2023 nadert zijn einde als het jaar waarin de megalomane mens echt een beetje doorsloeg in pogingen om de wereld naar zijn hand te zetten.
Het klimaat is een thermostaatknop. Geslacht is een vrijzinnige verbouwingskeuze. Diversiteit en inclusiviteit zijn subsidie- en beleidsmodellen waarmee je de samenleving kunt inrichten op een gelijkheid van uitkomst, het koloniale verleden kan ongedaan gemaakt worden met het herschrijven van de geschiedenis (en het schrokken van grote sommen geld) en vrije gedachtevorming op het internet kun je reguleren met censuur op informatiestromen. Het zijn zelfoverschattingen die hun eigen (soms gevaarlijke) waarheid lijken te zijn geworden.
Het meest overgewaardeerd en tegelijkertijd onderschat in 2023 is Artificial Intelligence (AI). ChatGPT, Midjourney, hoe ze ook heten: individuele gebruikers zijn onder de indruk, nerds en programmeurs zijn gefascineerd, het bedrijfsleven juicht over de besparing op personeelskosten automatisering en verbetering van dienstverlening en media schrijven in grote woorden over Hoe AI De Wereld Zal Veranderen - waarbij de bibberende pen van freelancers soms leesbaar is.
Nou, ik weet niet of het de leeftijd is, of mijn natuurlijk neiging om altijd een beetje tegen de stroom in te gaan, of dat het komt door de meer analoge omgeving waar ik tegenwoordig domicilie hou, maar ik vind de opkomst van AI een voorportaal van de hel, waaraan we moeten proberen te ontsnappen.
Een recept tegen geestdrift
Niet alleen wordt het onderscheid tussen informatie en imitatie veel lastiger te maken (en voor steeds meer mensen: onmogelijk), AI maakt toch al zo onoprechte werelden steeds nepper. Het perst eerlijke emoties uit tot gekunstelde sentimenten, erodeert persoonlijke service tot interactie-protocollen en reduceert afleiding en entertainment tot financieel lucratieve algoritmes die mensen aan scherm & buis gekluisterd houden zonder hen iets wezenlijk verrijkends te bieden. AI is een vorm van smaakvervlakking: meer consumeren, minder proeven. Een recept tegen alle geestdriften van vrije, snijdende en onvervalsbare creativiteit.
Afgelopen week keken we naar True Lies (1994) en The Day After Tomorrow (2004). Even los van dat die eerste sowieso een betere film is en die tweede een Al Gore-achtig melodrama waar Extinction Rebellion z’n dreinerige klimaatretoriek vandaan lijkt te halen, viel vooral op dat de spionnenkomedie met Arnold Schwarzenegger drijft op échte stunts, door échte mensen, met échte paarden en échte straaljagers en daarmee na dertig jaar nog steeds onderhoudend is, terwijl het tien jaar jongere The Day After Tomorrow het moet hebben van computer generated imagery (CGI) die op sommige momenten niet alleen pijnlijk gedateerd is, maar ieder gevoel van werkelijke spanning uit het verhaal en het acteerwerk zuigt. Een groepje mensen dat op een bevroren schip in een ijslandschap wordt opgejaagd door een troep glitchy fopwolven genereert minder sensatie dan een bijna statisch beeld van Schwarzenegger die op écht paard de lift omhoog neemt in een warm winkelcentum.
CGI is geen AI (althans, nog niet), maar er is wel overeenkomst:
In Jurassic Park (1993) stond de CGI nog in dienst van een spannend verhaal met en over echte mensen met al hun hoogmoed, heldenmoed en/of humor - inmiddels lijkt tweederde van de bioscoopfilms een exercitie in het scheppen van computerwerelden, waarin flinterdunne verhaallijntjes zich ternauwernood vastklampen aan snedige oneliners, maar bij mij heeft met name de Marvel Cinematic Universe (en z’n ontelbare spin-offs) al lang de grenzen van de verveelde ergernis overschreden. Omdat niet alleen good o'l’ storytelling lijdt onder de overdosis digitale overdrijving, maar omdat menselijke emoties, handelingen en karakters de diepgang van een soepbord krijgen in werelden waarin afwegingen, keuzes en handelingen in groteske morele pennenstreken worden beschreven (‘We moeten de wereld redden van het kwaad’) zonder ooit intrinsieke consequenties te hebben (de superhelden zijn zelden sterfelijk, of staan gewoon weer op uit de dood). Er is geen spanningsboog, alleen een sensatie-simulatie.
De Marvel-wereld is de streekroman van de cinema: verfilmde schijn die drijft op primaire sentimenten. Cinematografie is minder een kunstvorm en steeds meer een samenwerking tussen de marketingafdeling en een snorrend serverhok dat z’n algoritmes van accountants gevoed krijgt. Met diezelfde commerciële drift worden er ook nog steeds ‘nieuwe’ Jurassic Park-films geproduceerd geprogrammeerd. De laatste - Jurassic World Dominion (2022) - hebben we onlangs uit verveling aangezet. Het is een bewegend behangetje met plaatjes van dinosaurussen. Een screensaver die de verveelde stemming niet kon verdrijven.
Het is om die reden dat zowel de nieuwe Top Gun: Maverick (2022) als de laatste Mission: Impossible - Dead Reckoning (2023) zo veel geprezen en simpelweg steengoed zijn: Tom Cruise herinnert heel Hollywood er bijna in z’n eentje aan dat je met een klassieke, vrij kazige verhaallijn ontzettend ver kunt komen als de uitvoering door *mensen* wordt gedaan, niet door koude ruimtes waar servers eindeloos beelden staan te renderen in opdracht van een handjevol franchise stakeholders. Echte straaljagers in echte formaties, echte crossmotoren over echte bergkammen, echte treinen en echte explosies leiden tot echte emoties - ten eerste bij de acteurs, die het zodoende oprecht(er) kunnen overbrengen op het ademloze filmpubliek.
Maar goed en helaas, in 2023 is AI definitief doorgebroken en zal alles (vergeef me mijn tamme optimisme) vooral alleen maar erger worden.
Je kunt AI natuurlijk al jaren gebruiken, in tamelijk domme vormen - de Roomba gaat automatisch hondenharen en asresten rond de open haard te lijf zodra ik mijn huis verlaat en de buitenverlichting beweegt vanzelf mee met de zonsondergang. Noem het huishoudelijke nuts-functies. Maar voor klantenservices lijkt de groei van AI-toepassingen me niet zaligmakend: enerzijds kunnen alle bedrijfsprotocollen en FAQs van je producten en onderneming worden ingeladen, anderzijds kun je iedere denkbare menselijke vraag daarover en reactie daarop in het leerproces gooien, maar uiteindelijk krijg je toch doodlopende sporen wanneer vragen van klanten eindigen in een onmacht van AI om het probleem binnen de protocollen op te lossen. Op dat moment is er geen mens meer om te zeggen dat “computer says no”, maar is het een computer die zegt dat de computer nee zegt tegen de klant.
De hele service-industrie als een soort zelfscankassa, waar alleen nog echte mensen aan te pas komen wanneer ze denken dat de klant iets niet begrepen heeft, misschien wel iets niet heeft afgerekend, of niet met het systeem kan omgaan. Het systeem is immers feilloos - wantrouwen is een emotie die alleen mensen onderling kunnen voelen, computers niet.
Ondertussen schrijft AI wel sinterklaasgedichten en spreekbeurten, beantwoordt het essayvragen, kan het stijlen van schrijvers imiteren en maakt plagieert AI met één opdracht van twee woorden (‘Mona Lisa’) de Mona Lisa:
AI zoekt en hergebruikt bestaande online content om iets “nieuws” te scheppen en hoe meer AI maakt, hoe meer AI eigen materiaal zal hergebruiken en hoe dunner de spoeling daarmee wordt. Vergelijk het met de Jurassic Park-franchise: alle vervolgen zijn een steeds verder afgewassen versie van het origineel, zodanig dat het product een nageboorte van zelfplagiaat en Chinees namaak-design wordt. De franchise wordt op die manier wel groter, maar niet slimmer, beter of oprechter - net als AI. Je kunt je, op basis van onderstaande scores, afvragen of niet zozeer AI slimmer wordt, maar het publiek steeds dommer. Wat vriendelijker gezegd: het publiek niet doorheeft hoeveel dommer het aan hen aangeboden entertainment wordt.

Ook een vergelijking met de inlichtingendiensten en hun groeiende gebruik van (individuele vrijheid bedreigende) datasleepnetten dringt zich op: als je in je zoektocht naar bommenmakers of terreurplanners álle informatie opslaat die over het internet uitgewisseld wordt, zit ook de júiste informatie er tussen, maar de kans dat je die gaat vinden wordt steeds kleiner met iedere terabyte aan troep die je uit andermans datastromen naar je eigen spionnenservers trekt. Op basis van de hoeveelheid verzamelde data lijken de diensten alwetend, maar data en kennis zijn twee zeer verschillende meeteenheden. Afhankelijk van welke je zwaarder weegt, kun je kunstmatig je kennisniveau hoog houden. Een bureaucratische vorm van artificiële intelligentie, perfect op maat gemaakt voor het bestuurlijke modeldenken van ‘moderne’ democratieën.
De hel, dat is de AI…
Dat brengt me tot de grootste ergernis over kunstmatige intelligentie: Artificial Intelligence is nog geen Artificial Individuality. Je kan begerig worden van beelden van een goed stuk vlees, maar de video hierboven is nep. AI weet dat humanoïden een goed gevoel krijgen van kattenfilmpjes, angstig worden van terreur en oorlog of opgewonden raken van gewelfde vrouwen en gemarmerde mannen, maar daarmee begrijpt zo’n zelflerende set enen en nullen nog niet wat de onderliggende chemische processen zijn die vooraf gaan aan de verbale of fysieke uitingen van de blijheid, vrees of opwinding waaruit AI z’n monstrueuze mosterd haalt wanneer je vraagt om een “enhanced upscale” te maken van een stuk vlees.
Persoonlijker voorbeeld. Ik luister al wekenlang, sinds de dood van Shane MacGowan op 30 november, bijna obsessief naar The Pogues, daartoe gedwongen door een melancholie die zich niet met een constructie-opdracht aan AI-software laat oproepen. Zelf kan ik wel de aanleiding markeren (de dood van de leadzanger), maar niet de herkomst van de drang om hun muziek te draaien verklaren. De Ierse folkpunk triggert bij mijzelf een nostalgie waarvan ik niet wist, noch goed begrijp, hoe diep die zich ooit in mij genesteld heeft - ik kan me niet herinneren wanneer de laatste keer is geweest dat ik bewust een Pogues-plaat heb gedraaid of gehoord voordat MacGowan overleed. Kan AI zichzelf met terugwerkende kracht nostalgie aanleren, en nog een laag dieper: verklaren waar die emotie vandaan komt? Ik denk het niet. Zoals ik ook niet denk dat het zich in de toekomst überhaupt échte menselijke emoties kan aanleren, laat staan laten ervaren - hoewel de afwezigheid daarvan wel desastreuze gevolgen kan hebben.
…maar AI is voor de anderen
AI reproduceert via de deductie van menselijke emoties. Deductie maakt van emotie een sentiment, sentiment wordt sleets, sleets wordt de norm, de norm wordt massa en de massa is kassa. Ergens tussen de verdienmodellen van Hollywood, het slinkse cynisme van de service-industrie, de economische afwegingen van het bedrijfsleven (personeel kost meer dan een door AI-software aangedreven PC), de dwingende sociale moraal van opgedrongen onheuse ontwikkelingen en de toenemende neiging van overheden en hun diensten om informatiestromen te controleren en sturen, deduceer ikzelf niet alleen grote zorgen voor vrije uitingen, maar ook nieuwe kansen voor originele, ongepolijste creativiteit. Je moet analoog durven denken, maar dan is er een wereld te winnen voor de culturele sector, de cinema en wie weet: zelfs de klantenservices van anonieme grootbedrijven. Oprechte emoties vinden altijd een publiek, misschien wel juist in een tijd waarin ze steeds zeldzamer en moeilijker te vinden lijken.
Mag ik tot slot, namens de klantenservice van Nijmans Nieuwsbriefje, u en de uwen een hele aangename, analoge kerst wensen? Voor mij was deze Substack in het afgelopen jaar een schuilplaats en ik dank u voor het meelezen.
Later meer…
Hele fijne dagen voor jullie en de hondenvrienden/ in 2024 immer gerade aus, mag ik hopen. Als filmomnivoor wil ik even de aandacht vragen voor de film The Covenant, van Guy Ritchie, jawel. Wat mij betreft 1 van de beste films van 2023 ( of ik was toen ik keek wel bijzonder goedgemutst) waar ik verrassend weinig over hoor