Woo. UNRWA-subsidie echt stopzetten was nooit de bedoeling
Ondanks terreurbeschuldigingen moest het UNRWA-geld blijven rollen
n.b. Vanwege de screenshots is dit Nieuwsbriefje het best te lezen op een groot scherm, niet via een mobiel. Relevante inhoud van de schermafbeeldingen staat wel in de tekst beschreven.
Nadat Israël op 26 januari een aantal medewerkers van UNRWA beschuldigt van deelname aan de terreurdaden van 7 oktober, is Nederland er als de kippen bij om subsidies voor de VN-organisatie voor Palestijnse vluchtelingen te bevriezen. Zowel de ministers als ambtenaren op Buitenlandse Zaken reageren razendsnel op de internationale consternatie om regie te houden over de geldstromen, die ze boven alles zo snel mogelijk weer willen opstarten. Dat blijkt uit interne documenten.
Het pauzeren van de subsidie aan UNRWA door demissionair minister Geoffrey van Leeuwen (Ontwikkelingshulp) was een vlucht naar voren van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Ambtenaren wilden daarmee voorkomen dat de nieuwe Tweede Kamer het initiatief zou overpakken en wellicht veel strengere maatregelen zou afdwingen, zoals het geheel stopzetten van directe financiering.
Ook werd gevreesd voor diplomatieke schade voor Nederland en voor Sigrid Kaag, die net was begonnen als VN-gezant voor Gaza. Dat en meer blijkt uit documenten die zijn vrijgegeven in een deelbesluit op een Woo-verzoek dat is ingediend door Nijmans Nieuwsbriefje.
Het verzoek om openbaring is ingediend nadat demissionair minister Schreinemacher (VVD) kort na haar terugkeer van zwangerschapsverlof op 10 juni bekend maakte dat Nederland toch weer drie miljoen euro reserveert voor UNRWA, terwijl nog niet alle onderzoeken naar de beschuldigingen door Israël waren afgerond. In werkelijkheid is UNRWA geen euro Nederlands belastinggeld misgelopen.
Uit de stukken blijkt dat het van meet af aan juist de bedoeling van Buitenlandse Zaken is om betalingen aan UNRWA zo snel mogelijk te hervatten, ongeacht de uitkomsten van twee onderzoeken naar de betrokkenheid van UNRWA-medewerkers bij terreur. Minister van Buitenlandse Zaken Hanke Bruins Slot laat intern op meerdere momenten weten dat de onderzoeken te lang duren en de uitkomsten te lang op zich laten wachten.
Niemand op het ministerie bekommert zich onderwijl om toetsing van de terreurbeschuldigingen of aanvullende eisen en voorwaarden voor Nederlandse subsidie. Een ambtenaar hoopte zelfs dat Nederland ‘een voortrekkersrol kan spelen in het onderzoek zodat weer snel kan worden gestart’, want dat zou ‘vitaal’ zijn. Hij (of zij) wilde weten of de collega’s daartoe mogelijkheden zien.
In de ambtelijke communicatie staat direct als een paal boven water dat de subsidiestroom zo snel mogelijk weer moet worden opgestart omdat UNRWA een ‘onmisbare schakel’ is waar ‘veel respect’ voor bestaat bij BuZa. Dit terwijl de ministers in Kamerbrieven en antwoorden op Kamervragen juist de indruk proberen te wekken dat Nederland hele zorgvuldige en onderbouwde afwegingen maakt over de toekenning van hulpgelden.
Zorgen over ‘blowback’ na bevriezen UNRWA-subsidies
Op 26 januari van dit jaar schrijft de tijdelijke vervanger van Schreinemacher, VVD-minister Van Leeuwen op X dat de Nederlandse subsidies voor UNRWA worden ‘heroverwogen’. Een half uur voor de tweets verzonden zijn, wordt in een ambtelijk Whatsappje voorgesteld om ‘als signaal alom’ het Amerikaanse voorbeeld te volgen. Dat ‘zou de angel er ook uit halen’.
Van Leeuwen plaatst vervolgens onderstaande tweets. Een dag later moest de minister van Ontwikkelingshulp (aangeduid als ‘R’ in interne codering) zijn bekendmaking ‘scherper gesteld’ herhalen in de pers, omdat ‘de tweets van vrijdag niet goed waren opgepikt in de media en door Kamerleden’.
Philippe Lazzarini, de commissaris-generaal van UNRWA, ontslaat de beschuldigde medewerkers direct. De Verenigde Staten schorten desondanks hun betalingen op en een ‘geschokte’ Van Leeuwen sluit zich daar per tweet razendsnel bij aan. Ook diverse andere donorlanden stoppen (tijdelijk) hun subsidie.
De VN kondigden onmiddellijk zowel een eigen onderzoek door het eigen Office of Internal Oversight Services (OIOS) aan, alsmede een onafhankelijk onderzoek door voormalige Franse minister van Buitenlandse Zaken Catherine Colonna.
Vanuit het ambtelijke perspectief zijn er direct grote zorgen over de ‘blowback’ van het subsidiebesluit. Niet alleen vanuit humanitaire overwegingen, maar ook omdat de Nederlandse stop ‘mogelijk andere landen over de streep trekt’ (gidsland! - red.), dat het ‘consequenties voor international credibility’ kan hebben en omdat ‘UNRWA politieke steun nodig heeft in een tijd van vergaande polarisering’.
Deze zorgen zijn al op 29 januari, drie dagen na de bevriezing van belastinggelden, intern geformuleerd bij BuZa. Ze laten daarmee zien welke belangen het zwaarst wegen. Terreur tegen Israël door een door Hamas-aanhangers geïnfiltreerde VN-organisatie staat niet op de shortlist van ambtelijke zorgen.
UNWRA is voor BuZa ‘een onmisbare schakel’
In een ambtelijke samenvatting van de stand van zaken, opgesteld op zondag 28 januari in een ‘inkleuring’ van de besluitvorming, is te lezen dat de ministeriële directie Van Leeuwen bijvalt. Er was ‘geen andere weg. Anders had de Kamer het initiatief gepakt en mogelijk nog strikter’. Aangezien de Tweede Kamer sinds 22 november een stevige rechtse meerderheid heeft, is dat niet ondenkbaar. Het is echter niet aan ambtenaren om te anticiperen op wat de Kamer zou kunnen doen, zij dienen uit te voeren wat de Kamer (of de minister) besluit.
De BuZa-ambtenaar constateert dat er dankzij de gekozen vooruit verdedigende strategie van de minister ‘tijd’ is en dat er ‘vooralsnog geen directe consequenties’ zijn voor UNRWA.
Alle Nederlandse betalingen aan UNRWA waren op het moment van de tweets van de minister dan ook al overgemaakt: behalve 8 miljoen euro extra in oktober (op het moment dat Israël met militaire operaties in Gaza begon) en nog eens 10 miljoen extra in december (Kamerbrief Van Leeuwen, 18 december), is daarna in januari 2024 de vaste jaarlijkse bijdrage van 19 miljoen euro overgeboekt - vlak voordat de aantijging tegen de VN-medewerkers bekend werd.
Zodoende loopt de Palestijnse vluchtelingenorganisatie (die onder curatele staat van terreurbeweging Hamas en getekend wordt door een lange lijst controverses en kritieken) dus op dat moment geen risico om daadwerkelijk Nederlandse subsidies mis te lopen.
Dat is volgens de BuZa-ambtenaar die de stand van zaken samenvat maar goed ook - hij (of zij) schrijft over ‘het respect dat we allemaal voelen voor de enorme inspanningen die de vele medewerkers van UNRWA momenteel leveren en waarbij meer dan een factor 10 de ultieme prijs betaald hebben dan dat nu in staat van beschuldiging zijn gesteld. Ze blijven een onmisbare schakel’.
Over de aantijgingen van mogelijke deelname aan de terreur van 7 oktober wordt in de vrijgegeven documenten niet gesproken.
In een mailtje voorafgaand aan bovenstaande ‘inkleuring’ schrijft een andere ambtenaar dat ‘de Nederlandse positie’ wel wordt geschaad door het besluit om de subsidie te bevriezen. Zoals die van de Nederlandse humanitair gezant, de representatie in Ramallah, ‘en zelfs indirect Kaag’.
Een andere ambtenaar in de maildraad suggereert hoopvol dat het stopzetten juist zal zorgen dat de focus van de politieke discussie verschuift van afschuw over UNRWA-deelnemers aan 7 oktober ‘naar de andere kant van het politieke spectrum die begrijpelijk gaat zeggen: “hoe wilt u in vredesnaam de Palestijnen helpen en een hongersnood voorkomen zonder UNRWA”.’
Ook hieruit blijkt dat de ambtenaren er alles aan gelegen is om de bevroren subsidies zo snel mogelijk uit het ijs te bikken.
De stellige kantlijnkrabbels van minister Bruins Slot
Demissionair minister Bruins Slot (‘M’ in de interne BuZa-codering) is bezorgd over de tijdsduur van de onderzoeken. De CDA-minister van Buitenlandse Zaken vraagt zich op 2 februari af of een onderzoekstraject en een plan van aanpak voor UNRWA niet een ‘te lang tijdspad kennen’ en ze vreest dat het wegvallen van UNRWA-capaciteiten ‘de hele regio die al instabiel is’ raakt, zo blijkt uit handgeschreven krabbels in de kantlijn van interne nota’s.
Zo gretig is het kabinet op de hervatting van financiering van UNRWA dat de good governance die Nederland achter de schermen altijd bepleit, volledig uit het raam gaat. Zowel het Colonna-onderzoek als de OIOS-toetsing door de VN worden feitelijk niet van enige importantie geacht voor de Nederlandse besluitvorming.
Letterlijk, want op 18 maart schrijft Bruins Slot in de kantlijn van een interne memo:
‘Ik vind het niet verstandig om op de resultaten van alle onderzoeken te wachten. Dat kan driekwart jaar duren. Het is ook niet nodig om een goede weging te kunnen maken’.
Aan de Kamer zal minister Schreinemacher op 26 april desondanks braaf schrijven dat ‘het kabinet de ernstige beschuldigingen tegen UNRWA-medewerkers zeer serieus nam’. Dit doet ze in een brief die reeds binnen vier dagen na het verschijnen van het Colonna-rapport (dat uitkwam op 22 april) klaar is en wordt verstuurd.
Het kabinet echo’t daarin de nuancerende woorden uit het rapport, over de conflictsituatie en ‘slechte sociaaleconomische omstandigheden’ waarin het nooddruftige UNRWA moet opereren, en omarmt een aantal vriendelijke aanbevelingen over de noodzaak van neutraliteit, intern toezicht en beter engagement met donoren.
Boven alles is de brief echter bedoeld als smeermiddel om de geldkraan weer open te krijgen. Het kabinet schrijft dat ‘op dit moment’ geen additionele bijdragen aan UNRWA zijn voorzien, maar het ‘politieke signaal’ in combinatie met de ‘bevriezing van fondsen’ heeft wel een ‘belangrijke discussie losgemaakt’.
Omdat UNRWA zeer belangrijk wordt geacht, zal het kabinet de organisatie derhalve toch ‘weer meewegen’ bij ‘toekomstige bijdragen om de crisis te adresseren’. Daarbij zal zowel worden gekeken, schrijft de minister, naar de implementatie van de Colonna-aanbevelingen als naar het OIOS-rapport van de VN zelf, dat op dat moment nog niet is afgerond.
De geldstroom razendsnel hervat
Op 10 juni verschijnt al een nieuwe brief van Schreinemacher, waarin ze bekendmaakt dat het kabinet 13 miljoen euro extra hulpgelden vrijmaakt voor Gaza. Daaronder valt ook een reservering van 3 miljoen euro voor UNRWA, dat in de ogen van het kabinet ‘bijdraagt aan stabiliteit in de hele regio’. En: ‘Daarnaast rekenen ook andere organisaties op de logistieke diensten van UNRWA om hun hulp ter plaatse te krijgen.’
Bovendien, zo schrijft de demissionaire minister voor Ontwikkelingshulp, heeft UNRWA-baas Lazzarini aan haar laten weten dat zijn geld op is.
Een dag na het verschijnen van deze vooraankondiging, op 11 juni, spreekt BuZa-minister Bruins Slot op een humanitaire bijeenkomst over de Gaza-situatie in Amman (Jordanië) een korte toespraak uit waarin deze zin is opgenomen:
“The Netherlands has decided to make available another 13 million euro for humanitarian aid, through different organizations including UNRWA.”
Daarmee zijn alle voorbehouden om het geld over te maken min of meer weggestreept - de minister heeft immers tijdens een conferentie in de regio hardop gezegd dat er opnieuw geld geoormerkt is voor de beschuldigde Palestijnse hulporganisatie.
Op 20 juni houdt de Tweede Kamer nog wel een eigen hoorzitting over UNRWA, waarin onderzoeker Hillel Neuer van de VN-kritische organisatie UN Watch een bijdrage levert. Daarin uit hij zich zeer argwanend over de neutraliteit van het Colonne-onderzoek en toont hij zich tevens bijzonder sceptisch over de vermeende heilzame rol van UNRWA in de Palestijnse gebieden.
Het lijkt mosterd na de maaltijd en het mag allemaal niet meer baten.
Behalve in enkele tweets van Geoffrey van Leeuwen hebben de verantwoordelijke ministers in hun publieke uitingen nooit enige blijk gegeven van terughoudendheid ten aanzien van UNRWA. Wel werd met regelmaat benadrukt hoe belangrijk humanitaire hulp is voor Gaza en hoeveel inzet Nederland toont bij het verlichten van de noden voor de mensen in de Palestijnse gebieden. Soms komt Sigrid Kaag voorbij. Een enkele keer is onderaan zo’n uiting iets toegevoegd over gijzelaars. Meestal niet.
Op 5 augustus 2024 zijn de OIOS-bevindingen van de Verenigde Naties gepubliceerd, over 19 onderzochte UNRWA-medewerkers die werden verdacht van deelname aan of betrokkenheid bij de terreur van 7 oktober. In één geval is geen enkel bewijs gevonden. In negen gevallen is het bewijs onvoldoende bevonden, in negen andere gevallen zijn wel voldoende aanwijzingen gevonden voor betrokkenheid bij de terreur van 7 oktober. Die medewerkers hebben derhalve ontslag gekregen (maar meer ook niet - althans, niet zover uit het bericht van de VN is op te maken).
Daarmee zijn de aantijgingen van Israël tenminste ten dele bevestigd door eigen onderzoek van de Verenigde Naties, zij het bijzonder schoorvoetend en zonder gevolgen. Het andere onderzoek door Catherine Colonne formuleerde de valkuilen van de VN-organisatie eveneens dermate voorzichtig om verdere steun niet te dwarsbomen.
Voor de Nederlandse financiering van UNRWA heeft het hoe dan ook geen enkel verschil gemaakt. Alle betalingen waren al gedaan en nieuwe betalingen zijn aangekondigd. En uit de Woo-stukken blijkt dat dit vanaf het begin altijd al de bedoeling was, ook en ver voordat de onderzoekers hun conclusies bekend maakten.
Tot besluit: Sigrid Kaag en de Nederlandse Green Zone
De documenten uit dit Woo-verzoek zijn te downloaden via de link onderaan dit artikel. Het betreft een deelbesluit. Vanuit BuZa is medegedeeld dat het tweede en laatste deelbesluit eind oktober is te verwachten.
Het Woo-verzoek vroeg namelijk niet alleen naar interne correspondentie bij Buitenlandse Zaken, maar ook naar alle externe communicatie met andere departementen, VN-gezant Sigrid Kaag, de VN, Commissaris-Generaal van UNRWA Philippe Lazzarini, het Office of Internal Oversight Services van de VN (OIOS), de autoriteiten in Gaza en Israël, overige mensenrechten- en hulporganisaties en zelfs met Hamas.
Het is immers belangrijk te beseffen dat Nederland een stevige diplomatieke aanwezigheid heeft in het Midden-Oosten, en een navenante financiële bijdrage levert. De rol van Sigrid Kaag als Wederopbouw-vertegenwoordiger voor de VN in Gaza is reeds gesignaleerd, maar ook VVD-prominent Jeanine Hennis is in mei vertrokken uit Irak en ‘Speciaal Coördinator’ voor de VN in Libanon geworden. Ook heeft Nederland een ‘Speciaal Humanitair Gezant voor Gaza’, Marjanne de Kwaasteniet, die diplomatieke marathons loopt voor ons land in Israël, Gaza en de omliggende landen.
De benoeming van Kaag bij de VN werd op 15 januari opgeluisterd met 5 miljoen euro extra subsidie vanuit Nederland. De komst van Kaag naar Jeruzalem werd door de diplomatieke missiepost in Ramallah op de West Bank onthaald als een kans voor samenwerking en detachering, teneinde Nederland in een voortrekkersrol te houden. Heel ‘like-minded’ en met ‘een stevige informatie positie’, dus Kaag kan ‘zeker op ons bouwen’:
Maar dan moeten er dus geen rimpels in de subsidievijver van de diplomatieke Green Zone ontstaan…
De Woo-documenten waarop dit artikel is gebaseerd
Hieronder kunt u alle vrijgegeven stukken zelf nalezen. Wilt u mij helpen met graven in overheidsdocumenten, dan ben ik zeer geholpen met een abonnement op Nijmans Nieuwsbriefje, of een eenmalige donatie aan het Woo-fonds.
Mooi uitzoekwerk, helaas met een niet onverwachte uitkomst. Je zou hopen dat dit ook eens een keer groot uitgemeten zou worden bij bijvoorbeeld nieuwsuur, maar vermoedelijk past dit niet binnen de propaganda.
Heel goed dit onderzoek! Ik ben ervan overtuigd dat de sleutel tot een oplossing in de regio in beter onderwijs ligt. De haat die kinderen van jongs af aan aanleren op UNWRA-scholen hersenspoelt generatie op generatie. Het is in- en intriest dat jij en ik daar via belastinggeld aan bijdragen.