Europese koolstofgrenzen en de zorgen van de Zwitserse industrie
Emissierechten prijzen EU de wereldmarkt uit
In september ontving ik een e-mail van een Amerikaans bedrijf. Zij wilden graag nieuw ontwikkelde synthetische brandstoffen exporteren naar de EU. De EU heeft deze brandstoffen ook op het verlanglijstje staan. Maar het blijkt niet mogelijk voor de Amerikanen om naar de EU te exporteren want ‘the United States and Texas do not have a carbon tax system’. Ze vroegen om mijn aandacht en waar mogelijk interventie in mijn rol als lid van de commissie ITRE (Industrie, Onderzoek, Energie) van het Europees Parlement. Het verzoek is blijven liggen.
Begin november kreeg ik vervolgens een uitnodiging vanuit Zwitserland. In Genève werd een discussie georganiseerd over de handelsproblemen die veroorzaakt worden doordat de EU CO₂-heffingen verplicht stelt. Hetzelfde probleem dus. Ik heb de discussie aangehoord. Vanuit mijn kantoor, want de moderne tijd maakt reizen steeds meer optioneel.
Wat is er aan de hand? Om te beginnen is al twintig jaar de strijd tegen CO₂ gaande in de EU. Gebaseerd op het idee dat wijziging van het percentage CO₂ in de atmosfeer klimaatverandering veroorzaakt, dat deze klimaatverandering zodanig gevaarlijk is dat we er iets aan moeten doen, dat niet aanpassing aan klimaatverandering maar aanpak van de uitstoot van CO₂ de aangewezen weg is, en tot slot dat de lidstaten van de EU een doorslaggevende rol in de wereld hierin spelen.
Koolstoflekkage en concurrentieposities
De EU heeft dan ook het Emissions Trading System ingevoerd (EU ETS). Bedrijven moeten een vergunning kopen, emissierechten, om een productieproces te hebben waarbij CO₂ wordt uitgestoten. Het EU ETS, dat sinds 2005 actief is, functioneert als een marktinstrument waarbij bedrijven emissierechten kunnen verhandelen. Deze rechten worden jaarlijks beperkt, waardoor de totale uitstoot binnen de EU geleidelijk afneemt. Bedrijven moeten kiezen tussen het kopen van emissierechten of investeren in schonere technologieën. De CO₂-prijs, bepaald door vraag en aanbod, zou zo duurzame innovatie moeten stimuleren. Maar er zijn natuurlijk nog twee opties voor bedrijven: stoppen of verplaatsen naar buiten de EU. Dit laatste heet in het jargon ‘koolstoflekkage’.
Het EU ETS geldt nu voor zware industrieën, energiebedrijven, luchtvaart en de zeevaart. Vanaf 2028 ook voor transport en de gebouwde omgeving. U begrijpt dat al deze heffingen de kosten voor productie in de EU doen stijgen. Er ontstaan concurrentienadelen ten opzichte van regio’s in de wereld zonder vergelijkbare CO₂-heffingen. Dat is een probleem.
We hebben het hier over de EU, dus de oplossing is altijd een extra stuk regelgeving. Het koolstofgrensaanpassingsmechanisme (Carbon Border Adjustment Mechanism - CBAM) is sinds 1 oktober 2023 geleidelijk ingevoerd in de EU. Tot eind 2025 alleen nog een rapportageverplichting, maar daarna gaan importeurs van emissie-intensieve import uit landen buiten de EU daadwerkelijk een CO₂-heffing betalen. Deze regelgeving hoort bij de bredere "Fit-for-55"-strategie, die gericht is op het bereiken van ‘klimaatneutraliteit’ tegen 2050.
We beginnen met cement, ijzer en staal, aluminium, meststoffen, elektriciteit en waterstof. Maar de Europese Commissie heeft een uitbreidingsvoorstel al in de pen voor 2027. Door deze extra heffingen vervalt een potentieel concurrentievoordeel voor bedrijven buiten de EU. En wordt alles duurder voor consumenten in de EU, dat ook. Een hoog Buurman en Buurman-gehalte, dergelijke regelgeving.
En toen dus een verzoek om een discussie in Zwitserland aan te horen. Dat bleek interessant. Zwitserland is geen lid van de EU. Maar het ligt er wel middenin, en de EU is een belangrijke handelspartner. In Zwitserland is er scepsis over de invoering van een eigen CH-CBAM. Dat zou weliswaar de export naar de EU zonder verdere heffingen veiligstellen, maar er zijn nadelen.
De Federale Raad wijst op de risico’s van verhoogde kosten en complexe implementatie. Economiesuisse, de overkoepelende organisatie voor het Zwitserse bedrijfsleven, waarschuwt voor verlies van concurrentiekracht. Ze benadrukken de ongunstige kosten-batenverhouding en de onzekerheden op het gebied van buitenlandse handel en wet- en regelgeving. Bovendien is er kritiek van landen zoals India, China, Brazilië en Zuid-Afrika, die dit aankaartten binnen de WTO. Daar worden immers de internationale handelsafspraken vastgelegd.
De vrije wereld lonkt
In plaats van een eigen CH-CBAM pleit Zwitserland voor een internationaal gecoördineerde aanpak. Zwitserland denkt dat duidelijk is dat decarbonisatie alleen kan slagen als bedrijven de uitstoot in hun toeleveringsketens efficiënt kunnen verminderen. De meest effectieve manier om dit te bereiken is door middel van een wereldwijde CO₂-heffing en wereldwijde handel in emissierechten. Internationaal vergelijkbare heffingen op broeikasgassen maken klimaattarieven dan overbodig.
De Federale Raad ziet de huidige aanpak als voorlopig voldoende en evalueert pas in 2026 opnieuw of een CH-CBAM nodig is. Dit verschil in strategie met de EU laat zien hoe economische structuren en handelspolitieke gevoeligheden het klimaatbeleid van landen beïnvloeden.
De EU en Zwitserland streven op zich hetzelfde na: emissiereductie en het tegengaan van koolstoflekkage. Maar het verschil in benadering weerspiegelt de verschillende prioriteiten en risico’s waarmee de EU en Zwitserland te maken hebben. Tegelijkertijd roept dit bredere vragen op over de toekomst van de Europese industrie. De huidige trend van de-industrialisatie, deels veroorzaakt door stijgende ‘klimaatkosten’, illustreert de kwetsbaarheid van energie-intensieve sectoren.
Wat dit betekent voor andere sectoren die eveneens met deze uitdagingen zullen worden geconfronteerd, blijft onzeker. Het is de vraag hoe je de economische veerkracht van de industrie kunt behouden en nieuwe opbloei van de Europese industrie kunt realiseren ondanks de klimaatmaatregelen.
Na dit Zwitserse verhaal werd ik erop gewezen dat bij een eerder overleg een vertegenwoordiger van het Griekse MetLen Energy & Metals dacht dat het produceren van aluminium sowieso zo’n 15 procent duurder gaat worden in de EU. Op de wereldmarkt doe je dan niet meer mee.
Er is vanzelfsprekend nog een vijfde optie om hiermee om te gaan. Naast betalen, vergroenen, stoppen, of produceren van buiten de EU, kun je natuurlijk ook definitief vertrekken en nooit meer naar de EU exporteren. De vrije wereld lonkt
.
— Auke Zijlstra is Europarlementariër namens de PVV. Voor NN schrijft hij over het wel en vooral wee in Brussel. Op X is hij te vinden als @EconoomZijlstra. Zijn eerdere Berichten uit Brussel zijn te vinden op deze pagina.
Normaliter is de commentfunctie alleen open voor paid subscribers. Omdat Auke een volksvertegenwoordiger is, zijn ze onder zijn bijdragen voor allen geopend.
Een belangrijk punt blijft naar mijn mening onvermeld.
Namelijk dat de mens verantwoordelijk wordt gehouden voor de vermeende klimaatverandering.
Want er is immers consensus.
Dat dit politici als muziek in de oren klinkt, maar wetenschappelijk gezien totale nonsens is, wordt maar niet begrepen en aanvaard.
Het probleem van een middenklasse zijn de aanspraken op politieke macht. De oplossing voor dit probleem is de proletarisering van deze bevolkingsgroep.