A2, RS3, Mourad, een sommatie, toeval en een foto van mijn hond - Nijmans Nieuwsbriefje - Editie #11
Weet u nog, die belofte om met kortere teksten te experimenten? Nou, dat is dus mooi niet gelukt...
Een sommatie op zaterdag
Na de dramatische aanhouding van Mourad O. op de A2 en de stellige verklaringen van politie en Openbaar Ministerie over verdenkingen van het “voorbereiden van een ernstig misdrijf” tegen John van den Heuvel, zochten we informatie en vonden bronnen hun weg naar GeenStijl. Daarmee achterhaalden we puzzelstukjes over de achtergrond van Mourad, zijn Utrechtse afkomst en familie, zijn bedrijf en zijn banden met, quote Algemeen Dagblad “meerdere spelers in de periferie rond Ridouan Taghi.”
Ik gebruik hier maar even niet zijn volledige naam, want het topic dat we vrijdagavond maakten over grotendeels googlebare feiten (die deels ook door andere media zijn beschreven), leidde zaterdagmorgen meteen tot een sommerende mail van Mourads advocaat Veerle Hammerstein, dat het artikel offline moest.
Dezelfde dag nog maakte Van den Heuvel zelf bekend dat er een bivakmuts en een cryptotelefoon in de Audi van O. zijn gevonden. De rechter-commissaris houdt hem derhalve nog wat langer vast.
Het is intens ergerlijk dat het bij elkaar googelen van feiten, die nota bene onder voorbehoud van ‘verdenking’ en niet met de stelligheid van ‘veroordeling’ worden opgeschreven, meteen tot juridische dreigementen aan het adres van de boodschapper leiden. Niet alleen kun je zo je werk niet doen, het is ook een stuitend voorbeeld van de struisvogelreflex waarmee uitwassen tegen de sociale cohesie, de vrije samenleving en de rechtsstaat steeds vaker tegemoet getreden worden - en de gevolgen daarvan zijn op lange termijn uitermate schadelijk.
Het is een nationale gewoonte geworde: problemen bestaan niet als niemand er over spreekt. De liquidatie van een bekende adviseur van een kroongetuige in een groot drugsproces, bij daglicht in het centrum van de hoofdstad, werd in de media primair gereduceerd tot sentimenteel gesnotter over het slachtoffer, maar op de achtergrond stuurden grote mediabedrijven half-dreigende mails naar GeenStijl dat de beelden van de rauwe realiteit waar Peter R. de Vries tegenaan gelopen was, offline gehaald moesten worden:
GeenStijl: RTL en Mediahuis: "Haal die beelden offline!" — www.geenstijl.nl GeenStijl: Nee, ga weg.
Sporen van duistere schimmels
“Journalism is printing what someone else does not want printed: everything else is public relations”, zei George Orwell en zowel die quote als de schrijver zijn inmiddels een cliché geworden. Maar als zelfs grote journalistieke mediabedrijven aan kleine uitgevers gaan vertellen dat ze bepaalde zaken niet geschikt achten om af te drukken, in welke duisternis, om het anti-Trump-motto van The Washington Post (eigenaar: Jeff Bezos van Amazon) maar te parafraseren, is onze democratie dan aan het sterven?
De drugsmaffia liquideert getuigen het graf in, maar ook de overheid, advocaten en zelfs veel media proberen onwelgevallige oprispingen van de realiteit met drang, dwang of deug terug onder het tapijt te dwingen - en de boodschappers daarvan het zwijgen op te leggen met sommaties, smeertactiekjes en schuldverleggingen. “Schuld van GeenStijl” is bij ons een geuzenslogan, maar er gaat bij mij ook een ergernis achter schuil.
Want toen ik de puzzelstukjes uit het leven van Audi-coureur Mourad bij elkaar aan het googelen was, steeg daar veel meer uit op dan de waan van de dag.
Een verdachte met een eigen bedrijf in een succesvolle sector, die desalniettemin onder verdachte omstandigheden van de A2 wordt geplukt. Connecties met de gevaarlijkste bende drugscriminelen die Nederland ooit gekend heeft. Zijn vader, die een lintje heeft gekregen vanwege zijn goede sociale buurtvaderwerk in Kanaleneiland, maar zelf opgezadeld met een strafblad dat terug te herleiden is tot een jeugdleven op straat, waar moskee en maffia dicht bij elkaar liggen en de verleidingen van snel geld sterker zijn dan een vroom arbeidsleven in een land waar je zelf niet bij wilt horen, of waar pogingen om het wel te doen op onbegrip en afwijzing stuiten.
Je kan een verhaal pas helemaal vertellen als je alles weet. En ik weet heus wel: een beetje googelen op basis van een naam en wat omliggende informatie, vertelt niet het hele verhaal. Maar het schetst wel een beeld. Een patroon dat, hoewel het wellicht deels in het losse zand van de stereotypes rust, een herkenbaar beeld schetst van een stukje van de maatschappij waar de realiteit soms zo scherp is, dat steeds minder mensen zich er aan willen snijden. En dat is niet goed want in het donker groeien alleen schimmels. En die hebben hun sporen inmiddels diep in de samenleving verspreid.
Je hoort mij niet beweren dat ik Mourad O. helemaal begrijp, laat staan dat ik me met mijn gelukkige jeugd en luizenleven in relatieve luxe kan verplaatsen in zijn persoonlijke situatie. Maar omdat ik in Utrecht heb gestudeerd en daar bijna een decennium lang in de meest magere buurten heb gewoond (aan de Amsterdamsestraatweg in Zuilen-Noord, op Kanaleneiland, in het vreselijke Overvecht en uiteindelijk in het snel gentrificerende Lombok, recht tegenover waar nu de grootste Erdogan-kazerne van Nederland staat, de Ulu Moskee), durf ik wel te stellen dat ik wat ervaringsvet op de bloggersbotten heb.
Heb je nog even? Schenk even wat in, pak een olijfje of een blokje kaas, er kwamen heel veel herinneringen opborrelen.
Sjgoonmake
Toen ik begin van de eeuw in Utrecht ging studeren, was mijn tweede studentenhuis in deze flat aan de Van Bijnkershoeklaan, op de grens tussen Kanaleneiland en Transwijk. Winkelcentrum Kanaleneiland aan de andere kant, aan de overkant van een tramhalte op de Beneluxlaan, uitvaartcentrum Barbara voor de deur en daarachter in de verte, voorbij de hockeyvelden van Zwaluwen, de Jaarbeurs.
Het was niet echt een studentenhuis: in de twee verdiepingen tellende bovenwoning waar mijn toenmalige vriendin en ik samen één kamer van 25 vierkante meter betrokken (dolverliefd, dan past dat nog), woonden op dat moment de aardige Afghaanse vluchteling Jamal, en Issaka, een chronisch vrolijke Ghanees die geen woord Nederlands sprak maar wel altijd in opperbeste stemming een gesprek probeerde aan te knopen. Mijn jongere broer betrok ook een kamertje in het huis.
De huisbaas van het oussige flatje was een Turk, Adem. Die was nieuw in ons land en ‘beheerde’ het vastgoed namens zijn zwager, Fatih. Ze deden ook ‘iets’ met een winkeltje in telefoonkaarten en printerinkt aan de Amsterdamsestraatweg. Het enige woord dat Adem kende, was sjgoonmake. De woning was sinds de bouw van de uit sociaaldemocratisch stadsplanningsdenken geboren mensenstapelwijk Kanaleneiland (historie) al veertigplus jaar lang niet meer aan de tijd aangepast. Een stenen aanrecht met een geiser direct boven de kraan in een keuken zonder kastruimte, een poepdoos met bovenstortbak die slecht doorspoelde en een ijskoude stenen douche waar het veel te kleine geisertje het water amper warm voor kreeg.
Er was geen centrale verwarming of dubbel glas en de stroomvoorziening was volstrekt ontoereikend. In de winter sprongen de stoppen bijna dagelijks omdat we allemaal elektrische kacheltjes gebruikten en die van de nieuwe landgenoten stonden natuurlijk altijd op 11. Desalniettemin was sjgoonmake het eerste en het laatste woord dat Adem in de mond nam als hij (met enige regelmaat en altijd onaangekondigd) langskwam. Het was geen onaardige vent maar de meeste communicatie ging met handen, voeten en wijzen naar de stofzuiger.
Op het - enige - toilet stond altijd een oud plastic literflesje waar een of andere frisdrank in gezeten had. Toen ik dat vieze ding een keer opgeruimd had omdat ik niet wist wat die fles daar deed, ontstond er enige consternatie in het huis. Mijn eigen wereldvreemde schuld - wist ik veel dat niet iedereen toiletpapier als gereedschap verkiest na de stoelgang.
Denise, Marokkanen en 'kankerkazen'
Het rook in huis meestal een beetje weeïg naar Afghaanse keuken, want Jamal deed maar twee dingen: oosterse rijstgerechten met (zuinige hoeveelheden) kip of lamsvlees slowcooken, en studeren. Hij was een zachtmoedige combinatie van heimwee naar zijn familie en de hoopvolle wens om vooruit te komen en woont tegenwoordig in London, waar hij werkt als tolk.
Toen Issaka vertrok, werd zijn kamer betrokken door Denise, de blonde, rondborstige en altijd volledig dichtgeplamuurde dochter van een volkszanger uit Swifterbant. Niet onaardig, maar dom als een plank. Het type dat een diepvriespizza bevroren in de magnetron gooit en het apparaat op vol vermogen op een uur zet - en lekker lang gaat douchen. Het apparaat heeft het overleefd maar het eten had sindsdien altijd een verkoold bijsmaakje. Ze gooide ook post weg als de naam op de envelop haar niet bekend voor kwam. En aangezien ze al moeite leek te hebben haar eigen naam te onthouden…
Denise zat op het mbo naast Winkelcentrum Kanaleneiland, dat toen net een ROC was geworden en tegenwoordig geheel in de geest van de gelijkschakelingsretoriek van het diversiteitsdenken “ROC Midden Nederland - Business & Administration College Utrecht” heet. Er staat nieuwbouw op de 'campus' (lol) en ook de Churchillaan en omgeving zijn volledig anders dan in 2004. Frisser, moderner, maar nog steeds functioneler dan leefbaar.
Denise had vaak Marokkaanse klasgenoten, pardon: studiegenoten over de vloer. En in bed: niet zelden zaten twee of drie van die gasten op haar kamer jointjes te roken terwijl ze beurtelings vrij luidruchtig aan de rest van de bewoners lieten horen hoe ze haar, sorry maar er is echt geen andere term voor, stevig uitwoonden. Tussen deze versmelting van culturen door kon je ze regelmatig over “kankerkazen” horen tieren en als je er eentje in hal of keuken tegen kwam, kreeg je een schuwe maar kille blik.
Ik wist nooit zo goed of ik medelijden met Denise moest hebben. Het meisje, net twintig, was twee spelfouten verwijderd van zwakzinnigheid en had familieproblemen. Soms kwam ze in een goedkope parfumwolk en vervuld van puberale woede de woning binnen gewerveld om urenlang harde muziek draaien op haar kamer - inclusief luidkeels meezingen. Niet zelden was dat het levenslied van haar vader. Ze haatte hem net zo veel als ze hem miste.
Als je ging vragen of het wat minder mocht met het volume van de volkszang in het gehorige huis, deed ze dat wel meteen, met een heleboel sorry’s er bij. Ze dacht ook echt dat die Marokkaanse eikels het niet kwaad met haar voor hadden, maar het tegendeel zat in de adviezen die ze soms vroeg over dingen waar “Nee” altijd het enige mogelijk antwoord op is: “Ik kan gratis in een heel huis wonen, alleen in de meeste kamers staan wel wietplanten waar ik dan voor moet zorgen. Zal ik dat doen?” Ook waargebeurd: “Ik kan betaald op vakantie naar Spanje. Ik moet alleen tweeduizend pillen meenemen in m’n koffer. Zal ik dat doen?”
Enkele jaren en twee adressen later, het moet rond 2007 zijn geweest, kreeg ik nog wel eens deurwaarderspost die voor haar bestemd was. Onze achternamen scheelden maar een paar letters, maar gelukkig was dit toeval makkelijk te verklaren.
Grauw tochtgat van slechte integratie
Onveilig heb ik me op Kanaleneiland nooit gevoeld - het is nog steeds Nederland hè - maar in dat jaar aan de Van Bijnkershoeklaan leerde ik de wijk kennen als een grauw tochtgat van troosteloze torenflats en portiekwoningen waar het enige uitzicht verdere verpaupering leek. Aan de andere kant van het Amsterdam-Rijnkanaal werd Bedrijvengebied Papendorp uit de grond gestampt, waar nu multinationals als Herbalife, KPMG en Kaspersky hun werkmieren onder systeemplafonds laten verpieteren in de corporate mores van het consumentenbestaan. Qua levenslust weinig afwijkend van wat de koran dicteert, maar soit, Mohammed kan geen leasewagenpark aanbieden die het verleidelijk maakt om jezelf naar de nieuwste EV te willen promoveren. Het bedrijventerrein won in 2009 een Rietveldprijs, want in Nederland is doodse middelmaat een prijzenswaardige positie.
Terug naar de bewoonde kant van het kanaal. Bij het fenomeen ‘islamisering’ ging ik pas stilstaan na de moord op Theo van Gogh, daarvoor heette het nog gewoon ‘slechte integratie’. Veel buitentrappen waren met kooiconstructies tegen inbraak beveiligd, doorgangetjes naar achterdeuren en schuurtjes middels poorten met stalen pinnen afgesloten: het ging om vandalisme, inbraak en kleinschalig straatdealen, niet om jihadisme, plofkraken en staatsondermijnende drugscriminaliteit.
Het beeld van toen verschilt denk ik weinig van nu: Bakkers en groenteboeren als trefpunten waar oudere moslimmannen met plastic tasjes boodschappen in de hand in het Turks of Arabisch ouwehoerden, gesluierde vrouwen waggelden gehaast met hun boodschappenwagentjes voorbij. Belhuizen waren toen nog in opkomst, shoarmazaken en theehuizen zitten altijd vol, auto’s van het domino spelende clientèle dubbel geparkeerd voor de deur.
De jongeren hingen rond het ROC aan de Marco Pololaan. Winkelcentrum Kanaleneiland, aan de andere kant van de Churchillaan, was een plek die rond het middaguur het beste gemeden kon worden vanwege de grote pauze-toestroom van verveelde groepjes klierende Marokkaanse mbo’ers, en na schooltijd idem omdat diezelfde groepjes de valse energie van goedkope suikerdrankjes combineerden met de mentale onverschilligheid van wiet. Het direct naast de school gelegen politiebureau straalde weinig autoriteit uit over de hangjeugd, terwijl er bij de moskee aan de noordkant van de wijk altijd een sereen respect leek te hangen.
De wijk als geheel was vrij schoon maar schraal en net zo als afgebladderd als de kale, vale jaren zestig-armoede in mijn eigen studentenflatje. Wat er “bruiste”, hing van subsidie en politiek cliëntelisme aan elkaar. De PvdA kocht zieltjes, die zieltjes kregen subsidie uit het “Leefbaarheidsbudget” en zorgden via subsidievoetbal en dito iftars dat iedereen netjes PvdA bleef stemmen. Het was verborgen armoede onder een dun laagje chroom dik pak smeergeld in projecten waar niemand duurzaam mee vooruit geholpen wordt, maar de politici behielden hun positie en de spilfiguren in de wijk staken tonnen subsidiegeld in eigen zak (maar vanwege hun geloof geen hand uit naar de vrouwtjes). Lees het dossier van de Belhadi Brothers van “Jongeren in Actie” er maar op terug, dik tien jaar geleden op de GeenStijl.
Sociale stijgers versus hun geloofsgenoten
Het dichtst dat je in Kanaleneiland bij een omhoog bewegende modale middenklasse kwam, was op de woonboulevard aan de zuidkant van de probleemwijk, waar studenten en jonge gezinnen hun interieur bijeen scharrelden bij IKEA, Piet Klerkx en Kwantum, waar prefab levenslust geplastificeerd in bulk wordt verkocht. Daar zag je dan weer nauwelijks moslims - in dat opzicht is de islamitische cultuur toch meer op menselijke saamhorigheid gericht dan op ingekocht consumptiegeluk. Plusje voor FC Profeet.
In mijn herinnering zag je toen de ‘transitiegeneratie’ nog niet in het straatbeeld: moslims die met diploma’s van degelijke (hogere) opleidingen, keurige kantoorbanen en een leasemiddenklasser trachten te laveren tussen de archaïsmen van hun culturele achtergrond, de anachronismen van hun religie in een moderne samenleving en de hooguit lauwe liefde van autochtone landgenoten, aan wie ze permanent moeten bewijzen dat ze “goed meedoen”.
Toen ik een decennium later een paar jaar in Amsterdam-West aan het Rembrandtpark woonde, werd aan de andere kant van de A10 een nieuw Nieuw-West gebouwd op de plek van verpauperde portiekflats. Frisse nieuwbouw waar gezinnen wonen waarvan de vrouwen hun hoofddoek cultureler dan religieus dragen en mannen in modern-islamitische kledingstijl met dezelfde zelfverzekerde tred bewegen die we kennen van trendsetters als Farid Azarkan of Tunahan Kuzu - hoewel deze accountants, verzekeringsagenten en makelaars net zo makkelijk D66 of GroenLinks zouden kunnen stemmen als DENK. Maar dat moet u maar bij Josse de Voogd (@) navragen. Die heeft er vast een kaartje van.
De kloof tussen de vrome moslims die zich van westerse waarden afkeren en hun geloofsgenoten van de gangsterislam enerzijds en die succesvolle, sociaal-economisch stijgende land- en cultuurgenoten anderzijds maakt het integratieverhaal alleen maar gecompliceerder. Zo kom ik terug op Mourad O.
Scarface, shabs en chatgroepen
Mourad groeide een paar straten achter de Van Bijnkershoeklaan op, in de Waalstraat van de Rivierenwijk. Ze keken Scarface (en Hachi), pionierden met memes in chatgroepen (MSM!), communiceerden met Blackberries en hingen op straat. Groepen jongeren vernoemden hun “shab” naar de wijk waar ze woonden. Shab Rivierenwijk, Shab Kanaleneiland of Shab Hoograven, waar mijn debuut op GeenStijl over ging op Eerste Paasdag 2011: een groep ongenode Marokkaanse jongeren sloegen in die wijk een meisje van 16 knockout op haar eigen verjaardagfeest.
Terreurmocro's slaan meisjes knockout — www.geenstijl.nl
Vijf jongens klimmen over een schutting bij een tuinfeest. Een 16-jarig meisje uit Nieuwegein liep een gebroken oogkas op.
In die tijd reden Mocro's nog op hun achterwiel op een gestolen damesfiets of op opgevoerde 180cc scooters. Vandaag scheuren diezelfde jongens rond op motorscooters en quads of in snelle Audi’s, Golfjes GTI en BMW’s - hun ontwikkeling heeft echt niet stil gestaan. Ze zijn alleen buiten de burgermaatschappij en veelal onder de radar van de rechtstaat tot wasdom gekomen.
Trekkend aan wat rafels van zijn naam, past Mourad in hetzelfde patroon: in 2006 stak hij bij een straatruzie een jongen in het hart met een mes dat hij binnen van tafel had gepakt nadat een rivaliserende groep van eveneens Marokkaanse komaf zijn moeder met een stuk hout hadden neergeslagen. Ze wilde de boel sussen, het eindigde in 2007 in een veroordeling tot vier jaar cel voor Mourad. Hoewel zijn rivaal Redouan “slechts aan het toeval te danken” had dat hij nog leefde, legden de rivalen hun geschil tijdens de rechtszaak bij, zo staat in het vonnis.
Later zou Mourad nog vastzitten op verdenking van het beroven van een wietkwekerij en hij zat in een auto “die aan een serieus misdrijf werd gelinkt”, schrijven misdaadredacteuren van AD en Parool. In het Marengo-proces werd hij begin 2021 opgeroepen als getuige door de verdachte een liquidatie, maar hij beriep zich op zijn verschoningsrecht.
Er zijn aanwijzingen dat Mourad zichzelf op het rechte pad trachtte te buigen. Een bedrijf in de aanleg van laadpalen voor elektrische auto’s, dat is lucratieve handel en in tegenstelling tot de drugsmaffia, is de klimaatmaffia gewoon legaal. Desalniettemin vond de politie een bivakmuts en een PGP-telefoon in zijn peperdure Audi RS3, die op naam van zijn koninklijk onderscheiden, maatschappelijk gewaardeerde buurtvader staat. Een Audi die, samen met andere voertuigen, opvallend rijgedrag vertoonde in de omgeving van de zwaar beveiligde John van den Heuvel.
Misverstand, toeval en de journalistieke taak
Deze zaak is door de politie hoog opgepakt vanwege de ernst van de dreiging en de eventuele maatschappelijke ontwrichting die volgt uit een aanslag op een misdaadjournalist. Logischerwijs besteden media daar aandacht aan - ze zijn het zelfs aan hun taak verplicht.
Advocaat Veerle Hammerstein beweert dat het allemaal op een misverstand berust en vraagt de media om terughoudendheid, maar de rechter-commissaris hield Mourad vanwege zijn antecedenten en de in zijn voertuig aangetroffen voorwerpen nog wat langer vast. Net als RTL Nieuws en Mediahuis afgelopen zomer probeerden met de beelden van de moord op Peter R. de Vries, probeert Hammerstein het beeld van haar cliënt van GeenStijl verwijderd te krijgen.
Nou ja. Zo lang we niks van Taghi zelf horen…
Een geschiedenis wordt niet geschreven in incidenten, maar in patronen. Zondagmiddag is de verdachte door het landelijk parket vrijgelaten omdat er ‘onvoldoende bewijs’ is om hem langer vast te houden naar aanleiding van het incident op de A2. De bivakmuts en de PGP-telefoon blijven vreemde vondsten in een exclusieve auto die op vaders naam staat. Was het toeval, zoals Hammerstein beweert? Kan zijn, maar door dat toeval is een patroon zichtbaar geworden.
A2-verdachte Mourad O. weer op vrije voeten — www.nieuwnieuws.nl
'Verdachte situatie rondom John van den Heuvel lijkt toeval te zijn'
En niet zomaar een patroon, maar een heel significante beweging in tijd en sociale ruimte, waar je een maatschappelijke geschiedenis over kunt schrijven die echt niet louter hoeft te focussen op misdaad en veroordelingen, maar ook op het moderne multiculturele stadsleven en sociaal-economische omstandigheden die vanaf de kleinste minderheid - het individu - tot en met een hele samenleving voor ontwrichting en ontregeling kunnen zorgen. Als je selectief gaat shoppen in feiten en waarheden, kun je nooit een accurate geschiedenis vertellen waaruit lessen voor de toekomst getrokken kunnen worden.
Als bepaalde krachten (criminelen, maar ook politici, juristen en zelfs sujetten vanuit de rottende binnenwerken van de vrije pers) proberen om berichtgeving over incidenten te elimineren uit het publieke debat, riskeer je dat de geschiedschrijving vertekend raakt. Als je in het heden gaat schrappen om het verleden rooskleuriger te maken, zullen in de toekomst geen duizend bloemen bloeien. Dan kan de tuin van de toekomst er wel eens heel dor bij komen te liggen.
Het steekslachtoffer van Mourad overleefde in het verleden bij toeval. De aanwezigheid van Mourad op de A2 zou in het heden op toeval berusten. Maar willen we de toekomst ook aan het toeval overlaten?