemie uitgezonderd) een festivalloze zomer wordt. Met enige spijt, maar de prijzen staan simpelweg niet meer in verhouding tot de pret. Gelukkig heb ik tientallen doorwaakte en doordrenkte weekenden op talloze weides meegemaakt. Opa kan teren op eindeloze anekdotes over bier, meisjes, prille experimenten met drugs, doorregende tenten, modderige glijpartijen en memorabele optredens, plus aardig wat papieren mappen vol met de op wegwerpkodak’s getrokken foto’s waar we het voor de smartphonecamera mee moesten doen.
De jeugd van tegenwoordig (niet de band)
Ik vraag me af of dat de jeugd van tegenwoordig (ugh, ik schrijf het echt) ook nog een beetje gegund is. En zo ja, of ze niet verzuipen tussen chronisch overwerkte halfbejaarden zoals schrijver dezes, die een potentieel levendige weide kunnen afbreken en dan niet in de wild losgeslagen feestelijke zin des woords, maar tot een met laffe borrelaars gevuld grasveldje die mopperen over de bierprijs, die vroeger beter was.
Het is wellicht een hele persoonlijke observatie maar de prijsstijgingen van festivals correleren wat mij betreft heel erg met de gestage afname van persoonlijke vrijheden in het algemeen. Regels, normen en knellende omstandigheden dicteren in toenemende mate de ticketprijzen en zonder voldoende poen is vrije beweging steeds minder goed te doen. Terwijl je zo graag iedereen de ongedwongen vrijheid van een zorgeloos leven in de geestverruimende laveloosheid van een festivalweide zou gunnen - zeker op jeugdige leeftijd. Het is van een grote helaasheid dat de toegiften des levens zulke vreselijk dure dingen aan het worden zijn.
Slotact: Smuk. Ook ooit een jonge hond geweest
Meer jonge hond hieronder, exclusief voor betalende lezers.
Keep reading with a 7-day free trial
Subscribe to Nijmans Nieuwsbriefje to keep reading this post and get 7 days of free access to the full post archives.