Dagboek van een Broodschrijver
Een experiment voor betalende abonnees. Als het ruk is, mail dan ff. Als het goed is, ook. Meeste stemmen gelden en bepalen het vervolg
Vrijdag 10 februari - “Begin anders ook zo’n dagboek?”
“Moet jij ook niet zo’n dagboek gaan maken? Vinden je Substacklezers leuk, als ze ook eens van een ander horen dat er geen doodser saaiere plek op aarde is dan de Algarve.” Het is vrijdagmiddag en Arthur van Amerongen laat een voor hem kenmerkend schamper grinnikje los wanneer we boven onze vijfde of zesde halve liter Super Bock - we hebben niet geteld - elkaars verwachtingen temperen over de impact van onze wederzijdse stukjes tekst. “Natuurlijk reageert er geen hond op je analyse over de verziekte pluriformiteit van de Nedervlaamse mainstream media, die inktkoelies weten zelf ook wel dat hun broodwinning beschimmeld is”, temper ik Tuurs premature optimisme over de ophef die hij hoopt te veroorzaken. “Nee, dat gebedel van jou om losse munten van je lezers, dat is sjiek”, riposteert mijn genadeloze oude vriend. “Ik heb tenminste nog gewoon betalende opdrachtgevers.”
Tuur is net terug van een rondreisje door Belgenland, waar hij de propagandakaravaan van het Vlaams Belang gevolgd heeft voor zijn huidige GS-serie over Europese Patriotten. Bij Filip de Winter is hij naar eigen zeggen inmiddels ‘huisvriend’, het volgende Patriotten-bezoek moet hem bij Jean-Marie Le Pen achter de voordeur brengen. Ik zie ‘m liever limoncello lurken bij Giorgia Meloni, maar die kans is vooralsnog klein. Vandaag hebben we sushi gegeten bij het all you can eat lunchbuffet van de Nederchinezen van Chalet aan de boulevard in Olhão en daarna hebben we ons op kleine, kerkelijk harde houten krukjes van het schrale visserskroegje Casa Sete Estrelas - Huize Zevenster - bezondigd aan een bacchanaal. Halve liters 3 euro 10, dat zijn hier stevige toeristenprijzen want een kilometer landinwaarts heb je ze voor de helft. Niet veel later heb ik Filip de Winter plotseling aan de telefoon, wanneer Arthur in halfbeschonken toestand zijn vaste belronde langs oude en kersverse vrienden maakt om zijn nieuwste huisvriendschap te bewijzen. “Hee, ik zit hier met Bart Nijman, van GeenStijl, wacht ik geef ‘m ff misschien kunnen jullie samen wat leuks bedenken…” Every damn time.
Het duurt tot nauwelijks na het avondgloren eer we via een mankende heroïnejunk achter de voordeur van een krekhuisje geïntroduceerd worden aan de madam des huizes, die desgewenst ook vleselijke diensten verkoopt. Ik heb al vlees en eet mijn onderweg gescoorde afhaaldöner terwijl ik doe of ik er niet ben wanneer een getroebleerd ogende jongedame haar beste verkoopglimlach op me oefent. Tuur doet zijn ding, waarna we het scharrige pand verlaten voor een avondwinkel om de hoek, waar we een counterfeit Puma-rugzak van een tientje vullen met blikken gekoelde Sagres en twee flessen rood van de onderste plank. Thuis in Tuurs Villa Vischlught, honderd meter van het strand, zetten we de avond in goed gezelschap voort maar ik ben keurig voor middernacht thuis want zulks is het voordeel van vroeg beginnen. Onderweg naar huis overweeg ik zijn suggestie voor het dagboek van een broodschrijver, want er gebeurt inderdaad geen ene reedt in de Algarve.
Keep reading with a 7-day free trial
Subscribe to Nijmans Nieuwsbriefje to keep reading this post and get 7 days of free access to the full post archives.